De rechtbank in Rotterdam heeft een man tot twee jaar cel veroordeeld voor het bezit van virtuele kinderporno. Vorig jaar werd iemand daarvoor nog vrijgesproken, maar de rechter denkt dat virtuele kinderporno iemand kan aanzetten tot misbruik.
De veroordeelde, een 56-jarige man uit Rotterdam, moet van de twee jaar cel in ieder geval anderhalf jaar uitzitten; de overige zes maanden zijn voorwaardelijk, met een proeftijd van zeven jaar. Volgens de rechter is het bezit van virtuele kinderporno strafbaar, zelfs als er op dergelijke animaties of afbeeldingen geen echte kinderen te zien zijn. In het wetsartikel dat afbeeldingen en films van kinderporno verbiedt, wordt dat onderscheid namelijk niet gemaakt.
Volgens de rechter is het doel van het verbieden van kinderporno niet enkel om de kinderen die er op voorkomen te beschermen, maar ook om kinderen in het algemeen te beschermen tegen misbruik. Uit het vonnis blijkt dat de rechter denkt dat virtuele kinderporno mensen kan aanzetten tot het misbruiken van kinderen. Dan moet het echter wel om realistische afbeeldingen gaan en moeten ze, al dan niet in combinatie met bijvoorbeeld obscene teksten, bedoeld zijn om mensen op te winden. Een animatie of tekening van een naakt kind is dus op zichzelf niet strafbaar.
Het vonnis lijkt rechtstreeks in te gaan tegen een uitspraak van een rechter in Den Bosch, in maart 2010. Die rechter sprak een man juist vrij voor het bezit van virtuele kinderporno, maar daarbij was volgens de rechter duidelijk dat de afgebeelde virtuele kinderen niet echt waren. In 2008 werd iemand daar juist wel weer voor veroordeeld, ook omdat het zou kunnen aanzetten tot misbruik. De 56-jarige veroordeelde kan nog in beroep gaan tegen zijn straf.