De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Nederlandse inlichtingendiensten AIVD en MIVD gegevens mogen blijven uitwisselen met buitenlandse inlichtingendiensten, met name de Amerikaanse NSA en de Britse GCHQ. Daarmee bevestigt de hoogste rechter een eerdere uitspraak.
Geen van de klachten die door de eisers in de zaak zijn aangevoerd, hebben tot gevolg dat de eerdere uitspraak uit 2017 van het hof Den Haag vernietigd moet worden, aldus de Hoge Raad. Daardoor kunnen de Nederlandse diensten doorgaan met het ontvangen van gegevens van buitenlandse inlichtingendiensten. De eisers in de zaak, onder meer Privacy First, de Nederlandse Vereniging voor Journalisten en de Nederlandse Vereniging voor Strafrechtadvocaten, hadden verschillende argumenten tegen de uitspraak van het hof ingebracht, zo blijkt uit de huidige uitspraak.
Ze vinden bijvoorbeeld dat de wettelijke basis voor het ontvangen van gegevens onvoldoende is en dat het hof een verkeerde uitleg van hun stellingen heeft gehanteerd. Ook zijn ze het er bijvoorbeeld niet mee eens dat het hof oordeelde dat ze te weinig hadden onderbouwd dat 'er concrete aanwijzingen zijn dat de NSA met schending van grondrechten gegevens vergaart'. De Hoge Raad gaat niet in de door de klagers aangedragen argumenten mee.
De klagers wilden met hun rechtszaak bereiken dat de rechter zou verklaren dat de Nederlandse staat in strijd handelt met de wet en internationale verdragen. Dat zou gebeuren door de inlichtingendiensten gegevens te laten ontvangen van buitenlandse diensten, die de gegevens op onrechtmatige wijze hebben verkregen. Daarbij verwijzen ze naar de onthullingen van klokkenluider Edward Snowden, waaruit zou blijken dat de NSA op grote schaal gegevens verzamelt en bijvoorbeeld bij Google en Facebook opvraagt. Daardoor zouden ook gegevens van Nederlanders in de handen van de dienst komen. Ze eisen dat de rechter de Nederlandse diensten verbiedt deze gegevens te ontvangen en dat mensen van wie de gegevens onrechtmatig zijn verkregen, worden geïnformeerd.
In de eerdere zaak zei het hof dat de eisers onvoldoende hard hebben kunnen maken dat de NSA inderdaad op onrechtmatige wijze aan zijn gegevens komt. Ook wilde het hof dat ze onderbouwden waarom de sinds de Snowden-onthullingen ingevoerde Amerikaanse wetswijzigingen tekortschieten. De Hoge Raad zegt daarover dat dit niet te veel was gevraagd. Daarmee hebben de klagers nu in drie instanties, inclusief de eerste uitspraak van de rechtbank in 2014, bot gevangen in deze zaak, die ook wel bekendstaat als 'Burgers tegen Plasterk' en in 2013 mede is aangespannen door Xs4all-oprichter Rop Gonggrijp, journalist Brenno de Winter en onderzoeker Mathieu Paapst.
Volgens de advocaat van de eisers, Christiaan Alberdingk Thijm, is dit echter niet het laatste station. Zo schrijft hij op Twitter: "We mogen eindelijk naar Straatsburg in burgers t. Plasterk. HR verwerpt cassatie. Kort gezegd: niet is bewezen dat de NSA iets heeft gedaan wat illegaal was." Daarna meldt hij dat het jammer is dat de Hoge Raad niet geoordeeld heeft of de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten voldoende grondslag biedt voor het ontvangen van de gegevens. Hij voegt daaraan toe: "Als je vindt dat de Snowden-onthullingen niet aantonen dat de NSA zijn boekje te buiten gaat, leef je wel in een parallel universum."