Het grote plan van AMD is bijna compleet. Na de introductie van de Ryzen 3-, 5- en 7-processors voor de mainstreamdesktop en de Threadripper-cpu's voor het hoogste segment is er nu eindelijk Raven Ridge, de processor-gpu-combinatie voor instapdesktops. Daarmee kan AMD het volledige desktopspectrum beslaan, van eenvoudige instapsystemen tot het hedt-segment. Belangrijker: Raven Ridge heeft iets wat de in 2017 geïntroduceerde processors niet hebben: een ingebouwde gpu.
Daarmee kan AMD eindelijk concurreren met Intel op de markt voor eenvoudige pc's zonder losse videokaart. Want hoewel AMD al Ryzen Pro-producten had voor de zakelijke markt, hadden ook de eenvoudigste daarvan een losse videokaart nodig. En waarom zou een bedrijf voor een office-pc een losse videokaart willen aanschaffen? Dat levert extra drivergedoe, mogelijke defecten en extra kosten op. Met een ingebouwde gpu heb je daar geen last van en veel werk hoeft een gpu voor kantoorwerk niet te verzetten. Ook de spreekwoordelijke huis-tuin-en-keuken-pc, die gebruikt wordt voor internet, administratie en vergelijkbare lichte taken, heeft geen losse videokaart nodig. Tot voor kort was dat allemaal het domein van Intel, met i3's, Pentiums of Celerons.
Met Raven Ridge, voor de desktop bestaande uit twee processors, de 2200G met een adviesprijs van 99 dollar en 2400G met een adviesprijs van 169 dollar, heeft AMD concurrentie voor Intel en biedt het bovendien iets wat Intel in mindere mate heeft: redelijke grafische prestaties, genoeg om ook een spelletje te spelen op je goedkope systeem. Raven Ridge combineert namelijk Zen-cores met Vega-graphics, en hoewel Vega als concurrent voor Nvidia minder succesvol is, zou dat in Raven Ridge weleens anders kunnen uitpakken. Hoe Vega dat samen met Zen moet klaarspelen, en of dat lukt, zullen we in deze review bekijken.