Van alle Europese landen hebben Nederland en het Verenigd Koninkrijk de effectiefste regulering van de telecommarkt, is de conclusie van onderzoek dat is uitgevoerd door de ECTA. België scoort op de ranglijst beduidend slechter.
De European Competitive Telecommunications Association beoordeelt jaarlijks het telecomtoezicht in de 18 EU-lidstaten, Noorwegen en Turkije. De nieuwe ranglijst van de organisatie verschilt niet veel van die van vorig jaar, toen Nederland en het Verenigd Koninkrijk ook een schouderklopje kregen. De tweede positie op de lijst is een opsteker voor telecomregulator OPTA, maar ook het ministerie van Economische Zaken, dat verantwoordelijk is voor de telecommuniatierichtlijnen, is trots op de hoge klassering.
Nederland is het land dat de meeste vooruitgang heeft geboekt in het voorkómen van concurrentieproblemen bij nieuwegeneratienetwerken, zoals glasvezel. Ook scoort Nederland goed op het gebied van toegang tot de telecommarkt voor nieuwkomers, en de markt voor vaste telefonie behoort, net als die van het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Noorwegen, tot de meest competitieve. Ten slotte zouden op de Nederlandse markt de beste mogelijkheden voor aanleg en uitbreiding van netwerken bestaan.
Belgie bungelt onderaan de lijst en laat alleen Slovenië, Griekenland, Tsjechië, Polen en Turkije achter zich.De ECTA bekritiseert vooral het gebrek aan wettelijke slagkracht en het belang dat de Belgische overheid in marktleider Belgacom heeft. Daardoor wordt het werk van telecomwaakhond BIPT bemoeilijkt, zo meent de ECTA.