Een federale rechter in de VS heeft LinkedIn bevolen om niet langer de toegang tot publiekelijk beschikbare profielgegevens te beperken. Het bedrijf hiQ Labs heeft deze data nodig voor zijn businessmodel, maar LinkedIn had blokkades ingesteld tegen het scrapen van de gegevens.
De Amerikaanse rechter heeft een tijdelijk bevel aan LinkedIn opgelegd waarin het bedrijf wordt verboden om nog langer hiQ te hinderen in het scrapen van de publieke profielen op LinkedIn. Dat meldt Reuters. In het rechterlijke vonnis wordt LinkedIn bevolen om binnen 24 uur te stoppen met het hinderen van hiQ en de eventuele barrières weg te halen. Volgens hiQ heeft LinkedIn speciale technologie ingesteld om het scrapen van de publieke profielen te verhinderen.
De start-up hiQ is gespecialiseerd in het verkopen van statistische analyses van de werknemers van bedrijven. Het bedrijf gebruikt daarvoor geautomatiseerde scripts, die afhankelijk zijn van de informatie van de publiekelijk beschikbare profielen op LinkedIn. De algoritmes van hiQ kunnen bijvoorbeeld bepaald gedrag van werknemers voorspellen, zoals wanneer iemand ontslag neemt.
Volgens de rechter wordt hiQ direct in zijn voortbestaan bedreigd door de handelwijze van LinkedIn. De stelling van LinkedIn dat hiQ met het verzamelen van de gegevens een overtreding heeft begaan die wordt bestraft onder een Amerikaanse wet inzake computerfraude, is door de rechter afgewezen. Volgens de rechter gaat het namelijk om publiekelijk beschikbare informatie, waarvoor geen autorisatie nodig is. De rechter heeft geen definitief oordeel uitgesproken over de claim van hiQ dat LinkedIn door de blokkade de Amerikaanse mededingingsregels heeft geschonden.
LinkedIn stelt dat hiQ zonder toestemming te vragen informatie van mensen en organisaties verzamelt en op illegale wijze de antiscraping tools van LinkedIn omzeilt. The Register meldt dat LinkedIn vermoedelijk enkele deals met soortgelijke bedrijven heeft gesloten om de profielpagina's te analyseren. Daarnaast vindt LinkedIn dat hiQ met de dataverzameling de privacy van LinkedIn-gebruikers schendt.
Een woordvoerder van hiQ noemde de uitspraak een belangrijke overwinning voor bedrijven die afhankelijk zijn van openbaar beschikbare informatie. HiQ vindt dat publieke data voor iedereen toegankelijk moet blijven en dat innovatie op het internet niet moet worden verhinderd door een kleine groep machtige bedrijven. Een woordvoerder van een andere start-up gaf aan dat als LinkedIn het mogelijk maakt voor zoekmachines om de profielen te indexeren, de informatie ook gewoon beschikbaar moet zijn voor iedereen.
LinkedIn gaf aan teleurgesteld te zijn in de uitspraak en dat deze mogelijk wordt aangevochten. Een woordvoerder zei dat de zaak nog niet voorbij is en dat LinkedIn zal blijven vechten voor de controle die leden van het platform hebben over de informatie die ze beschikbaar maken op LinkedIn.
De uitspraak behelst een tijdelijk verbod op de blokkade die LinkedIn had ingesteld. Dat betekent dat hiQ voorlopig kan doorgaan met het verzamelen van data, maar of dat definitief zo blijft, hangt af van de eventuele nieuwe rechterlijke procedures.