De eerste resultaten van het gebruik van kunstmatige intelligentie bij cold cases zijn volgens de Nederlandse politie positief. Het doel is om kunstmatige intelligentie te gebruiken om cold cases te rangschikken en zo uit te zoeken welke cases mogelijk opgelost kunnen worden.
Minister Grapperhaus van Justitie schrijft dat in een brief aan de Tweede Kamer over de aanpak van cold cases. Vorig jaar werd bekend dat de Nederlandse politie van plan was om kunstmatige intelligentie in te zetten bij cold cases, zaken die de politie niet heeft kunnen oplossen, ook niet na grondig speurwerk. NOS.nl publiceerde daarover in mei.
Het doel van de inzet van kunstmatige intelligentie is om een ranglijst te maken van alle cold cases en zo te bepalen welke zaken waarschijnlijk de meest kansrijke sporen voor nader onderzoek bevatten. In de eerste fase van het experiment is gebruikgemaakt van data van enkele tientallen cold cases die gedigitaliseerd zijn. Deze gegevens zijn in een aparte politiedatabase geplaatst en met tekstmining en machine learning is de software getraind in het herkennen van forensische sporen.
De politie heeft de betrouwbaarheid en validiteit van de uitkomsten getoetst op enkele cold cases waarvan eerder handmatig een forensische screening is gedaan. Volgens de Kamerbrief zijn de eerste resultaten van het experiment positief. Er zijn momenteel ruim 1700 cold cases in Nederland. Dat zijn onopgeloste moorden of doodslagzaken, of zeer ernstige delicten waar een straf van twaalf jaar op meer op staat.
Of en wanneer het systeem in de toekomst daadwerkelijk zal worden ingezet, is nog niet bekend. De politie zegt dat nog niet in te kunnen schatten. De politie onderzoekt samen met het OM of en hoe de techniek kan worden doorontwikkeld. Als het systeem er daadwerkelijk komt, zal er altijd een menselijke beoordeling en beslissing volgen voor het in behandeling nemen van cold cases die zijn geselecteerd door de kunstmatige intelligentie.
Uit de brief blijkt ook dat de korpschef van de politie heeft besloten om gegevens te bewaren die volgens de bewaartermijn uit de Wet politiegegevens vernietigd hadden moeten worden. Volgens de korpschef is de bewaartermijn te kort voor coldcase-onderzoeken. Hoewel de gegevens niet zijn vernietigd, heeft de korpschef toegang tot de gegevens beperkt. Er zijn zogenaamde poortwachters aangewezen, alleen zij hebben toegang tot de data.
Minister Grapperhaus steunt de aanpak van de korpschef en stelt dat het momenteel beter is om de onvolkomenheid van de naleving van de wet te accepteren, omdat zo voorkomen wordt dat data vernietigd wordt die bij kan dragen aan cold cases. Eerder is aangekondigd dat de Wpg herzien wordt om een 'beter evenwicht te vinden voor het belang van een goede taakuitvoering en het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer'.