Een update voor de originele Ender-3
Dit voorjaar heeft Creality 3D, een Chinese fabrikant van 3d-printers, zijn nieuwste printerline-up aangekondigd. Een product daarin, de CR6-SE, hebben we onlangs al gereviewd en als je niet helemaal thuis bent in 3d-printers, raden we je aan de korte 'primer' in die review te lezen.
Een van de andere printers die het bedrijf heeft aangekondigd, is de Ender-3 V2, een vernieuwde versie van de Ender-3 dus. Nu had die printer al diverse varianten, zoals de Ender-3 Pro en de Ender-3X, maar de V2 volgt het origineel op. Daarbij worden diverse aspecten van de bestaande Ender-3-varianten gecombineerd en belangrijker: modificaties en upgrades die door veel eigenaren zijn uitgevoerd, zijn in de V2 al fabriekshalve gerealiseerd.
We kijken naar de overeenkomsten en verschillen tussen de bestaande Ender-3-varianten en deze nieuwe V2-telg. En uiteraard nemen we je mee in de bouw en de praktijk van deze 3d-printer. Hij zou vanaf half juni verkrijgbaar zijn, maar als bewijs van zijn populariteit is de eerste batch al lang uitverkocht. De prijs in de webshop van de fabrikant bedraagt 269 dollar, omgerekend op het moment van schrijven 236 euro.
De originele Ender-3
Weinig printers zijn zoveel verkocht als de Ender-3 van Creality 3D en zeker onder tweakers wereldwijd zijn ze extreem populair. Het is misschien een beetje een kip-eiverhaal, maar doordat ze zo populair zijn, kun je enorm veel modificaties en upgrades voor deze printer vinden. Er zijn zoveel modificaties mogelijk doordat Creality zowel de hardware als uiteraard de Marlin-firmware als open source beschikbaar heeft gesteld.
Wie dan ook op Github gaat kijken, kan de mechanische tekeningen voor de Ender-3 vinden en ook de bestanden voor de moederborden: de gerberfiles. Een van de redenen dat zoveel mods zo gemakkelijk voor de Ender-3 gemaakt kunnen worden, is dat die volledige mechanische cad-tekeningen beschikbaar zijn. Zo is het gemakkelijk om de juiste dimensies voor onderdelen te maken, zolang er fysiek niets verandert tenminste.
Naast de beschikbaarheid van alle aanpassingen is ook de prijs van de Ender-3 altijd een groot pluspunt geweest. De printer is regelmatig in de aanbieding bij diverse, al dan niet Chinese webshops en je kon hem dan ook met een beetje mazzel al voor 150 of 160 euro in zijn eenvoudigste vorm kopen. Het moge echter duidelijk zijn dat die eenvoudigste vorm voor velen niet lang toereikend blijft, want wie eenmaal met 3d-printers aan de gang is, loopt een serieus risico om steeds te sleutelen en prutsen om de printer beter te laten printen, stiller te maken, handige extra's ervoor te maken en ga zo maar door.
/i/2003670484.png?f=imagenormal)
Een greep uit de mogelijke upgrades: je kunt het standaardbed vervangen door een glazen plaat, de veren onder het bed upgraden naar stijvere veren, de draaiwielen om het bed te levelen aanpassen met geprinte wielen en de rails onder het bed vervangen door lineaire rails. En dat betreft alleen het bed. Voor de standaard Bowden-extruder kun je de standaard ptfe-tube vervangen door een Capricorn-buis en meteen de plastic clip op de extrudermotor vervangen door een aluminium exemplaar. Je kunt het hot end vervangen door bijvoorbeeld een MicroSwiss-hot end, de extruderkop wisselen voor betere weerstand tegen slijtage door harde filamenten, de ventilatoren upgraden met stillere varianten en een geprinte blower gebruiken om van alle kanten je filament te koelen, of natuurlijk de complete Bowden-set-up vervangen door een direct-drive-extruder.
Je kunt ook de voeding, bij de gewone Ender-3 een naamloze 24-voltsvoeding, vervangen door een Meanwell-voeding met stillere ventilator, de hele voeding verplaatsen naar een plek tussen het frame aan de basis van de printer, verlichting met leds aanbrengen, beugels printen voor een octoprintcamera en een behuizing voor de bijbehorende Raspberry Pi of alternatieve filamentrolhouders printen, de z-as upgraden voor meer stabiliteit en een bakje voor je gereedschap printen dat in het frame past.
Dit is een greep uit veelvoorkomende aanpassingen en upgrades, en dan hebben we het nog niet over de vele opties voor het moederbord gehad. De standaard Melzi-bordjes zijn voorzien van een microcontroller met weinig geheugen, dus voor veel modificaties die extra geheugen voor de firmware nodig hebben, wordt het moederbord vervangen. Een populaire combinatie is bijvoorbeeld een MKS Gen L- of SKR 1.x-bord met TMC2208-drivers voor de stappenmotors. Dat levert een veel stillere printer op en de mogelijkheid om automatic bed levelling toe te voegen. Voor dat laatste zijn weer tal van opties beschikbaar, van capacitieve sensors tot mechanische als een BLtouch.
Het moge duidelijk zijn; de Ender-3 V2 heeft flinke schoenen te vullen en er moeten goede argumenten zijn om voor de V2 in plaats van het origineel te kiezen.
Overeenkomsten en verschillen
Laten we met het goede nieuws beginnen; de meeste mods en upgrades die voor de originele Ender-3 beschikbaar zijn, zullen waarschijnlijk ook op de V2 werken. De printer is namelijk vrijwel identiek aan het origineel, tenminste waar het fysieke, mechanische onderdelen betreft. Een mooi voorbeeld om dat te illustreren is het aluminium profiel van de rechterstaander; daar zitten nog dezelfde schroefgaten voor een voeding als bij de V1, maar bij de V2 zit die voeding onderin. Ook de geleiders voor de z- en x-as lijken identiek, net als de metalen plaat voor de extruder.
Vergeleken met de originele Ender-3, die we voor het gemak maar de V1 noemen, is de V2 een stuk netter afgewerkt. Dat begint met de voeding, die zoals gezegd niet tegen de rechterstaander is vastgeschroefd, maar onder in het frame vastzit. Dat onderste frame bestaat uit standaard 40mm-aluminium profiel in een H-vorm. Net als bij de V1 zit het moederbord, een nieuwe variant overigens, aan de voorkant tussen de poten van het H-frame, met ernaast een bakje van plastic voor je gereedschap. Dat scheelt je een uur of wat printen, want veel Ender-3-eigenaren printen ook zo'n gereedschapsbakje.
:strip_exif()/i/2003670456.jpeg?f=imagenormal)
De ventilator en het bijbehorende rooster voor het moederbord zitten ondersteboven, dus er is geen risico meer dat plastic afval in je ventilator valt tijdens het printen. Ook dat is een welkome upgrade, aangezien veel mensen een fanguard printen voor de V1. Aan de achterkant van het H-frame is de voeding dwars gemonteerd, zodat de printer een veel cleanere look heeft dan de V1. De kabels komen tussen de metalen behuizingen en het aluminium vandaan, en zijn, zoals we gewend zijn, netjes gelabeld en mooi op lengte.
Bij de V1 is de Y-stepper met bijbehorende endstop helemaal open, maar bij de V2 is die netjes voorzien van een plastic kap. Dat geldt ook voor de x-as, maar dat was bij de V1 natuurlijk ook al zo. De twee tandriemen, GT2-timing belts, kunnen worden strakgespannen door middel van een katrol die in een plastic behuizing zit en met een kartelschroef kan worden gesteld: veel gemakkelijker dan een beugel met schroeven in het profiel.
:strip_exif()/i/2003670492.jpeg?f=imagenormal)
De display is ook veranderd en is nu netjes afgewerkt in een plastic behuizing. De oriëntatie is veranderd van landscape in portrait. Het contrast mag wel hoger; de highlights die aangeven welk item je hebt geselecteerd met de rotary encoder, zijn in zonlicht niet al te gemakkelijk te zien.
:strip_exif()/i/2003670502.jpeg?f=imagenormal)
Een aardige verandering is natuurlijk het moederbord. Bij de V1 was dat een op Melzi gebaseerd bord met een vrij beperkte 1284p-controller met 64kB flashgeheugen en, in ieder geval op het moederbord, weinig beschikbare i/o-pinnen. Om extra functionaliteit toe te voegen in het beperkte geheugen, moesten vaak andere features verwijderd worden. En om in het algemeen de firmware aan te passen, moest je eerst een bootloader op het bord branden. De V2 maakt gebruik van een 2560-microcontroller met 128kB geheugen en heeft een micro-usb-interface in plaats van mini-usb. Het belangrijkste verschil waarvan je out-of-the-box blij wordt, zijn echter de stepperdrivers. Bij oudere varianten van het Creality-bord zijn dat A4988-drivers, die veel geluid van de stappenmotoren opleveren. Bij de V2-printer wordt Creality's Silent Board geleverd, met TMC2208-drivers, die de stappenmotoren vrijwel onhoorbaar laten werken.
:strip_exif()/i/2003670466.jpeg?f=imagenormal)
Het hot end ten slotte is ook wat veranderd. Hoewel het op dezelfde metalen carriage lijkt te zitten, is de fanshroud eromheen aangepast. Zo haal je die fanshroud bij de V2 niet van voren, maar van achteren los en er is maar één schroefje nodig om het los te maken. Het hot end zelf, de heatsink, heatbreak en extruder dus, is op het oog hetzelfde als bij de Ender-3 V1, maar de koeling is wel wat aangepast. Dat zou betekenen dat je dezelfde upgrades kunt uitvoeren aan je hot end als bij de V1.
Bouw en details
De Ender-3 V2 is veel meer een bouwpakket dan de CR6-SE, die we onlangs hebben getest. Waar bij die laatste printer enkel het bevestigen van de gantry op het onderste frame nodig was, moet je bij de Ender-3 V2 wat meer klussen. De assemblage lijkt sterk op die van de V1, want zoals je eerder las, is er geen enorm verschil tussen de structurele onderdelen van beide printers. Om de printer op je gemak in elkaar te zetten, kun je rekenen op een uurtje werk. Dat kan natuurlijk korter zijn als dit de vierentachtigste printer is die je in elkaar zet, en langer als je nog nooit een imbusbout hebt gezien.
De handleiding zit prima in elkaar. Er is een papieren versie in de vorm van klein boekje: een flinke verbetering ten opzichte van de summiere uitklapposter van de eerste Ender-3. Op de meegeleverde sd-kaart is een digitale versie van de handleiding beschikbaar en ook een instructiefilmpje is meegeleverd.
Je begint met het monteren van de staanders, waarbij opvalt dat er geen uitsparingen in het onderste profiel zijn gemaakt. Er zijn dus geen slots waar het aluminium profiel invalt, wat zou helpen met de plaatsing en uitlijning. Gelukkig zijn de profielen netjes gezaagd en zitten de tapgaten voor de schroeven op de juiste plek, zodat het frame alsnog netjes haaks in elkaar komt te zitten.
De volgende stap is het assembleren van de gantry, de balk waarover de loopkat beweegt dus. Aan deze x-as met hot end monteer je aan de ene kant de stappenmotoren voor de x-as en de Bowden-extruder, en aan de andere kant de rolwielen en de spanner voor de tandriem. Het hot end komt volledig geassembleerd uit de doos en hoef je enkel op het aluminium profiel te schuiven. Vervolgens monteer je de enkele z-motor en bijbehorende schroefas, en nu hoef je alleen nog de gantry op de schroef en de staanders te laten zakken.
De laatste stappen bestaan uit het monteren van de aluminium dwarsbalk die de twee staanders verbindt. Nu is het tijd voor finishing touches als de bedieningsdisplay vastzetten, de spoelhouder monteren en de kabeltjes inprikken. Aan de linkerstaander bevestig je de z-endstop, die je op de juiste hoogte voor het bed moet afstellen. Let erop dat je de endstop volledig haaks monteert, want de afstand tussen de lip van de microswitch en het aluprofiel is minimaal: een beetje scheef en ze schuren tegen elkaar.
Al het gereedschap dat je nodig hebt, is zoals gebruikelijk meegeleverd en kan worden opgeborgen in het laatje onder in de printer. De accessoires zijn overigens ook identiek aan die van de V1: het plamuurmes, de micro-sd-kaartlezer en de imbussleuteltjes zijn allemaal hetzelfde.
Ook de plastic clip op de stappenmotor voor de x-as is hetzelfde, maar in het kader van een netter en veiliger product hebben ook de y-stepper en bijbehorende endstop een plastic kapje gekregen. Bovendien, omdat de voeding nu binnen het frame aan de onderkant zit en er dankzij het gereedschapsbakje ook geen gat in het frame tussen de voorpoten zit, oogt de V2 veel netter dan de V1. Zeker, de onderkant lijkt daarmee wat op de CR6-SE, hoewel die nog wat consumentvriendelijker is. Zo heeft de Ender-3 bijvoorbeeld open V-slots in het aluminium profiel, waar daar bij de CR6 plastic vulstroken in zitten.
Het moederbord in de V2 is nieuw: Creality heeft al enige tijd moederborden met stille TMC2208-drivers erop, zoals de V1.1.5 met 1284-mcu en de V2.2 mt 2560-mcu. In de V2 zijn de drivers overigens niet uit te lezen; de tmc-interface voor bijvoorbeeld M122-gcodes is niet geïmplementeerd. De spanning van de stepperdrivers moet je desgewenst dus handmatig met een multimeter uitlezen en met een micro-pot aanpassen.
Het bord in de Ender-3 V2 heeft typenummer 4.2.2 en eveneens TMC2208-drivers aan boord, maar heeft een 32bit-mcu als brein: de stm32f103. Dat is een ARM-controller met een Cortex M3-core op 72MHz aan boord, 512kB opslag en 64kB werkgeheugen. Wellicht is dit overigens het bord dat de 32bit-versie van de CR6-SE ook krijgt. Een ander verschil met bestaande 8bit-borden van Creality is de 15A-zekering die het bord moet beveiligen. De usb-communicatie verloopt via een CH340-chip en een leuk detail is de voorbereiding op een autobedlevellingsensor als een BLTouch met een vijfpolige stekker.
De Ender-3 V2 in de praktijk
Na een uurtje knutselen zou je printer in elkaar moeten zitten en kun je printen. Of toch niet, want zoals bij de meeste printers moet je eerst het bed levellen, of trammen eigenlijk. Gelukkig wordt de Ender-3 V2 standaard met glazen bed geleverd, dus is het trammen vrij eenvoudig, vooral omdat de kans op een vervormd bed met glas zeer klein is. Allereerst is het zaak de z-endstop ruwweg op de juiste plek te hebben, zodat deze geactueerd wordt als je printkop in de buurt van het bed is. Vervolgens kun je met de vier stelknoppen de vier hoeken van het bed omhoog en omlaag draaien. We hadden graag stevigere veren onder het bed gezien; ook dat is een mod die op veel printers wordt uitgevoerd en tot minder gewiebel en verloop van het bed leidt.
Er wordt aangeraden het trammen met een papiertje tussen bed en printkop te doen, maar je kunt ook een voelersetje gebruiken en pakweg 0,10mm als streefwaarde hanteren. Als je al veel printers geleveld hebt, kun je het waarschijnlijk ook aardig op het oog doen. Belangrijkste aspect is dat je elke hoek afstelt en dat een paar keer herhaalt. Telkens als je een hoek hebt gehad, is de kans namelijk groot dat een andere afstand niet meer klopt. Een paar rondjes maken langs alle hoeken zou je een eind op weg moeten helpen. Let wel: de juiste, gelijke afstand is cruciaal voor je printjes en in veel gevallen het lastigste aspect van printen. Bij de Ender-3 V2 doe je dit dus handmatig; bij de onlangs besproken CR6-SE gebeurt dit automatisch.
Een korte opmerking over de geluidsproductie. Creality heeft de Ender-3 V2 voorzien van de stille tmc2208-drivers, die ervoor zorgen dat je het kenmerkende geluid van de stappenmotors niet meer hoort. Eigenlijk is de voornaamste geluidsbron nu die van de ventilators op het hot end, op het moederbord en in de voeding. Helaas moeten we zeggen dat de gebruikte ventilators, of de combinatie fans en roosters, niet direct stil zijn. De stockkoeling maakt minstens zoveel geluid als de V1. We meten omstreeks 52dB(A) voor de V2, waar de V1 en de CR6-SE op respectievelijk 52dB(A) en 48d(BA) uitkomen.
Dank voor de input
Voorafgaand aan deze review hebben we onze communityleden gevraagd wat zij getest wilden zien. Dank voor die input. Voor zover mogelijk hebben we geprobeerd jullie vragen te beantwoorden, onder die andere over:
- de beveiliging
- printen met diverse filamenten
- warping van het bed
- opwarmtijd en geluidsproductie
- duidelijkheid instructies
Er is geen filemanentsensor zoals bij de CR6-SE, maar aangezien die als endstop moet worden aangesloten, zou het een koud kunstje moeten zijn om die zelf toe te voegen als de firmware voor het moederbord eenmaal gedocumenteerd is. De endstops zijn echter enkel uitgevoerd, dus je zult alsnog op zoek moeten naar vrije i/o-pinnen voor je sensor. Waar sommige budgetprinters met onvoldoende beveiligingsmaatregelen worden geleverd, is de V2 in ieder geval voorzien van een deugdelijke Meanwell-voeding en zijn de thermal runaway-beveiligingen voor bed en hot end geactiveerd. Mocht er iets misgaan met een thermistor of mocht een verwarmingselement losschieten, dan kan de temperatuur dankzij die beveiliging niet zomaar tot gevaarlijke waarden stijgen.We hebben dat niet alleen via de firmware uitgelezen, maar ook even getest door de thermistor los te koppelen tijdens het opwarmen. De printer reboot dan en verwarmt het bed of hotend niet langer.
Is het bed eenmaal in orde, dan kan het filament in de printer. Creality levert een klein beetje filament mee, een los testrolletje van een meter of tien. Met de CR6-SE werd een keurige rol van 1kg filament meegeleverd, wat toch al snel twintig euro kost. Het filament moet door de Bowden-extruder worden geleid en door een ptfe-buis naar het hot end worden geduwd. De V2 heeft vrijwel dezelfde plastic clip als de V1 om het filament te drukken tegen het tandwiel van de stappenmotor die het filament beweegt, en dat is niet 's werelds fijnste systeem. Veel Ender-3-eigenaren vervangen die plastic clip dan ook door een aluminium clip, die iets prettiger werkt. Bovendien is aluminium minder gevoelig voor slijtage; het filament had bij de originele plastic beugel de neiging groeven in het plastic te slijten. Met een aluminium beugel gaat dat minder gemakkelijk en bij de Ender-3 V2 zit een koperen insert in het plastic om slijtage tegen te gaan. Nog een kleine, maar niet onbelangrijke verbetering van de V2 is dat de afstand tussen het filament en de lead-screw van de z-as net iets groter is. Zo loop je geen kans dat je filament tegen de schroefdraad schuurt. Ook daarvoor zijn diverse mods voor de eerste versie in omloop.
:strip_exif()/i/2003670476.jpeg?f=imagenormal)
Het kan met de standaardhardware van zowel de V1 als de V2 wat moeite kosten om het filament te laden. Dat is met de toevoeging van het draaiwiel op de extruder van de V2 wel iets gemakkelijker geworden. Met dat wiel op de extruder-as kun je deze gemakkelijker handmatig draaien om het filament in of uit de buis te bewegen. Dit is opnieuw een veel geprinte upgrade. Veel V1-eigenaren maken ook een geleider om het filament gemakkelijker naar de extruder te leiden. Aan dat filementpad is in de V2 weinig veranderd en dit kan dus nog steeds een wenselijke mod zijn. Door de filamenthouder overigens niet bovenop, maar aan de zijkant te monteren, kun je je filament met een kleinere kromming in je extruder krijgen. Wel mis je dan in theorie de laatste millimeters van je maximale printhoogte, hoewel je in de praktijk waarschijnlijk niet zo snel tegen die beperking aanloopt.
Printresultaten
Het printen met pla levert geen grote problemen op, hoewel de resultaten uiteraard sterk afhankelijk zijn van het filament, de temperaturen en slicersettings. Dat samenspel is, zoals bij alle printers, een kwestie van afstellen. Met een retractie van 5mm krijg je nog redelijk wat stringing, maar het voorkomt problemen met je filament. Het printbed kan een maximale temperatuur van 100 graden Celsius bereiken, maar voor pla is 60 graden meer dan voldoende. Het opwarmen duurt dan ongeveer vijf minuten. Creality gebruikt voor de meeste printers hetzelfde vermogen met de 24V-voeding en heaters. Het hot end kan in theorie tot 275 graden warm gestookt worden. Voor plastics als pla is de bovengrens 220 graden en dat haal je uiteraard met gemak. Ook voor het flexibele tpe kun je alles heet genoeg stoken, maar voor nylon en abs zit je al aardig aan de bovenkant van het temperatuurbereik, zeker wat het bed betreft, te meer omdat het een open printer is. De Ender-3 V2 is dan ook vooral geschikt voor pla-prints, hoewel je met zorgvuldig tweaken ook andere plastics kunt gebruiken, net als met de V1.
We hebben enkele standaardtestprintjes als 3DBenchy, een kalibratiekubus en een overhangtest geprint, en in onderstaande galerij de resultaten van de V2, de CR6-SE en een originele Ender-3 gezet. Nu is de out-of-the-box printkwaliteit zonder veel tuning, zeker bij een printer als de Ender-3, natuurlijk niet het eindpunt, maar juist het startpunt. Vooral spelen met je slicersettings kan veel verbetering opleveren, maar we konden wel constateren dat basisfactoren als dimensionele nauwkeurigheid in orde zijn.
Van links naar rechts: De Ender-3 V2, Ender-3 (origineel), CR6-SE en een rechts twee kubussen met de rechterkubus onderbroken en hervat (resume-functionaliteit printer: rechts van de Y het karakterestieke smeltpunt waar het hotend op de print bleef hangen)
We hebben diverse plastics geprobeerd, met wisselend succes. Let wel, we hebben de aanbevolen temperaturen voor de desbetreffende plastics gehanteerd, waarbij we ongeveer in het midden van het opgegeven bereik gingen zitten. Nog een kanttekening: ik print voornamelijk met pla en met sommige exoten ontbreekt ervaring. Dat gezegd hebbende, kwamen we tot de volgende resultaten:
Plastic |
Nozzle-temperatuur |
Bed-temperatuur |
Resultaat |
Pla (Jupiter) |
200°C |
60°C |
Prima print |
Petg (Jupiter) |
240°C |
60°C |
Prima print |
Abs (Jupiter) |
240°C 250°C 250°C |
70°C 80°C 85°C |
Laat na enkele lagen los Warmer bed werkt beter Met brim prima print |
Abs-Pro (Jupiter) |
250°C |
85°C |
Prima print |
Nylon (Jupiter) |
250°C |
80°C |
Laat na een of meer lagen los |
Tpe (Jupiter) |
230°C |
60°C |
Laadt en hecht lastig, maar print oké met brim |
Tpu (NinjaFlex) |
220°C |
40°C |
Laadt lastig, maar print redelijk |
We hebben het testprintje, een kleine octopus, met 50mm/s geprint zonder skirts, brims of rafts. De tpe- en tpu-tests zijn met 20mm/s geprint.
Met pla en petg hadden we geen enkel probleem, en dat geldt ook voor het abs-pro. Het reguliere abs liet steeds los van het bed, maar een brim van tien lijntjes eromheen loste dat probleem op. Nylon bleek het lastigst van allemaal te zijn en deed zijn reputatie eer aan. De eerste printjes lieten steeds los, ook na het filament een paar uurtjes te laten drogen in de oven. Pas na drogen én wat lijm op het printbed is het testprintje, met brim, redelijk gelukt, maar met een flinke hoeveelheid stringing. Het moge duidelijk zijn dat nylon niet het fijnste filament is.
Het flexibele tpe-filament laat zich wat moeilijk laden en het doordrukken van oud filament bleek lastig, maar na wat prutsen print het filament prima. Ons testprintje laat weer gemakkelijk los, maar met een brim eromheen, net als bij abs, viel het hechtingsprobleem op te lossen. We waren eigenlijk aangenaam verrast dat een redelijk flexibel filament zonder grote problemen door de Bowden-tube geduwd kon worden.
Het tpu-filament, het bekende flexibele NinjaFlex-filament, is minstens zo lastig de extruder in te krijgen, want het is veel flexibeler dan tpe. Het superflexibele filament hecht een stuk gemakkelijker aan het bed, maar toch liet een van de pootjes los zonder brim. Nu is het oppervlak waarmee deze print kan hechten, ook zeer klein, dus dat zullen we het filament niet kwalijk nemen. Een tweede versie met brim had geen problemen met de hechting aan het bed. De octopus is wel behoorlijk stringy, maar dat kan met wat tunen van de retractie - voor de test was die 5mm - wellicht nog verbeterd worden. Hoe goed grotere prints lukken, en of de printer na wat slijtage hier en daar nog steeds met NinjaFlex overweg kan, is afwachten, maar vooralsnog zijn we behoorlijk tevreden.
Conclusie
De grote vraag is natuurlijk: moet je je originele Ender-3 aan de straat zetten en de V2 kopen? Aangezien het in grote lijnen dezelfde printer is, lijkt dat niet zo zinvol. De V2 heeft een aantal upgrades ten opzichte van het origineel, maar niet zo schokkend dat je direct hoeft te upgraden.
Een andere vraag is: welke printer moet je kiezen als je nieuw gaat kopen, de Ender-3, de Ender-3 Pro, de Ender-3X of deze nieuwe Ender-3 V2? Daarvoor gaan we even rekenen en dat doen we aan de hand van de prijzen die Creality op zijn eigen website hanteert. Er zijn immers Europese voorraden en Creality verkoopt diverse upgrades in zijn winkel. De stock Ender-3 kost 209 dollar. Dat is dus het basismodel met 8bit-moederbord en pei-bouwplaat. Een glazen plaat kost 23 dollar extra, dus de prijs is dan 232 dollar. De Ender-3 Pro heeft een magnetische bouwplaat en een Meanwell-voeding, en zou iets verbeterd moeten zijn ten opzichte van de reguliere Ender-3. Daar betaal je 239 dollar voor en je kunt desgewenst ook weer een glasplaat bestellen. De Ender-3X lijkt sterk op de gewone Ender-3, maar wordt voor 219 dollar geleverd met glazen plaat en een paar extra nozzles.
De V2 moet 269 dollar kosten. Daar krijg je de verbeterde Meanwell-voeding voor, een glazen plaat, een netter afgewerkte printer, een 32bit-moederbord met voorbereiding op abl en met stille drivers, een modernere display en iets meer gebruiksgemak. Als je de V1 zou upgraden naar vergelijkbare functionaliteit, ben je ongeveer 30 euro voor een moederbord met TMC2208-drivers kwijt, 20 euro voor een glasplaat en 30 euro voor een Meanwell LRS-350-24-voeding. Dan moet je nog wel een manier vinden om je voeding onder je printer te monteren en zul je sommige upgrades als het scherm alsnog missen. Daarmee lijkt de V2 een veel betere keus om nieuw te kopen dan een V1 of andere variant, maar als je die al hebt, kun je daar lekker aan blijven upgraden natuurlijk.
Dat kan ook met de V2, want zoals gezegd is het moederbord voorbereid op upgrades. Dan is het wel zaak dat je het kunt en als Creality de sourcecode vrijgeeft, is dat een stuk gemakkelijker. Ook in hardware zijn er nog wel andere upgrades te bedenken, want perfect is de V2 nog niet. Zo is het jammer dat er geen stevigere veren onder het bed zitten, want dat is een upgrade die velen noodzakelijk achten voor de stabiliteit van het bed. Hoe de ptfe-tube en koppelingen zich houden, is afwachten, maar we hadden graag de kenmerkende blauwe kleur van Capricorn-buizen gezien. En aan het filamentpad van rol naar hot end is weinig veranderd, terwijl daar vaak een pijnpunt zit.
Dat gezegd hebbende, is de Ender-3 V2 een publiekspleaser. Veel upgrades die V1-eigenaren bijna standaard uitvoeren, zijn al door de fabriek uitgevoerd en de printer lijkt in alle opzichten compatibel met de enorme hoeveelheid upgrades en modificaties die al voor het origineel bestaan. Als de prijs nu ook aantrekkelijk wordt en ruim omder de 250 euro blijft, kan de Ender-3 weer jaren mee.