Voor deze test ontvingen we zowel Sandisk- als WD-ssd’s, maar eigenlijk is dat onderscheid tussen dochter- en moederbedrijf in dit geval weinig relevant. De Sandisk SSD Plus wordt immers ook verkocht als WD Green, terwijl je de WD Blue 3D ook kunt kopen als Sandisk Ultra 3D. Wel moet je erop bedacht zijn dat de Sandisk SSD Plus en WD Green echte budget-ssd’s zijn waarvan de gebruikte componenten niet vaststaan.
Onze exemplaren van de Sandisk SSD Plus en WD Green waren uitgerust met een controller en flashgeheugen van eigen makelij, aangestuurd als tlc. Zelfs dat laatste staat niet in de officiële specsheet – er schijnen ook modellen in omloop te zijn met qlc-geheugen. De garantieperiode is met drie jaar aan de magere kant.
De WD Blue 3D is een luxere SATA-ssd, met dezelfde Marvell-controller als in de Kingston KC600 en 64-laags 3d-nand uit de fabrieken die WD en Kioxia delen. In tegenstelling tot bij de SSD Plus-serie kun je rekenen op een DRAM-cache, waarvan de grootte varieert met de capaciteit van de ssd. Ons 1TB-model was voorzien van 1GB cache. Ook de garantievoorwaarden zijn met vijf jaar of 400 cycles tbw een stuk beter.