De zelfrijdende auto's van Uber presteerden voor het ongeluk van vorige week al maanden minder goed dan de bedoeling was. Back-upbestuurders moesten nog met relatief grote regelmaat ingrijpen.
Uit een document, dat in handen is van The New York Times, blijkt dat Uber moeite had om zijn doel om niet vaker dan eens per 21 kilometer in te moeten grijpen, te kunnen halen. De autonome auto's van Google konden vorig jaar daarentegen ongeveer 9000 kilometer rijden voordat een ingreep nodig was.
Volgens The New York Times hadden de auto's al langer moeite om door gebieden met wegwerkzaamheden of naast grote vrachtwagens te rijden. Het project stond onder druk, omdat de ceo van Uber, Dara Khosrowshahi, mogelijk in april zou meerijden in een autonome auto en de ontwikkelaars hem een probleemloze rit wilden geven.
Vorige week kwam een zelfrijdende auto van Uber in een ongeluk terecht met een overstekende voetganger. De voetganger kwam daarbij om het leven. Uit onderzoek bleek dat de back-upbestuurder niet goed aan het opletten was, maar dat het ongeluk moeilijk te voorkomen was geweest. De voetganger stapte namelijk vanuit de schaduw de weg over en was pas op het laatste moment zichtbaar. Met de Lidar-sensors van de auto had de voetganger overigens wel waargenomen kunnen worden. Waarom dit niet gebeurde, is niet duidelijk.
De Uber-auto die bij het ongeluk betrokken was