De helft van alle zombie-pc's wereldwijd maakt verbinding via een van slechts vijftig grote isp's, blijkt uit onderzoek van de TU Delft. Bij een actief afsluitbeleid van die providers zou de hoeveelheid spam drastisch worden teruggedrongen.
De onderzoekers analyseerden de herkomst van 63 miljard spamberichten over een periode van vier jaar. De computers die de berichten uitsturen, zijn vrijwel altijd geïnfecteerd en maken deel uit van een botnet. Het onderzoeksteam ontdekte bij het bestuderen van de bijbehorende ip-adressen dat slechts tien isp's verantwoordelijk zijn voor 30 procent van het aantal botnet-pc's. "De helft van het aantal geïnfecteerde systemen kon aan vijftig providers worden gelinkt en tweehonderd isp's zorgden voor ongeveer tweederde van het totaal", vertelt Michel van Eeten. Hij is verbonden aan de Faculteit Techniek, Bestuur en Management van de TU Delft en deed het onderzoek samen met medewerkers van de Michigan State Universiteit, in opdracht van de OESO.
"Het opvallende is dat zo'n groot deel van de botnets zijn werk via een relatief beperkt aantal isp's doet. Deze providers zijn bovendien niet van het verwachte malafide type; het gaat om huis-tuin-en-keuken-isp's. Die zijn vatbaar voor overheidsbeleid en dat maakt het probleem behapbaar", vertelt Van Eeten.
De vijf grote Nederlandse providers maken deel uit van de groep van tweehonderd providers die voor tweederde van alle geïnfecteerde machines zorgen. KPN voert de ranglijst van Nederlandse providers aan en zit bijna in de top 50. "De isp's van de top 50 zitten allemaal in grote landen als de VS, Duitsland, China en Brazilië", aldus Van Eeten. De hoogleraar werkt in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken aan een nieuw project, dat voortborduurt op het OESO-onderzoek en dat de Nederlandse markt specifieker onder de loep neemt.
Van Eeten vindt dat niet te snel moet worden geconcludeerd dat de oplossing ligt in het opleggen van een verplichting aan isp's om geïnfecteerde systemen af te sluiten. "Zij hebben het probleem niet veroorzaakt. Als ze inderdaad overgaan tot afsluiten, zitten ze met een grote kostenpost die dan waarschijnlijk aan de consument wordt doorberekend. Afgesloten klanten gaan immers met de klantenservice bellen en zullen met een schoon systeem weer online moeten. Klantencontact vormt nu al hun grootste kostenpost op het gebied van beveiliging."
De hoogleraar gelooft dat isp's de druk voelen en vanzelf actiever gaan bestrijden als het probleem zichtbaar wordt gemaakt. "Ze hebben vorig jaar zelf in een antibotnet-convenant vastgelegd dat ze meer gaan doen in de strijd tegen botnets. Dat is tot nu toe maar mondjesmaat gebeurd. Wellicht dat ze nu tot een besef komen van de omvang van de rol die ze kunnen spelen."
Hij ziet ook wel degelijk een rol voor de overheid weggelegd: "In Duitsland heeft de overheid samen met enkele isp's besloten een callcenter voor afgesloten abonnees in te stellen. Hiermee zijn de kosten deels verplaatst." Ook lijkt het onderzoek te bevestigen dat overheidsinspanning om botnets terug te dringen werkt. "De landen die de overeenkomst van de Cybercrime Convention hebben getekend, lijken iets beter te scoren."
Het onderzoek van de TU Delft en de Michigan State University komt over twee weken online beschikbaar en wordt volgende maand gepresenteerd tijdens de Workshop on the Economics of Information Security aan de Harvard University.