Inleiding
Wie nu naar de winkel gaat voor een gamemonitor, komt over het algemeen terug met een scherm dat tussen de 100 en 165 beelden per seconde kan laten zien. Dergelijke schermen zijn er intussen in allerlei formaten en met uiteenlopende resoluties en paneeltechnieken: tn-, ips- en va-panelen van full hd tot en met 4k. Wil je een nóg sneller scherm, dan is een 240Hz-monitor zo’n beetje het hoogst haalbare, hoewel er ook al 360Hz-schermen zijn getoond. De eerste schermen met deze refreshrate verschenen een jaar of drie geleden. Sindsdien hadden vrijwel alle 240Hz-schermen dezelfde eigenschappen, dankzij een tn-paneel met een full-hd-resolutie van paneelfabrikant AU Optronics. Je kon dan nog kiezen uit een diagonaal van 24,5 inch en een van 27 inch.
Dit jaar komen de ontwikkelingen in de 240Hz-categorie eindelijk in een stroomversnelling nu andere paneelfabrikanten als LG Display en Samsung instappen, en AUO zelf ook met nieuwe opties komt. In dit artikel stellen we alvast zeven nieuwe 240Hz-schermen op de proef.
Hogere resoluties, hogere refreshrates, nieuwe paneeltypen
Nu paneelfabrikanten nieuwe opties beschikbaar hebben, is 240Hz eindelijk niet langer het exclusieve domein van tn-panelen. Die staan weliswaar bekend om hun snelle responstijd, maar niet noodzakelijk om hun beeldkwaliteit. Zowel AUO als LG komt dit jaar met panelen van het ips-type die 240 beelden per seconde laten zien, maar belooft daarbij ook een bredere kijkhoek en een betere kleurweergave. Samsung zet intussen in op vertical alignment, dat juist een hoog contrast mogelijk maakt. Alle Samsung va-panelen met extra hoge refreshrate zijn bovendien gebogen, waar de concurrentie enkel platte panelen levert.
:strip_exif()/i/2003837764.jpeg?f=imagenormal)
De 49"-Odyssey G9 C49G95T is de grootste 240Hz-monitor die je nu kunt kopen
Ook op het vlak van formaat en resolutie heb je er sinds vorig jaar extra opties bijgekregen als je kiest voor 240Hz. Twee van de schermen in deze test hebben een wqhd-resolutie, waardoor deze schermen een stuk scherper zijn dan de huidige full-hd-opties. Deze monitoren, de AOC AG273QZ en Samsung Odyssey G7 C27G75T, zijn gebaseerd op tn- en va-panelen. Later dit jaar moeten ook de eerste wqhd-ips-schermen met 240Hz-refreshrate verschijnen. Wil je een nog groter scherm met meer pixels? Samsung heeft inmiddels een 240Hz-versie van zijn 49"-‘superwide’ in het schap met 5120x1440 pixels, ofwel twee keer wqhd: de Odyssey G9 C49G95T. De fabrikant heeft ons al een sample toegezegd, maar voor deze test was die nog niet beschikbaar.
Naast schermen met een hogere resolutie hebben we ook één scherm in deze test opgenomen met een nóg hogere refreshrate: de Asus TUF Gaming VG279QM, waarvan het ips-paneel door middel van een overklok tot 280Hz reikt. Het einde van de race om de snelste refreshrate is nog zeker niet in zicht, want MSI, Asus, Acer en Dell (Alienware) hebben elk alweer een 360Hz-monitor in de pijplijn zitten. Deze schermen hebben een diagonaal van 24,5 inch en een full-hd-resolutie, waarbij de exemplaren van MSI, Acer en Asus een G-sync-scaler krijgen, terwijl de Dell-monitor Freesync ondersteunt. Deze monitoren moeten later dit jaar in de winkels liggen, het scherm van Asus zelfs al eind deze maand.
Monitorreviews op Tweakers
Op 1 september hebben we aangekondigd dat Tweakers een nieuwe redactionele koers gaat varen, met de focus op meer verschillende productgroepen, zoals componenten en monitoren, waarover op deze site eerder weinig reviews verschenen. Deze vergelijkingstest is een voorbeeld van die nieuwe koers.
Voor de testprocedure kunnen we gelukkig leunen op de jarenlange ervaring van Hardware Info, maar we staan open voor jullie suggesties voor toekomstige reviews. Heb je ideeën voor nieuwe tests of zaken waarvan je zou willen dat we ze in een review uitzoeken, laat het vooral weten.
Testveld en testprocedure
Zowel Samsung als LG stuurde ons voor een eerdere test van vier 240Hz-monitoren zijn destijds nieuwste model op: de Samsung C27RG50 en de LG 27GN750. Beide zijn voorzien van nieuwe va- en ips-panelen uit eigen stal. We lieten die twee het opnemen tegen de BenQ Zowie XL2746s op basis van een tn-paneel. En passant bespraken we de AOC Agon AG273QZ, eveneens voorzien van een tn-paneel en een van de eerste 240Hz-schermen met een wqhd-resolutie.
Voor dit artikel hebben we, naast het eerder besproken aanbod, drie nieuwe schermen meegenomen. De AOC C27G2ZU en de Asus TUF Gaming VG279QM hebben beide een full-hd-resolutie, waarbij de eerste gebruikmaakt van een va-paneel en het tweede scherm een ips-type paneel aan boord heeft. De Samsung Odyssey G7 LC27G75T heeft net als de AOC Agon AG273QZ een wqhd-resolutie, maar een va-paneel. Hieronder bespreken we alle schermen in het testveld kort individueel.
AOC Agon AG273QZ
De AG273QZ valt onder AOC's Agon-line-up van gamemonitoren, maar ziet er voor een luxe spellenscherm nog vrij ingetogen uit. Met een vanafprijs van 659 euro is dit de duurste monitor in deze test. De kast om het vlakke, driezijdig ‘randloze’ paneel is goeddeels matzwart uitgevoerd en behalve de rode Agon-logo's zijn er geen kleuraccenten aanwezig. Mocht je toch behoefte hebben aan een beetje kleur: de achterzijde rondom de voet is voorzien van een ring met rgb-verlichting.
Nuttigere extraatjes vind je in de vorm van een usb 3.0-hub, geïntegreerde haken aan de zijkant voor je headset en ook een bekabelde ‘afstandsbediening’ om door het menu te bladeren. In de vorm van twee hdmi 2.0- en twee displayport 1.4-aansluitingen zijn liefst vier beeldingangen beschikbaar. Fijn is ook de solide, zilvergrijze, metalen voet. Die biedt alle verstelmogelijkheden, zoals draaien, roteren en hoogteverstelling.
AOC C27G2ZU
De C27G2ZU van AOC is geen Agon-scherm en daarmee nog wat eenvoudiger vormgegeven dan de AG273QZ. De hele behuizing van het gekromde scherm is gemaakt van matzwart plastic, waarbij aan alle kanten rode accenten zijn aangebracht. Behalve die gekleurde strepen en de driepoot onder het paneel lijkt de constructie verder veel op die van een standaardkantoormonitor. In tegenstelling tot bij de andere goedkopere schermen is er naast 1x displayport 1.2 en 2x hdmi 2.0 ook een usb-hub aanwezig, evenals een setje simpele luidsprekers. Ook heeft AOC het scherm voorzien van een in hoogte verstelbare voet, wat de nauwelijks goedkopere Samsung C27RG50 niet heeft. De bediening van het scherm verloopt via een set knopjes die rechts in de onderrand zijn verstopt.
De C27G2ZU is, afgezien van het scherm van Samsung, de goedkoopste monitor in dit overzicht. Mocht je nog twee tientjes willen besparen, dan kun je de C27G2ZE overwegen, de allergoedkoopste 27"-240Hz-monitor die momenteel beschikbaar is. Dit scherm staat op een simpelere voet waarop het paneel enkel kan kantelen. De luidsprekers en usb-hub zijn weggelaten, maar het paneel is gelijk aan dat van de hier besproken C27G2ZU. Wij zouden gezien het geringe prijsverschil de duurdere versie aanbevelen.
Asus TUF Gaming VG279QM
Asus' duurdere ROG-gamemonitoren hebben vaak een nogal drukke vormgeving, vol met kleuren, texturen en knipperende lampjes. De goedkopere TUF-serie ziet er net wat soberder uit, al ziet de TUF Gaming VG279QM, vanaf 359 euro, er zeker niet goedkoop uit. Aan de achterzijde is de kast afgewerkt met geometrische patronen en accenten; de randen aan de voorkant zijn vrij smal, maar liggen net niet op dezelfde hoogte als de rest van het vlakke paneel, zoals bij veel andere moderne monitoren.
Hoewel Asus gelukkig niet heeft bespaard op een mooie, in hoogte verstelbare voet, zijn er verder niet veel extra's aanwezig. Behalve de drie beeldingangen, 2x hdmi 2.0 en 1x displayport 1.2, is er bijvoorbeeld geen usb-hub, net als bij de Samsung C27RG50. De bediening van het menu verloopt via knoppen en een joystickje die rechtsachter het paneel zijn verstopt. Naar ons idee is dat niet de handigste locatie.
BenQ Zowie XL2746s
De BenQ Zowie XL2746s maakt anno 2020 een wat ouderwetse indruk door de brede, verhoogde plastic randen rondom het paneel. Ook de vanafprijs van 620 euro is ouderwets hoog, nu je de Samsung Odyssey G7 LC27G75T zelfs voor een tientje minder kunt bemachtigen. Bouw en afwerking van de BenQ Zowie XL2746s zijn tenminste uitstekend. De stevige metalen voet heeft een draaghendel aan de bovenkant en beschikt over alle verstelmogelijkheden: hoogteverstelling, draaien, kantelen en roteren.
Naast de drie beeldingangen, tweemaal hdmi 2.0, één keer displayport 1.2, heeft de XL2746S aan de linkerzijkant een ingebouwde usb 3.0-hub met twee poorten. Daar bevindt zich ook een uittrekbare koptelefoonhouder, alsmede twee 3,5mm-aansluitingen voor koptelefoon en microfoon. Langs de zijkanten kun je twee kleppen bevestigen tegen invallend licht, iets wat vaker terug te vinden is op schermen voor grafici. Net als een aantal andere BenQ-monitoren heeft ook de XL2746s een hockeypuckvormige, bekabelde afstandsbediening voor het bedienen van het menu, zodat je de knopjes op de onderrand niet hoeft te gebruiken.
LG 27GN750
De LG 27GN750 is met 362 euro nipt duurder dan de 'prijsknallers' van Samsung en AOC met een va-paneel. Net als BenQ heeft de fabrikant gekozen voor een zwart-roodkleurenthema, met een ring rondom de bevestiging van de voet, die overigens niet kan oplichten. De vormgeving is modern, met smalle schermranden links, rechts en aan de bovenkant die vlak liggen met de rest van het paneel. Het scherm staat op een slanke, in hoogte verstelbare voet met spitse poten. Het geheel is voldoende robuust, maar de bouwkwaliteit van de duurdere schermen, zeker de BenQ Zowie XL2746s, lijkt wel wat beter.
Tot de direct naar achter wijzende aansluitingen behoren de drie beeldingangen (tweemaal hdmi 2.0, eenmaal displayport 1.4), een usb 3.0-hub met twee poorten en een aansluiting voor de, helaas externe, voeding. Net als bij de schermen van Samsung bedien je het menu via een vijfwegjoystickje dat centraal onder het logo is geplaatst.
Samsung C27RG50
De Samsung C27RG50 is met een vanafprijs van 300 euro het goedkoopste scherm in dit overzicht. Dat merk je aan de bouwkwaliteit; die voelt wat lichter aan dan bij de andere testdeelnemers. Het gekromde paneel heeft smalle randen die net als bij LG vlak liggen met het paneel; het enige accent wordt gevormd door de donkergrijze, onderste bezel. De rest van de kast is geheel matzwart uitgevoerd, met geribbelde accenten op de achterkant, die een wat goedkope indruk maken.
Als enige heeft Samsung helaas bezuinigd op een in hoogte verstelbare voet. Op de meegeleverde voet kan het scherm enkel kantelen en dat is voor dit bedrag wel wat pover, zeker aangezien AOC het voor slechts een tientje extra voor elkaar krijgt een soortgelijke monitor mét verstelbare voet te leveren. Over een usb-hub beschikt de C27RG50 evenmin; wel over drie beeldingangen (2x hdmi 2.0, 1x displayport 1.4) en een externe voeding. De bediening van het menu verloopt via een joystick onder het paneel.
Samsung Odyssey G7 LC27G75T
De Odyssey G7 LC27G75T is Samsungs nieuwe paradepaardje op het 27"-formaat. Bouwkwaliteit en featureset staan daarmee op een ander plan dan bij de C27RG50, de prijsstelling uiteraard ook. Toch is de Odyssey G7 LC27G75T, gelet op de algehele featureset, niet overdreven duur. Het scherm heeft zelfs een lagere vanafprijs dan de full-hd-monitor van BenQ. Voor 610 euro krijg je niet alleen een scherm met 77 procent meer pixels dan het gros van de 240Hz-schermen, maar ook de belofte van (relatief) goede hdr-ondersteuning in de vorm van een Vesa DisplayHDR600-certificering.
Opvallend aan de Odyssey G7 LC27G75T is vooral de enorm scherpe 1000R-kromming, waardoor de hele Odyssey-line-up wordt gekenmerkt. Daar moet je van houden. Voor games kan het de immersie misschien verhogen; wij vinden de vertekening op de desktop wat te veel van het goede. De bezels van de Odyssey G7 LC27G75T liggen net als bij veel andere moderne schermen vlak met het paneel, wat een 'randloos' ontwerp oplevert. Centraal ontwerpelement aan de achterkant van het scherm is de ring van semitransparant plastic rondom de bevestiging tussen paneel en de in hoogte verstelbare voet. Die kun je net als de 'luchthappers' aan de voorkant in diverse kleuren laten oplichten. Op het vlak van aansluitingen vind je twee displayport 1.4-ingangen en één hdmi 2.0-exemplaar, alsmede een tweepoorts-usb-hub. Het menu kan net als bij de C27RG50 worden bediend via een centraal geplaatst joystickje.
Samsung Odyssey G7 LC27G75T: flikkering tijdens gebruik van G-sync?
Op diverse fora, waaronder het topic op GoT, zijn over de nieuwe Odyssey-serie klachten te lezen over het optreden van flikkeringen tijdens het gebruik van G-sync. Dat is opmerkelijk, aangezien Nvidia deze schermen van het 'G-Sync Compatible Certified'-logo heeft voorzien. Op het eerste vroege sample dat Samsung ons van de Odyssey G7 LC27G75T stuurde, kwamen we dit effect inderdaad tegen, maar wel onder vrij specifieke omstandigheden. Zo was de flikkering vooral zichtbaar op een donkergrijze achtergrond en wanneer de framerate snel fluctueerde, maar veel minder goed op helderdere kleuren of bij een minder sterk schommelende framerate.
Nadat we Samsung van het probleem op de hoogte hadden gesteld, stuurde de fabrikant ons een tweede sample toe, dat uit een latere productiebatch zou komen. Dit scherm bleek bij dezelfde test geen last meer te hebben van geflikker tijdens het gebruik van G-sync, ook in de bovengenoemde omstandigheden. Mocht je op je eigen monitor last hebben van dit probleem, dan kan het dus helpen om hem om te ruilen voor een ander exemplaar. Bij gebruik van Freesync met de AMD-kaart in ons testsysteem traden op onze samples overigens geen problemen op.
Testprocedure
De testprocedure voor deze vergelijkingstest is goeddeels gelijk aan het testprotocol dat bij Hardware Info al langer voor monitorentests werd gehanteerd. We hebben allereerst helderheid, contrast en kleurweergave van alle monitoren getest met behulp van een X-rite i1 Display Pro-colorimeter, een X-rite i1 Basic Pro-spectrofotometer en Portait Displays Calman Ultimate-analysesoftware. We testen monitoren zoals ze uit de doos komen, waarbij we de helderheid voor kleurmetingen afstellen op een waarde die de 150cd/m² zo dicht mogelijk benadert. Eventuele srgb- of Adobe-rgb-modi meten we apart. Datzelfde doen we voor een eventuele hdr-stand. Om de kijkhoeken te bepalen, meten we onder een hoek van 45 graden de resterende helderheid en de kleurverandering ten opzichte van een loodrechte meting. Voor de uniformiteitsmeting kijken we naar de verhouding tussen de helderheid op vijftien meetpunten, gemeten op een volledig wit en zwart scherm. Ook bepalen we de relatieve kleurverschillen langs de randen ten opzichte van het midden. Tot slot meten we het energiegebruik van de monitor, zowel op de maximale helderheid als op een vaste helderheid van 150cd/m².
Voor dit artikel hebben we in aanvulling op de bovenstaande standaardtestprocedure een uitgebreidere responstijdentest gedaan, aangezien dat voor deze schermen een kritische factor is. Door middel van onze gebruikelijke testapparatuur, een fotosensor en de op de foto hierboven afgebeelde LeCroy Waverunner 6100-oscilloscoop, hebben we twintig verschillende overgangen tussen helemaal zwart, 20 procent grijs, 50 procent grijs, 80 procent grijs en helemaal wit doorgemeten om een indruk te krijgen van de snelheid van verschillende transities.
Waarom 240Hz?
Her en der wordt geclaimd dat 240Hz-monitoren voor de meesten zinloos zijn, omdat het menselijk oog toch niet in staat is om 240 beelden per seconde van elkaar te onderscheiden. Afzonderlijke beelden smelten voor onze ogen al vanaf zo’n 24 frames per seconde samen tot een bewegend beeld. Toch is dat niet het hele verhaal. Niet iedereen is er even gevoelig voor, maar bewegende beelden op een 240Hz-scherm zien er daadwerkelijk scherper uit dan op een 144Hz- of 60Hz-exemplaar. Dat ligt aan de sample-and-hold-manier waarop hedendaagse lcd- (en oled-) schermen werken. Ieder afzonderlijk frame blijft op het scherm staan totdat het wordt vervangen door een volgend beeld. Een object dat zich over het scherm beweegt, doet dat dus in kleine stapjes en blijft steeds een fractie van een seconde staan. Onze ogen bewegen echter niet in kleine stapjes, maar volgen ieder object op een vloeiende manier.
Meer frames voor een vloeiender beeld
Gedurende de tijd dat ieder beeld stilstaat op het scherm, verandert de positie van je ogen telkens een klein beetje ten opzichte van het getoonde object, wat we uiteindelijk interpreteren als bewegingsvervaging. Een logische oplossing om deze vorm van motion blur te verminderen, is om de afzonderlijke beeldjes minder lang te tonen, zodat de positie van je ogen per frame minder verschilt. Ergo, de refreshrate van het scherm moet omhoog. De website Blurbusters heeft een testmethode ontwikkeld om het zichtbare onderscheid tussen verschillende verversingsfrequenties op een normale lcd te kunnen laten zien in een stilstaande foto. Met behulp van een speciaal testpatroon dat met een bewegende camera op exact dezelfde snelheid moet worden gevolgd, kun je een indruk krijgen hoe een bewegend beeld er op een bepaald scherm voor het menselijk oog uitziet. We hebben die test uitgevoerd door onze camera te richten op de BenQ Zowie XL2746s. In de figuur hiernaast vliegen de ufo’s over het scherm op drie verschillende refreshrates: 60Hz, 120Hz en 240Hz. Zoals je ziet, lijken figuur en achtergrond in volle vaart duidelijk scherper wanneer het plaatje 240 keer per seconde wordt aangepast, doordat de positie van de figuur ten opzichte van de cameralens gedurende de opname constanter blijft.
Een hoge refreshrate leidt dus tot vloeiender beeld, maar je moet wel nagaan in hoeverre je gebruik kunt maken van de hoge refreshrate. Je koopt een 240Hz-monitor eigenlijk alleen voor gaming en dan ook nog eens voor een select aantal titels. Technisch kunnen veel spellen wel met 240fps worden vertoond, maar je zult een krachtig systeem nodig hebben. Over het algemeen zul je alleen in (oudere) spellen als CS:GO, Rainbow Six Siege of League of Legends tot 240fps geraken, tenzij je de instellingen erg ver terugschroeft.
Strobing backlight: een perfect scherp plaatje?
Een hoge refreshrate is niet de enige methode voor scherpe bewegende beelden, zoals crt-beeldschermen of plasmatelevisies bewijzen. Die vertonen ook zonder waanzinnig hoge refreshrate al minder motionblur. De truc is dat beelden bij dit soort schermen niet als geheel blijven staan totdat het volgende nieuwe beeld op het scherm verschijnt, maar dat er telkens een korte zwarte ‘pauze’ valt tussen twee (delen van) frames. Daardoor worden je ogen tussentijds als het ware telkens ‘gereset’ en lijkt het beeld scherper.
Op een lcd-monitor kan dat worden gesimuleerd met een strobing backlight, waarbij de backlight synchroon met de verversingsfrequentie van het paneel meeknippert. Daarmee kun je een nog scherper bewegend beeld verkrijgen. Om dat te laten zien, zie je hieronder een andere ufo-testafbeelding afkomstig van Blurbusters, vertoond op de BenQ XL2746s. In de eerste figuur vliegt de ufo voorbij terwijl het scherm is ingesteld op een refreshrate van 60Hz. Op 240Hz in het tweede plaatje, is de figuur al heel veel scherper, maar niet perfect scherp. Ook dan blijft het beeld nog zo’n 4,2ms staan voordat het scherm zich ververst. Bij gebruik van de strobing backlight op 240Hz in de derde figuur, is het beeld nagenoeg perfect scherp.
Een strobing backlight is geen perfecte oplossing, zoals je ook ziet aan de vage ‘dubbele’ tweede ufo in de derde afbeelding. Je ziet dat soort crosstalk tussen twee afbeeldingen, wanneer de responstijd van het scherm te lang is of de pulsen van de backlight niet perfect gesynchroniseerd zijn met het voorliggende paneel. Tot op zekere hoogte is dat bij alle schermen met een strobing backlight het geval; het paneel ververst niet op alle plaatsen op precies hetzelfde moment, terwijl de leds van de backlight (meestal) wel het hele scherm in één keer verlichten. Het snel knipperen van de backlight levert verder een onrustiger beeld op dan wanneer de lampjes continu branden, al helpt de hoge refreshrate bij de BenQ XL2746s dat effect te verminderen.
Bij gebruik van de strobing backlight moet de refreshrate vrijwel altijd worden vastgezet. Adaptive sync is dan dus niet mogelijk, al zou het vanwege het merkbare geflikker ook niet wenselijk zijn om de functie op veel lagere refreshrates dan 100Hz toe te passen. Een stevige gpu is dus vereist. De toevoeging van een strobing backlight maakt een scherm tot slot duurder. Zodoende vind je 'm vaak enkel terug in duurdere gameschermen. Van de schermen in deze test moeten de LG 27GN750 en Samsung C27RG50 het zonder stellen, al heeft AOC zijn goedkopere C27G2ZU wél van een strobing backlight voorzien. Ook de Samsung Odyssey G7 LC27G75T, BenQ Zowie XL2746s en AOC AG273QZ hebben deze feature aan boord, evenals de Asus TUF Gaming VG279QM. Dit scherm heeft bovendien de mogelijkheid om de strobing backlight wél te gebruiken in combinatie met adaptive sync, door Asus 'ELMB-sync' genoemd.
Responstijd en inputlag
We hebben de responstijden allereerst doorgemeten op de maximale refreshrate van de meeste monitoren in deze test: 240Hz. De Asus TUF Gaming VG279QM hebben we zowel op 240Hz als op de maximale 280Hz getest. Voor iedere monitor hebben we gezocht naar de optimale overdrive-instelling, te vinden in onderstaande tabel. Dat wil zeggen: de instelling waarbij transities zo snel mogelijk verlopen, zonder dat er te veel overshoot of undershoot optreedt. Dat leidt immers tot reverse ghosting-artefacten rondom bewegende objecten die nog storender zijn dan wanneer de pixels te traag van kleur veranderen. Merk overigens op dat je de overdrive bij sommige monitoren niet meer kunt wijzigen als je adaptive sync inschakelt, bijvoorbeeld bij de Samsung Odyssey G7 LC27G75T. Ook als je een eventuele strobing-backlightfeature activeert, ben je vaak gebonden aan een vaste overdrive-instelling.
Monitor |
Optimale overdrive-instelling voor 240Hz |
AOC AG273QZ |
Medium |
AOC C27GZ2U |
Strong |
Asus TUF Gaming VG279QM |
80 |
BenQ Zowie XL2746s |
AMA High |
LG 27GN750-B |
Fast |
Samsung C27RG50 |
Standard |
Samsung Odyssey G7 LC27G75T |
Standard |
Zoals omschreven op de tweede pagina hebben we vervolgens twintig verschillende transities doorgemeten om erachter te komen of de responstijd van het scherm aan de vereisten kan beantwoorden.
- Responstijden
- Over- en undershoot
De Samsung Odyssey G7 LC27G75T noteert gemiddeld de snelste responstijd van 1,6ms, gevolgd door de BenQ Zowie XL2746s. Dat is een verrassend resultaat, want traditioneel staan va-panelen niet bekend om hun snelheid. Ook opmerkelijk is de lage variabiliteit tussen verschillende transities bij de Odyssey G7 LC27G75T. Die hoge snelheid moet je bij dit scherm wel bekopen met wat meer overshoot dan ideaal, vergelijkbaar met de BenQ Zowie XL2746s op zijn maximale stand. Op de optimale stand is het scherm van BenQ weliswaar trager, maar met minder bijkomende over- en undershoot.
Het duo ips-schermen in de test, de LG 27GN750 en Asus TUF Gaming VG279QM, weet op zijn maximale refreshrate vooral te scoren met een lage variabiliteit tussen transities. Hoewel de gemiddelde responstijd hoger ligt dan bij de snelste schermen in deze test, is het verschil tussen de traagste en snelste overgang niet zo groot. Opvallend aan de resultaten van de TUF Gaming VG279QM is dat de overdrive enkel optimaal lijkt afgesteld voor 280Hz. Op 240Hz maakt dit scherm duidelijk minder vaart.
De Samsung C27RG50 en AOC C27G2ZU maken gebruik van een va-paneel dat helaas de traditionele zwakheden van de technologie vertoont. Vooral transities van zwart naar donkergrijs verlopen traag, zodat we voor de C27RG50 een uitschieter naar 22ms en voor de C27G2ZU zelfs een overgang van 38ms kunnen noteren, liefst negen frames bij een 240Hz-refreshrate. Dat er nauwelijks overshoot optreedt, is dan een schrale troost. Ook de AOC Agon AG273QZ is wat te voorzichtig afgesteld. Hoewel dit tn-paneel met 0,5ms de allersnelste overgang noteert, is het gemiddelde van dit scherm aan de hoge kant.
Om te beoordelen of een monitor in de praktijk snel genoeg is, kunnen we de transitietijden afzetten tegen het verversingsinterval, de tijd waarna er een nieuw beeld op het scherm moet komen. Bij een 240Hz-monitor moet dat iedere 4,2ms gebeuren, bij een 280Hz-scherm zelfs iedere 3,6ms. Idealiter verlopen alle transities ruimschoots sneller. Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt, is dat alleen bij de Samsung Odyssey G7 LC27G75T het geval voor de twintig transities die we hebben doorgemeten. De schermen van LG en BenQ komen dicht in de buurt, terwijl de Asus TUF Gaming VG279QM het op 280Hz zoals gezegd beter doet dan op 240Hz. Het duo van AOC kan tot slot niet overtuigen; minder van de helft van de doorgemeten transities komt 'op tijd'.
Onderstaande reeks afbeeldingen toont tot slot alle verzamelde meetresultaten per monitor in de vorm van een diagram. Aan de linkerkant van iedere afbeelding staan de diverse beginwaarden, aan de bovenkant de eindpunten van de gemeten transities. Op het kruispunt vind je de gemeten responstijd of de overshoot of undershoot voor die transitie. De kleuren van de vakjes geven in één oogopslag een indruk van de snelheid van de transitie of de hoeveelheid over/undershoot.
Maximale overdrive: niet altijd sneller
Niet ieder scherm wordt er enorm veel sneller van als je de overdrive op de hoogste stand instelt. De schermen van Samsung lijken bijvoorbeeld maar nauwelijks te profiteren. Voor de Odyssey G7 LC27G75T is dat allicht niet erg, maar bij de Samsung C27RG50 lijkt er simpelweg niet meer in te zitten. De meeste transities verliepen al op de optimale instelling snel genoeg, maar wat extra overdrive biedt geen soelaas om enkele zeer trage transities te versnellen. Datzelfde geldt voor de AOC Agon AG273QZ. Bij de AOC C27G2ZU hadden we hierboven al gekozen voor de maximale instelling.
- Responstijden
- Over/undershoot
De Asus TUF Gaming VG279QM en BenQ Zowie XL2746s weten met de overdrive voluit wel een snelheidsboost te realiseren. Waar artefacten op de monitor van BenQ nog binnen de perken blijven, met een maximale uitschieter van 60 procent, is dat niet het geval op de Asus TUF Gaming VG279QM. Bij één transitie schiet de helderheid meer dan 200 procent te ver door. Ook de LG 27GN750 heeft met overdrive op maximaal last van forse over- en undershoot. Dat terwijl de gemiddelde responstijd bij dit scherm maar weinig daalt en het percentage overgangen binnen het verversingsinterval gelijk blijft, zoals blijkt uit onderstaande grafiek. De monitoren van Asus en BenQ weten in hetzelfde overzicht nu wel de 100 procent aan te tikken.
Hieronder zie je weer de diagrammen met alle meetgegevens voor de zeven geteste schermen, ditmaal op de maximale overdrive-instelling.
Variabele overdrive geeft minder gedoe
De schermen in dit overzicht hebben een groter bereik van refreshrates dan veel andere monitoren. Het zal in de praktijk vaak genoeg voorkomen dat je niet aan de volledige 240Hz geraakt. Zodoende is het van belang dat de fabrikant de overdrive ook goed heeft ingesteld voor lagere refreshrates. Wanneer dat niet gebeurt, kan het zijn dat de beeldkwaliteit op een lagere refreshrate afneemt, doordat er ineens te veel overshoot zichtbaar wordt of het scherm juist te traag reageert. Je zou dan natuurlijk kunnen overschakelen naar een andere overdrive-instelling, maar als je framerate bij gebruik van adaptive sync snel wisselt, is dat geen zinnig advies. Lang niet alle fabrikanten regelen schermen voor alle refreshrates goed af. Variabele overdrive was eerder vooral iets wat je op schermen met de Nvidia G-sync-scaler aantrof, maar inmiddels zijn er ook andere monitoren die het hebben.
Om te bepalen hoe deze 240Hz-schermen reageren op een lagere refreshrate, hebben we op 144Hz dezelfde reeks metingen uitgevoerd als op 240Hz. Daarvoor hebben we precies dezelfde overdrive-instelling gehandhaafd die we hierboven voor 240Hz als optimaal hebben gedefinieerd. In onderstaande grafiek vergelijken we de aldus gemeten gemiddelde en maximale over- en undershoot op 144Hz met die op 240Hz.
Zoals deze grafiek uitwijst, is de Samsung Odyssey G7 LC27G75 bijna perfect hetzelfde ingeregeld voor 144Hz als voor 240Hz. De C27RG50 vertoont op de lagere refreshrate een kleinere fout en hetzelfde geldt voor de BenQ Zowie XL2746s. Voor de LG 27GN750 en AOC Agon AG273QZ geldt het omgekeerde, al blijft het verschil relatief beperkt. Dat kan niet gezegd worden van de AOC C27G2ZU en zeker de Asus TUF Gaming VG279QM. De laatste vertoont nu ook in absolute zin zoveel over- en undershoot, dat je in het overdrivemenu beter een stapje terug kunt doen.
Inputlag
Voor het bepalen van de inputlag, de hoeveelheid vertraging voordat een beeld dat naar de monitor wordt gestuurd, daadwerkelijk verschijnt, gebruiken we een Leo Bodnar-inputlagtester, geplaatst in het midden van het scherm. Een belangrijke beperking is dat deze enkel werkt op 1080p- of 4k-resoluties, waarbij de refreshrate in deze test ook niet hoger ligt dan 60Hz. Meestal leidt dat niet tot vreemde uitslagen, maar bij de schermen in dit artikel wel. Volgens de meting noteren de twee Samsung-schermen zo'n 22ms inputlag in de Leo Bodnar-test, de Asus TUF Gaming VG279QM zelfs 35ms, resultaten die ook na herhaalde metingen blijven staan.
Ervaringen van andere reviewers wijzen erop dat deze monitoren op hun maximale refreshrate een veel lagere inputlag noteren, zoals je van een razendsnelle gamemonitor mag verwachten. Dat kunnen we met onze huidige testprocedure helaas niet controleren. De hoge inputlag in 60Hz-modus bij deze schermen is in ieder geval wel iets om rekening mee te houden als je ze niet alleen met je game-pc, maar ook voor consolegaming had willen gebruiken. Van de concurrentie blijkt de LG 27GN750 nipt het snelste, met een gemeten totale vertraging van minder dan 10ms.
Helderheid, contrast en kleurweergave (sdr)
Voor sdr-content kunnen alle drie de schermen ruim voldoende helder worden afgesteld. De AOC C27GZ2U blijkt het minst fel, maar ook dat scherm noteert een maximale helderheid van bijna 300cd/m². In een donkere gamekamer is het misschien nog wel belangrijker in hoeverre het scherm zich goed laat dimmen. Hier noteert de C27GZ2U ook de laagste helderheid van 41cd/m², gevolgd door de LG 27GN750, Samsung Odyssey G7 LC27G75T en BenQ XL2746S, die alle onder de 60cd/m² blijven. De overige schermen blijven met de helderheidsregeling op ‘0’ feller dan ideaal is voor in een verduisterde omgeving: 76cd/m² voor de Samsung C27RG50, bijna 100cd/m² voor de Asus TUF Gaming VG279QM en zelfs 122cd/m² voor de AOC AG273QZ.
- Maximale helderheid wit
- Minimale helderheid wit
- Contrast 150cd/m²
Op het gebied van contrast zijn het allicht de schermen met een va-paneel die aan het langste eind trekken. De Samsung Odyssey G7 LC27G75T en C27RG50 bereiken een voor deze paneeltechniek keurige contrastwaarde van circa 2500:1. De AOC C27GZ2U gaat daar nog overheen met een score van 3200:1. Dat is ruim drie keer zo hoog als bij de andere schermen, waarbij de LG 27GN750-B (837:1) en zeker de AOC AG273QZ (679:1) een tegenvallende score boeken. In een donkere kamer oogt het beeld van de drie va-monitoren door het hogere contrast duidelijk indrukwekkender.
Kleurweergave in standaardmodus
Drie monitoren in deze test - de Samsung Odyssey G7 LC27G75T, AOC C27GZ2U en AOC AG273QZ - kunnen zo'n 90 procent van het brede dci-p3-kleurbereik weergeven, terwijl de overige vier enkel het voor de pc gebruikelijke srgb-kleurbereik afdekken. In de standaardmodus benutten alle schermen ook hun volledige kleurbereik. Het is niet altijd voordelig om een scherm met breder kleurbereik te hebben; Windows en applicaties gaan uit van een srgb-monitor, zodat kleuren op de drie wide gamut-schermen vaak oververzadigd zullen zijn. Tenzij je applicaties weten wat ze met je scherm aan moeten, kun je voor een natuurlijkere weergave beter overschakelen naar de srgb-modus (zie onder).
- Gem. kleurafwijking
- Gem. color checker-afwijking
- Gem. grijsafwijking
- Gamma
We noteren (gemiddelde) kleur- en grijsafwijkingen als een ΔE2000-waarde, waarbij een score onder de 3 duidt op een afwijking die voor het blote oog niet zichtbaar is. Vergeleken met dci-p3 is de AOC C27GZ2U van het drietal wide gamut-monitoren het best afgesteld, gevolgd door de AOC AG273QZ en de Samsung Odyssey G7 LC27G75T. Hoewel geen van de drie schermen veel meer dan 90 procent van het dci-p3-kleurbereik kan laten zien, komt de gemiddelde kleurfout bij de eerste twee schermen ruimschoots onder de 3. Ook de grijsafwijking is bij deze monitoren erg laag. Het gemiddelde gamma komt bij de AOC C27GZ2U het dichtst in de buurt van de gewenste 2,2, terwijl beide schermen de voorgeschreven kleurtemperatuur van 6500 kelvin dicht benaderen. Bij de Odyssey G7 LC27G75T is zowel de gemiddelde kleur- als de gemiddelde grijsfout net wat hoger. De oorzaak zit 'm vooral in het afwijkende gammaverloop van dit scherm, waardoor vooral lichtere tinten te donker worden getoond. In de aparte review van dit scherm, die binnenkort volgt, zullen we daar nader op ingaan.
- Gem. kleurafwijking
- Gem. color checker-afwijking
- Gem. grijsafwijking
- Gamma
De vier schermen die enkel het srgb-kleurbereik kunnen laten zien, hebben we logischerwijs niet vergeleken met dci-p3, maar met srgb. Al deze monitoren bieden een goede srgb-dekking van 97 tot meer dan 99 procent, waarbij de Asus TUF Gaming VG279QM groen wat meer verzadiging meegeeft, maar elders juist wat tekortkomt. De gemiddelde kleurafwijking komt hier uit tussen de 2,81 bij de Samsung C27RG50 en 3,7 bij de BenQ Zowie XL2746s, wat minder goed dan bij het bovenstaande trio. Op het vlak van grijsafwijking scoort geen van deze vier deelnemers echt denderend. Zo neigen grijstinten op de BenQ XL2746S naar blauw, wat ook tot uiting komt in de verhoogde kleurtemperatuur van wit van 7283 kelvin. De Samsung C27RG50 is standaard juist te warm afgesteld, met een kleurtemperatuur van wit van 6095 kelvin. De LG 27GN750 en Asus TUF Gaming VG279QM benaderen de gewenste kleurtemperatuur van wit het best, maar bij het scherm van LG is het gemiddelde gamma weer te laag, waardoor grijstinten te licht worden weergegeven. Zodoende ligt de gemiddelde grijsafwijking bij deze monitor boven de grens van 5 die we nog als ‘voldoende’ aanhouden; de andere drie schermen scoren redelijk met een gemiddelde grijsafwijking van rond de 4.
Kleurweergave in srgb-modus
Alle schermen in deze test die een breed kleurbereik kunnen laten zien, hebben ook een speciale srgb-modus in het menu waarin de verzadiging wordt teruggebracht. Datzelfde geldt ook voor de Asus TUF Gaming VG279QM, al is deze stand bij dit scherm dus veel minder relevant, omdat dit scherm ook in de standaardmodus geen breder kleurbereik laat zien dan srgb.
Fabrikanten hebben helaas de ergerlijke gewoonte de helderheidsregeling in srgb-modus te vergrendelen, zodat deze stand in de praktijk soms weinig bruikbaar is. In deze test geeft enkel de Samsung Odyssey G7 LC27G75T je de gelegenheid om zelf de gewenste helderheid te kiezen. Bij de Asus TUF Gaming VG279QM is de helderheid van wit in de srgb-stand altijd precies 150cd/m², de AOC C27GZ2U is met 242cd/m² nog feller, terwijl de AOC AG273QZ liefst 382cd/m² produceert. In het halfdonker kijkt dat niet bepaald fijn.
- Gem. kleurafwijking
- Gem. grijsafwijking
- Kleurdekking vs. sRGB
- Gamma
De te hoge helderheid terzijde, biedt de AOC C27GZ2U ook in de srgb-modus de beste afstelling, met de net te lage srgb-dekking van 94,9 procent als enig smetje op het blazoen. Zowel de gemiddelde kleurafwijking als de gemiddelde grijsafwijking is voorbeeldig laag, zó laag dat we ons afvragen of AOC niet toevallig een golden sample heeft opgestuurd. De AOC AG273QZ heeft van de rest nog de beste kleurafstelling, maar de kleurtemperatuur is met 5963 kelvin te hoog. Het scherm van Samsung heeft in de srgb-stand last van dezelfde gamma-afwijkingen die ook in de standaardmodus terugkomen, terwijl de TUF Gaming VG279QM in de srgb-stand de grootste kleur- en grijsfout noteert. Gelet op de vergrendelde helderheid kun je bij dit scherm beter de standaardmodus gebruiken.
Helderheid, contrast en kleurweergave (hdr)
Van de zeven geteste schermen ondersteunen er drie in het geheel geen hdr-weergave: de AOC C27GZ2U, BenQ Zowie XL2746s en Samsung C27RG50. De AOC AG273QZ, Asus TUF Gaming VG279QM en LG 27GN750 beschikken wel over hdr-ondersteuning, maar op voorhand kun je verwachten dat een overtuigende weergave er niet inzit. Enkel de eerste twee monitoren hebben een Vesa DisplayHDR400-certificering, al heeft die in praktijk niet veel om het lijf. Zo is er geen local dimming voor een hoger contrast en is de opgegeven piekhelderheid te laag voor goede hdr. Bovendien kunnen de Asus TUF Gaming VG279QM en LG 27GN750 enkel het srgb-kleurbereik weergeven, zoals duidelijk werd op de vorige pagina. Voor goede hdr-weergave wil je minstens dat een groot deel van het dci-p3-kleurbereik wordt afgedekt, omdat hdr en dci-p3 in de praktijk vaak samen worden toegepast.
De Samsung Odyssey G7 LC27G75T is daarmee het enige scherm in dit testveld met de belofte van een (relatief) goede hdr-weergave. Dit scherm heeft een Vesa DisplayHDR600-certificering, waarop maar weinig andere monitoren kunnen bogen. Om het logo te mogen voeren, zijn een piekhelderheid van minstens 600cd/m², een kleurbereik van minstens 90 procent dci-p3 én, in de praktijk, een vorm van local dimming noodzakelijk, omdat voor dit keurmerk eisen worden gesteld aan het te behalen contrast. Bij de Odyssey G7 LC27G75T is de backlight horizontaal opgedeeld in acht verschillende zones die onafhankelijk van elkaar worden aangestuurd. Dat is beter dan niets, maar ook niet bijster veel.
Helderheid en contrast
We meten de maximale helderheid van hdr-schermen met vijf verschillende window sizes: 100 procent wit, 25 procent wit, 10 procent wit, 5 procent wit en 2 procent wit. Bij hdr-schermen hangt de piekhelderheid namelijk vaak af van de hoeveelheid wit die in beeld is. Dat zie je hier het duidelijkst bij de Samsung Odyssey G7 LC27G75T, die op een volledig wit scherm terugzakt tot zo'n 445cd/m² aan helderheid. De LG 27GN750-B komt daarentegen altijd tot ongeveer 350cd/m².
- Max helderheid wit (fullscreen)
- Max helderheid wit (5% window)
- Contrast (fullscreen)
Het contrast in de hdr-modus ligt bij de schermen van Asus en LG niet hoger dan in sdr. De AOC Agon AG273QZ lijkt wel te beschikken over een vorm van frame dimming om het fullscreencontrast te verhogen. De Samsung Odyssey G7 LC27G75T met zijn local dimming backlight kan dat uiteraard ook, en levert zo een fullscreencontrast van bijna 21.000:1. Dat is vooral een theoretisch resultaat. Enkel als één zone helemaal wit is en een andere juist helemaal donker kan blijven, is het contrast zo hoog. In de praktijk zal de local dimming vaak te grofmazig zijn om veel aan het contrast bij te dragen. Daarmee komt het contrast dan dichter bij het native contrast van het lcd-paneel, dat ongeveer 2500:1 bedraagt.
Kleurweergave
Voor de kleurweergave in hdr gebruiken we in plaats van ΔE2000 de nieuwere ΔE ICtCp-berekeningen. Deze sluiten beter aan bij het grotere kleur- en helderheidsbereik van hdr-signalen dan de ΔE2000-eenheid die we elders nog gebruiken, en geven meer weging aan fouten bij lagere helderheden. We noteren bovendien twee verschillende resultaten: een waarin afwijkingen van de beoogde helderheid niet worden meegenomen in de score, en een waarbij dat wel gebeurt. Dat doen we omdat hdr-capabele schermen de helderheid van het signaal richting hun maximaal mogelijke helderheid vaak met een lichte curve 'afrollen'. Dat is strikt genomen niet zoals het hoort, maar kan aan de andere kant helpen lelijke clipping te voorkomen op schermen die niet zo'n hoge piekhelderheid kunnen leveren.
- Dekking BT.2020
- Dekking DCI P3
- Dekking Rec.709
De Samsung Odyssey G7 LC27G75T levert dankzij zijn Qled-backlight de hoogste kleurdekking in hdr, gevolgd door de AOC Agon AG273QZ. De LG 27GN750 en Asus TUF Gaming VG279QM kunnen de meest verzadigde kleuren van hdr-materiaal niet goed weergeven, omdat deze schermen slechts geschikt zijn voor srgb, vergelijkbaar met het voor video gangbare rec.709.
- Gem. grijsafw. (w. Lum)
- -(w/o Lum)
- Gem. kleurafw. (w Lum)
- -(w/o Lum)
Logischerwijs noteren de schermen van Samsung en AOC ook een lagere kleurfout in hdr, waarbij de Agon AG273QZ de pq-curve (de 'gammacurve' voor hdr-materiaal) beter volgt, zodat die een lagere afwijking laat noteren. Net als bij sdr-content maakt de Samsung Odyssey G7 het beeld eigenlijk wat te donker, waarbij het scherm de highlights ook wat meer laat 'afrollen'. Opvallend is dat niet alleen de kleurafstelling, maar ook de grijsafstelling in hdr beter blijkt bij de Samsung Odyssey G7 LC27G75T en AOC Agon AG273QZ. Zeker de TUF Gaming VG279QM kan op dat gebied niet overtuigen.
Uniformiteit en kijkhoeken
De ips-paneeltechniek staat traditioneel bekend om zijn goede kijkhoeken. De twee modellen met dit type paneel in deze test scoren inderdaad veruit het best. Zoals blijkt uit onderstaande grafiekenreeks, ligt de resterende helderheid onder een hoek fors hoger dan bij de schermen met va-paneel in deze test. Ook de kleurafwijking onder een hoek loopt minder ver op. Opmerkelijk is dat de AOC Agon AG273QZ met tn-paneel het op die vlakken dikwijls bijna even goed als de ips-schermen. Alleen van onderaf bezien neemt de beeldkwaliteit erg ver af.
- Helderheid: 45° links
- -45° rechts
- -45° boven
- -45° onder
De BenQ Zowie XL2746s scoort op het punt van kijkhoeken wat meer zoals je van een tn-monitor zou verwachten: niet heel goed. Zo ligt de resterende helderheid onder een hoek van 45 graden vanaf de zijkant de helft lager bij de XL2746S, terwijl de kleurafwijking dubbel zover oploopt. Ook hier neemt de beeldkwaliteit in verticale richting nog sneller af.
- Gem. kleurafwijking: 45° links
- -45° rechts
- -45° boven
- -45° onder
Het trio schermen met va-paneel kan op het vlak van kijkhoeken niet overtuigen. Weliswaar zijn de verticale kijkhoeken beter dan bij de BenQ Zowie XL2746s en AOC Agon AG273QZ, maar in andere opzichten zijn de kijkhoeken van deze monitoren niet denderend. Op basis van de meetresultaten in de tabel eindigen de Samsung C27RG50, Odyssey G7 LC27G75T en AOC C27G2ZU op de laatste plaatsen als het op horizontale kijkhoeken aankomt. Het is dus maar goed dat Samsung deze panelen een relatief sterke kromming heeft meegegeven, zodat die beperking minder opvalt.
Uniformiteit
Voor de uniformiteitsmeting kijken we naar de verhouding tussen de laagst en de hoogst gemeten helderheid, gebaseerd op een meting van vijftien punten op het scherm. We moeten daarbij opmerken dat de meting specifiek is voor het geteste exemplaar; jouw eigen scherm kan hier weer andere scores laten zien. Van ‘onze’ samples scoort de LG 27GN750 het best als het gaat om zwartuniformiteit, terwijl de AOC Agon AG273QZ de winnaar is als het gaat om de uniformiteit van wit, ook op dit onderdeel op korte afstand gevolgd door het scherm van LG. Het eveneens van een ips-paneel voorziene scherm van Asus heeft weliswaar niet zo'n goede wituniformiteit, maar wel een mooi egaal zwart.
- Wit: Laagste/hoogste
- -Gem./hoogste
- Zwart: Laagste/hoogste
- -Gem./hoogste
De geteste schermen met va-paneel doen het matig op het vlak van uniformiteit. Een gekromd scherm is nu eenmaal moeilijker gelijkmatig te verlichten dan een plat paneel. De zijkanten van het scherm verliezen zeker bij de Samsung Odyssey G7 LC27G75T sterk aan helderheid ten opzichte van het centrum. De uniformiteit van zwart is een groter probleem voor de twee andere va-modellen dan voor de Odyssey G7 LC27G75T. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat deze schermen in absolute zin een veel dieper zwart produceren dan de concurrentie, waardoor de grotere afwijkingen hier juist minder storend zijn. Dat geldt niet voor ons sample van de BenQ Zowie XL2746s, waarvan de wituniformiteit prima is, maar de zwartuniformiteit eveneens tegenvalt. Door de hogere zwartwaarde is op dit scherm in de praktijk ook duidelijker zichtbaar dat zwart wat minder egaal is.
Energiegebruik
Voor wat het waard is, hebben we tot slot het energiegebruik van alle zeven schermen gemeten. De meeste consumenten zullen vermoedelijk niet wakker liggen van een watt meer of minder. Wil je per se een zuinige monitor, dan kun je toch al beter niet gaan voor een van deze snel verversende gameschermen, maar voor een 'normaal' 60Hz-exemplaar.
- Energiegebruik: 150cd/m²
- -Max. helderheid
- -Stand-by
- -Uit
Hoe kleiner de pixels worden, hoe minder licht een lcd-paneel over het algemeen doorlaat. Logischerwijs verbruiken de twee wqhd-monitoren in de test dus het meest, als we alle schermen instellen op een vaste helderheid van 150cd/m². De Samsung Odyssey G7 LC27G75T blijkt het minst zuinig en verbruikt zelfs meer dan het dubbele van de BenQ Zowie XL2746s, die het laagste energiegebruik noteert. In stand-by houden alle monitoren zich aan de voorgeschreven EU-norm, die stelt dat het verbruik beperkt moet blijven tot 0,5W. Uitgeschakeld zakt het sluipverbruik nog iets, maar niet helemaal tot 0W.
Uitgebreide metingen
Op deze pagina kun je alle uitgebreide metingen per scherm terugvinden in een reeks diagrammen. De volgorde is telkens hetzelfde. De eerste vier afbeeldingen bevatten metingen van de kleurweergave in standaardmodus, gevolgd door dezelfde vier afbeeldingen van metingen in de srgb-modus, indien aanwezig. Op deze afbeeldingen zie je onder andere het kleurbereik, de kleurfout voor alle gemeten kleuren en de weergave van grijstinten met op verschillende helderheden de balans tussen rood, groen en blauw.
Hierna komen telkens vijf diagrammen die betrekking hebben op de uniformiteit van zwart, de uniformiteit van wit, het contrast, de kleurtemperatuur en de kleurafwijking op vijftien meetpunten. De eerste vier wijzen zichzelf; in de afbeelding voor kleurafwijking zie je in de vakjes een getal voor de kleurafwijking, ΔE2000, waarbij de kleur van de vakjes de kleurafwijking van grijs aangeeft.
De afbeeldingen met donkergrijze achtergrond hebben tot slot betrekking op een eventuele hdr-stand. Je ziet ook hier weer kleurbereik en kleur- en grijsfout voor alle deelkleuren bij het weergeven van hdr-materiaal. De grafiek 'Peak Luminance vs. Window Size' geeft een indruk van de maximale helderheid op verschillende window sizes, zoals uitgelegd op de pagina over hdr-metingen.
AOC Agon AG273QZ
AOC C27G2ZU
Asus TUF Gaming VG279QM
BenQ Zowie XL2746s
LG 27GN750
Samsung C27RG50
Samsung Odyssey G7 LC27G75T
Conclusie
Dat een 240Hz-monitor de beste keuze is voor wie de scherpste, vloeiendste bewegende beelden wil zien, moge duidelijk zijn. Je kunt bewegende objecten beter volgen en inputs voelen directer aan. Dat is vooral voor wie intensief bepaalde (snelle) actiegames speelt, een uitkomst. Doe je dat niet, dan kun je beter voor een ander soort scherm gaan. In vergelijking met andere monitoren zijn 240Hz-schermen erg duur. Tot voor kort had je in dit segment bovendien nauwelijks keuze. Gelukkig verschijnen er dit jaar veel meer 240Hz-modellen op de markt, wat maakt dat je nu niet meer automatisch grote concessies op het vlak van beeldkwaliteit hoeft te doen. Je kunt ook kiezen voor ips- en va-panelen of resoluties hoger dan full hd, wat zeker op 27 inch aan de krappe kant is.
In onze eerdere test met vier schermen bleek de BenQ Zowie XL2746s met zijn tn-paneel nog ruimschoots de snelste monitor. Nu we dit keer drie nieuwe monitoren hebben meegenomen, liggen de kaarten echter anders. Met de nieuwe Odyssey G7 LC27G75T is Samsung er ten koste van enige overshoot wonderwel in geslaagd een razendsnelle va-monitor af te leveren, die de Zowie XL2746s zowaar verslaat als het op responstijden aankomt. Ook in andere opzichten is de Odyssey G7 LC27G75T veel interessanter: hogere beeldkwaliteit, hogere wqhd-resolutie en een (voor een monitor) uitgebreide hdr-implementatie. Het ligt dus voor de hand dat de Odyssey G7 LC27G75T ervandoor gaat met de felbegeerde, nieuwe Tweakers Ultimate-award.
Wil je minder uitgeven of vind je een full-hd-resolutie voldoende, dan zijn er tussen de 300 en 400 euro verschillende opties op basis van ips- en va-panelen. Twee bespraken we al eerder; de AOC C27G2ZU en Asus TUF Gaming VG279QM zijn nieuw voor dit artikel. De eerste kost minder dan de Samsung C27RG50, terwijl de featureset uitgebreider is. Helaas komen beide va-schermen op het vlak van responstijden niet goed uit de verf, waarbij de AOC C27G2ZU echt te weinig haast maakt. Zodoende kun je wat ons betreft beter uitwijken naar een van de twee ips-opties. Beide bieden een prima sdr-weergave met voldoende snelle responstijden en hebben elk hun sterke en zwakke punten. Het scherm van Asus heeft een betere kleurweergave, een ruimere featureset en als enige een hogere 280Hz-refreshrate, al zien wij daar geen enorm voordeel in boven de 240Hz-concurrentie. De monitor van LG komt op een aantal praktische punten net wat beter voor de dag: een lagere minimale helderheid en minder inputlag op een lagere refreshrate bijvoorbeeld. Voor beide monitoren is daarmee een Excellent Choice-award op zijn plaats.