Van de 600 miljoen op het internet aangesloten computers maken tussen de 100 en 150 miljoen deel uit van een botnet, zo stelt internetpionier Vint Cerf. 'Criminelen bedreigen de toekomst van het web', zo luidt de boodschap.
De opkomst van botnets wordt door Cerf vergeleken met een pandemie. De tcp/ip-pionier, tegenwoordig werkzaam als 'Chief Internet Evangelist' bij Google, wijst ondanks zijn waarschuwende woorden op de taaiheid van het internet. 'Ondanks de besmettingen werkt het net nog, wat eigenlijk verbazingwekkend is', aldus Cerf. In de meeste gevallen hebben gebruikers geen flauw benul wat hun pc allemaal uitvreet, wat uiteen kan lopen van het deelnemen aan ddos-aanvallen op websites tot online fraude en het versturen van spam. Wat dat laatste betreft zijn de activiteiten van botnets niet altijd voor de hand liggend. Zo verstookte een botnet op een gegeven moment vijftien procent van Yahoo's zoekcapaciteit om willekeurige stukjes tekst van het web te plukken - die moesten dienen om spamberichten te camoufleren zodat ze voorbij de filters konden.
Cerf nam op het World Economic Forum deel aan een panel, dat verder bestond uit computerbouwer Michael Dell, wetenschapper Jon Zittrain en New York Times-journalist John Markoff. De panelleden waren naar verluidt ondersteboven van het botnetaandeel van 25 procent waar Cerf mee aankwam, en stelden dat het nog te makkelijk voor criminelen is om besturingssystemen te besmetten en hun activiteiten op het net verborgen te houden. Vooral wat dat laatste betreft heerste er evenwel onzekerheid wat daaraan dient te gebeuren. 'Anonimiteit is waardevol, en dit is een van de risico's', aldus Zittrain. Michael Dell herhaalde de vorig jaar door zijn collega Kevin Kettler uitgesproken mening dat een oplossing tegen hardnekkige trojaninfecties wellicht te vinden is in het gebruik van virtuele wegwerpbesturingssystemen.