Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft een wetsvoorstel gepresenteerd waarin de politie vergaande bevoegdheden krijgt om verdachten te hacken, zelfs als zij in het buitenland zijn. Volgens de minister zijn de maatregelen nodig, maar ze zijn ook omstreden.
Een van de meest vergaande wijzigingen in het voorstel is de bevoegdheid voor de politie om op afstand een 'geautomatiseerd werk' binnen te dringen om inlichtingen te verzamelen. Volgens de minister is dat nodig omdat veel internetverkeer is versleuteld, en daarom lastig kan worden afgetapt. Door op het apparaat zelf binnen te dringen, kan de encryptie worden omzeild en kan de communicatie toch worden onderschept.
In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat de politie een computer mag binnendringen om bijvoorbeeld Skype-verkeer te onderscheppen. Normaliter is dat verkeer versleuteld. Ook mogen bestanden van de computer worden gehaald en encryptiesleutels worden achterhaald. De politie zou echter ook smartphones mogen binnendringen, bijvoorbeeld om de locatie van een verdachte te achterhalen of om te kijken met wie de verdachte precies contact heeft. Daarbij houdt de politie zich ook het recht voor om iemand te hacken als zijn of haar fysieke locatie onduidelijk is, en de verdachte zich dus in het buitenland zou kunnen bevinden.
Een andere vergaande voorgestelde bevoegdheid is het 'decryptiebevel', waarbij verdachten kunnen worden gedwongen om hun encryptiesleutels vrij te geven. Dat kan alleen als iemand wordt verdacht van medeplichtigheid aan terrorisme en van bezit of vervaardiging van kinderporno. Als iemand weigert mee te werken aan een decryptiebevel, kan hij een celstraf van maximaal drie jaar krijgen. Volgens critici is dit voorstel in strijd met het recht voor verdachten om niet aan de eigen veroordeling te hoeven meewerken. Overigens kan het in geval van terrorisme voor verdachten dan aantrekkelijker zijn om niet mee te werken met het decryptiebevel, omdat op terrorisme veel hogere celstraffen staan.
Daarnaast wil de minister de politie de bevoegdheid geven om op afstand gegevens op internet ontoegankelijk te maken. Internetproviders kunnen dan bijvoorbeeld worden gevorderd om de gegevens te verwijderen. Daartoe is wel een machtiging van de rechter-commissaris vereist. Tot slot wordt de heling van 'door misdrijf verkregen gegevens', zoals gestolen creditcardnummers, strafbaar. Op dit moment is alleen de heling van fysieke gestolen goederen strafbaar.
Het wetsvoorstel is nu ter consultatie aangeboden, wat betekent dat organisaties en burgers er hun reactie op kunnen geven. Volgens woordvoerder Wiebe Alkema van het Ministerie van Veiligheid en Justitie hoopt de minister het wetsvoorstel nog dit jaar aan de Tweede Kamer te kunnen aanbieden. Na de consultatieronde moeten de ministerraad en de Raad van State zich er nog over buigen, voordat het aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.
Simone Halink van burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom reageert skeptisch. "De minister schrijft dat de grondrechten moeten worden gewaarborgd, maar onduidelijk is hoe dat moet gaan gebeuren", aldus Halink. "De voorbeelden die worden genoemd zijn best heftig, bijvoorbeeld de vergaande bevoegdheid om in te breken op smartphones en iemands locatie te achterhalen."
De burgerrechtenorganisatie vreest daarnaast de gevolgen als de Nederlandse politie buitenlandse computers gaat hacken. Buitenlandse mogendheden zouden dan ook eerder geneigd kunnen zijn om Nederlandse pc's te hacken, en 'mogelijk hebben die een andere definitie van cybercrime dan wij', zegt Halink. Volgens Halink heeft de Nederlandse politie nu al veel bevoegdheden, die straks nog verder zouden worden uitgebreid. Eerder al tekende een internationale coalitie van burgerrechtenorganisaties protest aan tegen de wetgeving.