Google heeft de details gepubliceerd van zijn demonstratie voor 'quantum supremacy'. De quantumchip van het bedrijf heeft in tweehonderd seconden een berekening uitgevoerd waarover een klassieke computer tienduizend jaar zou doen. IBM zet kanttekeningen bij de claim.
Google-ceo Sundar Pichai spreekt van een 'hello world'-moment en de grootste mijlpaal tot nu toe om quantum computing realiteit te maken. Het bedrijf publiceert de bevindingen van zijn demonstratie in een paper in Nature met de titel Quantum supremacy using a programmable superconducting processor. Daarin staat dat het onderzoeksteam zijn Sycamore-quantumprocessor met 53 qubits heeft gebruikt om een instantie van een quantumcircuit een miljoen keer te samplen. De quantumprocessor deed hier drie minuten en twintig seconden over, terwijl Googles benchmarks die tijd op zo'n tienduizend jaar schatten voor een moderne supercomputer op basis van klassieke computing.
Daarmee is volgens Google sprake van experimentele quantum supremacy. Quantumwetenschappers hanteren deze term om het punt aan te geven waarop quantumsystemen rekentaken kunnen voltooien die door klassieke computers niet meer binnen redelijke tijd voltooid kunnen worden. Tot nu toe waren de quantumberekeningen nog beperkt van aard en konden supercomputers deze simuleren. Wetenschappers verwachten dat bij quantumprocessors van voldoende omvang, vanaf zo'n vijftig qubits, het omslagpunt bereikt zou kunnen worden.
Google schrijft het behalen van dit quantum supremacy-punt toe aan de kwaliteit van zijn Sycamore-processor en dan met name de eigenschappen van de gates. De Sycamore-processor is opgebouwd uit 54 qubits die diagonaal in een raster zijn geplaatst en via speciale koppelingen verbonden zijn met vier buren. Google kan de mate van die koppeling aanpassen. Omdat een van de 54 qubits niet functioneerde, heeft Google de demonstratie met 53 qubits en 86 koppelingen verricht. De qubits betreffen zogenoemde transmons die werken op basis van supergeleiding.
De wetenschappers ontwierpen voor hun test een pseudo-random-quantumcircuit. Het samplen van de output van dat circuit leverde strings van bits met een bepaalde waarschijnlijkheid van willekeur op. Naarmate het aantal gebruikte qubits en gates toeneemt, wordt het voor klassieke computers exponentieel moeilijker om die waarschijnlijkheid te berekenen.
Bij pogingen om de berekening bij de Duitse Jülich- en Amerikaanse Summit-supercomputers gesimuleerd te krijgen, gooide gebrek aan werkgeheugen roet in het eten. Een beperktere berekening waarbij Summit, 's werelds krachtigste supercomputer, drie miljoen bitstrings samplet, zou een jaar duren. Bij gebruik van Google Cloud-servers zou de berekening 50 biljoen core-uren en een petawattuur aan energie kosten. "Om dit in perspectief te plaatsen: het kostte de quantumprocessor 600 seconden om het circuit drie miljoen keer te samplen, waarbij de snelheid werd gelimiteerd door de communicatie van controlehardware", aldus Google. De netto rekentijd zonder die limitatie zou slechts dertig seconden bedragen.
Volgens Google zijn de bevindingen van de demonstratie te gebruiken om bewezen willekeurige nummers te genereren. In de computingwereld worden random number generators voor tal van toepassingen, zoals beveiliging, gebruikt. Daarnaast verwacht Google dat er toepassingen voor machine learning en scheikunde mogelijk zijn.
IBM, dat zelf ook een quantumprocessor van 53 qubits heeft, publiceerde maandag in aanloop naar de aankondiging van Google al een bezwaar tegen de claim dat het moment van quantum supremacy bereikt zou zijn. IBM claimt dat een simulatie mogelijk is waarbij een klassieke computer er slechts tweeënhalve dag over doet, bij gebruikmaking van niet alleen werkgeheugen maar ook opslaggeheugen voor het opslaan en manipuleren van de berekening. Ook verklaart IBM geen voorstander van de term quantum supremacy te zijn, omdat quantumcomputers klassieke computers nooit zullen overheersen, maar eerder samenwerken met ieder hun eigen sterke punten.