Boeing heeft laten weten dat het deze maand nog geen onbemande testvlucht zal uitvoeren met 'ruimtetaxi' Starliner. Tijdens een eerdere test van de abort motor waren er problemen. Het bedrijf zegt dat het eind dit jaar de testvlucht alsnog zal uitvoeren.
John Mulholland van Boeing heeft ook aangekondigd dat de eerste bemande vlucht van de ruimtecapsule, met astronauten aan boord, ook wordt opgeschoven; deze zal nu plaatsvinden ergens halverwege 2019. Volgens hem houdt de NASA rekening met deze data en zijn ze realistisch, schrijft Ars Technica.
Een voorname reden voor het uitstel is een probleem dat ontstond tijdens een test van de Starliner-capsule, waarbij de abort motor gedurende 1,5 seconden werd ontstoken. Dat ging goed, maar daarna bleken vier van de acht sluitringen vast te zitten en niet te sluiten zoals de bedoeling was. Daardoor lekte er hydrazine, een bestanddeel van raketbrandstof. Het probleem zou inmiddels zijn verholpen.
De abort motor is onderdeel van het lanceerontsnappingssysteem, dat er bijvoorbeeld bij een problematische lancering voor moet zorgen dat de ruimtecapsule met de bemanning zichzelf snel van de raket weglanceert. De test met dit systeem is opgeschoven naar de lente van 2019.
Boeing ontwikkelt de Starliner als onderdeel van NASA's Commercial Crew-programma, waarbij astronauten naar het ISS worden gevlogen met private ruimtecapsules. Starliner, die onder andere 600 onderdelen heeft die zijn gemaakt met 3d-printers, biedt plaats aan zeven astronauten en moet met de Atlas V-raket van United Launch Alliance omhoog gaan. Deze raket wordt over een aantal jaar uit dienst genomen, al is de capsule ook geschikt voor de Vulcan-raket, de opvolger van Atlas V.