Ruimtesonde Rosetta legde donderdag het moment vast waarop komeet 67P/Tsjoerjoemov-Gerasimenko het dichtst bij de zon kwam. Om drie minuten over vier Nederlandse zomertijd in de nacht van woensdag op donderdag stond de komeet slechts 186 miljoen kilometer van de zon.
Rosetta kwam een jaar geleden op 6 augustus aan bij de komeet. Sindsdien hebben de twee samen met ruimtelander Philae 750 miljoen kilometer afgelegd. Doordat de komeet nu dicht bij de zon staat en steeds meer zonnewarmte opvangt, warmt het geheel op. Door de warmte spuiten gas, stoom en ijs met een steeds grotere snelheid de ruimte in, schrijft de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Door de opwarming worden de coma, de wolk gas rond een komeet of 'atmosfeer', en de staart steeds groter en indrukwekkender.
De intensiteit is nu op zijn hoogst en blijft dat de komende weken. Rosetta maakte daar mooie beelden van. De beelden zijn geschoten vanaf ongeveer 327 kilometer afstand, een uur voordat het zogenaamde perihelium bereikt werd. Het perihelium is het moment waarop een object dat rond de zon gaat in een elliptische baan, het dichtst bij de zon staat.
Astronomen hebben berekend dat de komeet nu tot zo'n 300 kilogram waterdamp per seconde uitspuwt, duizend keer meer dan toen Rosetta een jaar geleden aankwam bij de komeet. Vermoedelijk komt er ook zo'n 1000kg stof per seconde vrij, wat het leven voor Rosetta niet veiliger maakt. Door alle uitstoot van stof en gruis moesten de astronomen de sonde steeds verder verwijderen van de komeet.