Een samenwerkingsverband van privacyorganisaties staat vandaag tegenover het Ministerie van Sociale Zaken voor de rechter. De organisaties willen dat SyRI van tafel gaat, een programma waarmee grote groepen burgers worden gescand om fraude tegen te gaan.
De zaak draait om Systeem Risico Indicatie. Dat is een programma waarmee verschillende overheidsinstellingen data aan elkaar kunnen koppelen. Het programma kan worden ingezet om fraude op te sporen in bepaalde gebieden. Als verschillende databronnen aan elkaar worden gekoppeld wordt er met algoritmes een berekening gemaakt van een burgers 'risicoindicatie', ofwel hoe groot de kans is dat hij of zij fraudeert met overheidssteun. Op basis daarvan kan de Inspectie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid of de Belastingdienst verder onderzoek doen.
Er komt veel kritiek op SyRI vanuit privacyorganisaties. Die vinden het middel veel te zwaar en zeggen dat het de privacy van onnodig veel burgers schaadt. Daarbij wordt vaak de term 'sleepnet' gebruikt, omdat het middel onder veel burgers wordt uitgegooid in de hoop een aantal fraudegevallen te pakken. Een ander punt van kritiek van de klagers is dat niet duidelijk is op welke basis een risicoindicatie wordt gemaakt. De overheid houdt de werking van de algoritmes geheim. Fraudeurs zouden daarmee het systeem kunnen omzeilen, is de redenering. De rechtszaak is aangespannen door het Platform Bescherming Burgerrechten, het Nederlands Juristen Comité voor Mensenrechten, de Stichting KDVP, de Landelijke Cliëntenraad en de stichting Privacy First. Daarnaast hebben schrijvers Maxim Februari en Tommy Wieringa zich bij het collectief aangesloten.
De kritiek komt niet alleen uit de burgerlijke hoek. Er zijn ook verschillende rechtsorganen en prominente ambtenaren tegen het plan. Zo sprak de Raad van State zich in 2012 uit tegen het plan omdat dat veel te breed was opgezet, en omdat er geen duidelijk doel was. Ook het toenmalige College Bescherming Persoonsgegevens, inmiddels de Autoriteit Persoonsgegevens, was erg kritisch. Vorige week sprak ook de VN-rapporteur voor extreme armoede zich uit tegen het programma. SyRI zou voor 'stigmatisering van arme burgers' zorgen.
Daar komt bovendien bij dat de vijf gevallen waarin SyRI tot nu is ingezet niet hebben geleid tot enig succes. In de meeste gevallen werd niet genoeg data verzameld, of ging de verzameling door technische problemen fout. Toen SyRI in Rotterdam zou worden ingezet sprak burgemeester Aboutaleb zich daar bovendien erg kritisch over uit en zette hij het programma stop. De rechtszaak begint dinsdag om 09.30, en loopt specifiek tegen het Ministerie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De minister daarvan is eindverantwoordelijk voor de inzet van het programma. De organisaties willen dat SyRI onwettig wordt verklaard.