Introductie: de grote golf
Het is alweer ruim vier maanden geleden dat Intel zijn nieuwste processorgeneratie met de codenaam Kaby Lake aankondigde. De eerste golf processors was, zoals we inmiddels gewend zijn van Intel, gericht op laptops met de zuinige U- en Y-series processors. De tweede en grotere golf komt met de introductie van de H- en HQ-series voor laptops en de desktopmodellen: Xeons en natuurlijk de bekende overklokbare K-modellen.
Met de introductie van de desktopprocessors introduceren Intel en moederbordfabrikanten een bijpassende nieuwe chipset. In navolging van de Series 100-introductie bij Skylake wordt de chipsetgeneratie Series 200 genoemd en voor game- en high-end moederborden wordt afgetrapt met de Z270. Over de introductiedatum van overige chipsets is nog weinig bekend, maar de H270 voor mainstreamoederborden, Q270 en Q250 voor zakelijke en de B250-variant voor kleinzakelijke pc's staan op de planning om uitgebracht te worden. Natuurlijk moet er voor de Xeons een workstationchipset komen in de vorm van de C422.
/i/2001355489.jpeg?f=imagenormal)
We concentreren ons op de S-serie desktopprocessors met de Z270-serie chipset, waarbij we in deze review naar het topmodel, de Core i7-7700K zullen kijken en deze met zijn voorganger, de 6700K, vergelijken. Daarnaast zullen we enkele moederborden van de drie in Nederland grootste fabrikanten nader bekijken. Het feest is dan nog niet compleet, want we kregen van BTO een laptop met daarin de Core i7-7700HQ, voorlopig het topmodel uit de mobiele line-up. Van Intel kregen we helaas niet op tijd een 7700K, maar MSI was zo vriendelijk een retailexemplaar te leveren. Voor de gelegenheid kochten we een 6700K, aangezien onze review van die processor een ES betrof. Om enkele nieuwe features van het platform te bekijken, kregen we van G.Skill ten slotte een setje 3866MHz-ddr4-geheugen.
Het platform
Bij de introductie eind augustus zijn we ingegaan op de belangrijkste verbeteringen van Kaby Lake en dan vooral voor mobiele laptopprocessors. Hoewel de onderliggende architectuur ten opzichte van voorloper Skylake niet veranderd is, zijn er enkele verbeteringen in de processors, in het bijzonder in de weergave en productie van video. Ook de gpu is in principe niet veranderd, maar de media-engine, een dsp binnen de gpu, is dat wel en ondersteunt voortaan 4k-video met hevc- en vp9-codecs. Daarmee moeten laptops langer met hun accu doen bij het weergeven van h265- of YouTube-video's. Ook het coderen van video met die codecs wordt ondersteund en er is hdr-ondersteuning toegevoegd.
Verder worden de Kaby Lake-processors, net als Skylake en Broadwell daarvoor, op een 14nm-procedé gemaakt. Voor Kaby Lake zegt Intel de node echter zodanig onder de knie te hebben dat een verschil met de 14nm-Skylake-transistors merkbaar is. Intel noemt het procedé dan ook 14nm+, waarmee het meer rek in het silicium kan aanbrengen, wat de elektronmobiliteit vergroot. Ook de gatevinnen van de transistors kunnen hoger gemaakt worden dan bij Skylake, wat sneller schakelen mogelijk maakt. Kaby Lake-processors kunnen op deze manier hoger geklokt worden zonder meer vermogen te verstoken en zo betere prestaties neerzetten. Volgens Intel moet dat alles twaalf procent prestatiewinst opleveren. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor de mobiele laptop-, maar ook voor de desktopprocessors.
Een deel van de gevoelsmatige prestatiewinst is ook te danken aan een verbeterde Speed Shift-technologie. Voorheen bepaalde het besturingssysteem in welke cpu-state de processor geschakeld moest worden en zo op welke multiplier gedraaid moest worden. Omdat het besturingssysteem de beslissingen in software maakt en die naar de processor gestuurd moeten worden, waarna geschakeld kan worden, is de latency tussen schakelen gereduceerd. Voor de komst van Speed Shift bedroeg die schakeltijd zo'n 100ms, maar de met Skylake geïntroduceerde eerste Speed Shift-versie reduceerde dat tot ongeveer 30ms. Met de verbeterde Speed Shift-technologie in Kaby Lake is dat nog maar 10 tot 15ms. Voor Speed Shift is overigens wel ondersteuning van het besturingssysteem nodig en vooralsnog is dat voorbehouden aan Windows 10. Naast responsiever schakelen tussen snelheden moet de techniek iets zuinigere processors en fijnmazigere controle over de frequenties van de cores opleveren.
Desktopveranderingen
Wat is er dan wel veranderd voor de desktop? De belangrijkste vernieuwing moet de Series 200-chipset zijn. Die is onderverdeeld in de Z270 voor high-end en gamesystemen, de H270 voor mainstream-pc's en de Q270, Q250 en B250 voor zakelijke toepassingen. We richten ons vooral op de Z270-chipset, aangezien ook de eerste batch moederborden met deze chipset wordt uitgerust. De verschillen tussen de Z270- en Z170-chipsets lijken op het eerste gezicht niet zo groot. Beide gebruiken de lga1151-socket en Skylake-processors kunnen dan ook in Z270-moederborden gestoken worden. Kaby Lake-processors kun je in Z170-moederborden steken, mits het bios een update gekregen heeft. Ook op het gebied van i/o-poorten lijkt weinig veranderd. De pch levert maximaal tien usb 3.0-poorten en veertien usb 2.0-poorten. Voor usb 3.1-poorten moeten fabrikanten nog altijd uitwijken naar bijvoorbeeld ASMedia-controllers of Intels thunderbolt-controllers.
Op het gebied van usb-connectiviteit is echter wel goed nieuws te melden. De frontpanelconnector voor usb 3.0-poorten is eindelijk verbeterd. De bekende twintigpinsconnector stamt uit 2010 en was een nogal slap en onprettig bouwsel. De kabels waren veel te dik en stijf voor de vaak slappe header, en vooral bij vaker inprikken kon de header makkelijk averij oplopen. De nieuwe connector voor usb 3.1-poorten is eindelijk klaar en is op een enkel bord al te vinden. Er zijn natuurlijk nog geen behuizingen met geschikte bekabeling of stekkers, maar de voorbereiding is er.
Een tweede en grotere verandering is het aantal pcie-lanes. De processor levert er nog altijd gewoon 16, primair bedoeld voor de videokaart. Dat is hetzelfde als bij Skylake, maar de pch levert nu geen 20, zoals bij Skylake, maar 24 pcie-lanes. Dat geeft meer ademruimte voor uitbreidingsmogelijkheden, want vergeet niet: elke externe controller, zoals een netwerkcontroller, raid-controller of usb 3.1-controller, vergt één of meer pcie-lanes.
Een andere flinke verandering, die evenmin direct zijn vruchten afwerpt, is ondersteuning voor Intels Optane-technologie. Veel over deze techniek is nog niet bekendgemaakt, behalve dat het met Intels in 2015 aangekondigde 3D XPoint-geheugen in eerste instantie als een soort caching-ssd dienst zou gaan doen. Het Optane Memory is dan ook in de loop van de eerste helft van dit jaar in de m2-formfactor beschikbaar gekomen, met bescheiden capaciteiten van 16 en 32GB. Het gebruik van Optane Memory als cachingdrive voor systemen met harde schijven lijkt misschien een beetje op de Smart Response Technology die Intel bij Sandy Bridge in 2011 liet debuteren, maar Optane Memory zou voordelen bieden ten opzichte van een normale caching-ssd, doordat het geheugen direct adresseerbaar is. Zodra er daadwerkelijk Optane Memory voor de Series 200-platforms beschikbaar is, kunnen we daar meer over zeggen. Overigens heb je wel een Kaby Lake-processor nodig voor Optane Memory-ondersteuning; alleen de Series 200-chipset met een Skylake-processor is niet genoeg.
Op het gebied van overklokken moet met de drie K-modellen ook het een en ander verbeterd zijn. Zo zijn de processors makkelijker en stabieler te overklokken dankzij een functie die B Clock Aware Voltage/Frequency Curve genoemd wordt. Die moet werken door de spanningen en frequenties van de verschillende onderdelen binnen de processor aan te passen aan de methode van overklokken. Als je met de baseclock-frequentie speelt, reageert de processor door de spanningen en frequenties op een andere manier aan te passen dan wanneer je alleen de multiplier verhoogt. Dat moet leiden tot stabiere en hogere overclocks. Een ander aspect is de AVX Offset Ratio. Het deel van de processor dat voor avx-berekeningen gemaakt is, is complex en gevoeliger voor overklokken dan overige delen. Omdat je weinig vectorberekeningen bij overklokken hoeft te doen, kun je die avx2-logica uitschakelen en hogere klokfrequenties halen.
Over hogere kloksnelheden gesproken, ook het geheugen kan een tandje hoger met Kaby Lake. Waar de Z170-chipset nog een ondersteunde ddr4-snelheid van 2133MHz had, is dat bij Z270 verhoogd tot 2400MHz. Uiteraard kan dat met overklokken en xmp-profielen in beide gevallen verder verhoogd worden.
De line-up Kaby Lake-processors
Zoals we aangaven, heeft Intel naast de zes laptopprocessors van augustus een flink aantal nieuwe Kaby Lake-processors uitgebracht. We gaan niet alle modellen met al hun specs op deze pagina proppen; daar is Intels ARK veel geschikter voor. Bovendien zie je met 42 processors door de bomen het bos niet meer. We geven wel een overzicht van de desktopprocessors.
/i/2001355737.jpeg?f=imagenormal)
Mobiel
Voor de mobiele markt komen er in totaal maar vier series op de markt. De Y-serie, met vier vertegenwoordigers, heeft socs met tdp's van slechts 4,5W, waarbij deze hoger of lager geconfigureerd kunnen worden naar 3,5 of 7W. De socs hebben twee hyperthreading cores en een HD Graphics 615-gpu aan boord.
Die HD Graphics-gpu is de bekende gpu met een of meer slices met daarin elk 12 execution units. De 620- en 630-serie zijn opgebouwd uit de GT2-gpu, met 24 execution units. Alle Iris Plus Graphics-gpu's hebben edram aan boord voor betere prestaties.
De U-serie valt uiteen in drie subgroepen, waarvan de eenvoudigste de U-serie met HD Graphics is. Dit zijn dualcore-i3's, -i5's en -i7's met hyperthreading en de HD Graphics 620-gpu. De tdp's bedragen 15W met een configureerbare ctdp naar 7,5W. De U-serie met Iris Plus Graphics in de vorm van de 640 zijn vier 15W-dualcores met hyperthreading. De U-serie met Iris Plus Graphics 650 en een tdp van 28W ten slotte bestaan uit vier hyperthreading-dualcores met 650-gpu en een ctdp tot 23W.
De Xeon-serie voor laptops bestaat uit slechts twee modellen, maar wel twee quadcores mét hyperthreading. De gpu is een HD Graphics P630 en de tdp en ctpd bedragen respectievelijk 45 en 35W.
De laatste laptopserie is de H-serie, die bestaat uit zeven processors. Deze hebben allemaal een HD Graphics 630. De enkele i3 in het rijtje heeft een tdp van 35W en twee hyperthreading-cores. De twee i5's zijn quadcores zonder hyperthreading, terwijl de i7-varianten quadcores met hyperthreading zijn. Alle quadcores hebben een tdp van 45W en een ctdp van 35W.
Desktopprocessors
Dan zijn er voor de desktop twee series. Je kunt het als een enkele serie beschouwen, maar we houden onderscheid tussen de S-serie en de S-serie met T-toevoeging. Die laatste zijn zuinigere varianten met een tdp van 35W in plaats van de 65W van de reguliere varianten. Er komen zes T-processors: één i7, drie i5's en twee i3's. Van de standaard-S-desktopprocessors komen één i7-, drie i5- en drie i3-varianten op de markt.
Voor de desktop komen ook drie overklokbare processors uit de K-serie, met vrij instelbare multiplier, op de markt. Twee daarvan zijn gebruikelijke varianten, een i7-7700K en een i5-7600K, en die zijn direct verkrijgbaar. Bij wijze van experiment brengt Intel eind januari ook een overklokbare i3-processor uit: de i3-7350K, die met 168 dollar relatief goedkoop wordt.
K-processors |
i7-7700K |
i5-7600K |
i3-7350K |
Cores/threads |
4/8 |
4/4 |
2/4 |
Frequentie |
4,2GHz |
3,8GHz |
4,2GHz |
Turbo |
4,5GHz |
4,2GHz |
geen |
Tdp |
91W |
91W |
60W |
Prijs (bij 1000) |
339 dollar |
242 dollar |
168 dollar |
S-serie |
i7-7700 |
i5-7600 |
i5-7500 |
i5-7400 |
i3-7320 |
i3-7300 |
i3-7100 |
Cores/threads |
4/8 |
4/4 |
4/4 |
4/4 |
2/4 |
2/4 |
2/4 |
Frequentie |
3,6GHz |
3,5GHz |
3,4GHz |
3GHz |
4,1GHz |
4GHz |
3,9GHz |
Turbo |
4,2GHz |
4,1GHz |
3,8GHz |
3,5GHz |
geen |
geen |
geen |
Tdp |
65W |
65W |
65W |
65W |
51W |
51W |
51W |
Prijs (bij 1000) |
303 dollar |
213 dollar |
192 dollar |
182 dollar |
149 dollar |
138 dollar |
117 dollar |
De chipsets bestaan uit vijf uitvoeringen. Voor high-end systemen is de Z270-chipset gereserveerd, terwijl de H270 meer op mainstream-pc's gericht zijn. Voor zakelijk gebruik zijn twee chipsets beschikbaar in de vorm van de Q270- en Q250-chipsets en voor kleinzakelijk gebruik ten slotte is er de B250-chipset. Die mist management-functies als Intel AMT die de Q-series wel hebben.
De testsystemen
We hebben ons in deze review geconcentreerd op de desktop, maar toch hebben we ook een laptopuitvoering van Kaby Lake getest, met de Core i7-7700HQ aan boord. Deze BTO X-Book 15M76 is verder voorzien van één module 16GB ddr4-geheugen op 2133MHz, een GTX 1060-videokaart van Nvidia en een Samsung SM951-nvme-ssd van 128GB. Voor massaopslag is aan een 1TB 5400rpm- harde schijf gedacht en het scherm van de laptop is een full-hd-scherm van 15,6". De accu is een 64Wh-exemplaar.
We hebben het desktopplatform voor Kaby Lake opgetrokken rond de combinatie van de Core i7-7700K en MSI's Z270 Pro Gaming 7-moederbord. Onze gebruikelijke HX850-voeding van Corsair en twee ddr4-geheugenrepen op 2133MHz, en een Samsung 830-ssd met Windows 10 1607 maken het testsysteem compleet. Om de resultaten beter onderling te kunnen vergelijken hebben we het Kaby Lake-systeem overigens net als eerdere Intel-processors met geheugen op 2133MHz getest. Het desktopsysteem hebben we niet alleen met een 7700K uitgerust, maar ook met de voorganger, de 6700K. Daarbij hebben we beide processors zowel op stock-snelheden als op 4GHz zonder turbo's gedraaid, zodat we niet alleen een vergelijking tussen de processors zoals je ze koopt, maar ook een klok-voor-klokvergelijking kunnen maken.
Systeem |
Processors (tdp) |
Kloksnelheid (turbo) |
Moederbord |
Geheugen |
Z270 |
Core i7-7700K (91W) Core i7-6700K (91W) |
4/8x 4,2GHz (4,5GHz) 4/8x 4GHz (4,2GHz) |
MSI Z270 Gaming Pro Carbon |
2x 4GB ddr4 2133MHz en 2400MHz 2x 4GB ddr4 3600MHz en 3866MHz
|
Z97 |
Core i7-4770K (84W) Core i7-4790 (84W) |
4/8x 3,5GHz (3,9GHz) 4/8x 3,6GHz (4,0GHz) |
Asus Maximus V Ranger |
2x 4GB ddr3 1600MHz |
Z77 |
Core i7-3770K (77W) Core i7-2700K (95W) |
4/8x 3,5GHz (3,9GHz) 4/8x 3,5GHz (3,9GHz) |
MSI Z77A-GD65 |
2x 4GB ddr3 1600MHz |
FM2+ |
A10-7860K (65W) |
4x 3,6GHz (4,0GHz) |
Gigabyte G1.Sniper A88X |
2x 4GB ddr3 1600MHz |
AM3+ |
FX-9590 (220W) FX-8350 (125W) FX-8370E (95W) |
4/8x 4,7GHz (5,0GHz) 4/8x 4,0GHz (4,2GHz) 4/8x 3,3GHz (4,3GHz)
|
Asrock 990FX Killer |
2x 4GB ddr3 1600MHz |
Ten slotte hebben we het Z270-systeem van sneller ddr4-geheugen van GSkill voorzien. Dit geheugen kan op 3866MHz draaien en hebben we gebruikt om de ondersteuning voor hogere geheugensnelheden te testen en de prestatiewinst van hooggeklokt geheugen te onderzoeken. Het Kaby Lake-systeem wist zonder problemen het geheugen naar 3866MHz te tillen, maar met de Skylake-processor in het Z270-bord bleven we op 3600MHz steken. Op hogere snelheden en met meer spanning op het ram kregen we bluescreens. Op 3600MHz konden we de benches draaien, maar met Prime voor de vermogentest vielen soms toch workers uit, reden om deze benchmark weg te laten.
Kaby Lake als quadcore-laptopprocessor
We trappen af met de Kaby Lake-laptop, die is voorzien van de 7700HQ, een GTX 1060 van Nvidia en 16GB ddr4-geheugen dat op 2133MHz is geklokt. Een SM951-ssd van Samsung en een 1TB-schijf maken de 1080p-laptop compleet. We vergelijken deze laptop met enkele laptops met de voorloper van de 7700HQ, wat natuurljk de 6700HQ is. In onze database zit nog geen 6700HQ in combinatie met een GTX 1060, dus hebben we laptops met zowel de GTX 960 als de GTX 1070 uitgezocht. Uiteraard concentreren we ons echter op processorbenchmarks, niet op het systeem als geheel of de grafische prestaties.
- Cinebench Single
- Cinebench Multi
We beginnen met de objectiefste test voor de processorprestaties: Cinebench. De OpenGL-prestaties kunnen we goeddeels negeren, aangezien er nog geen 1060 in de bench-db staat, maar bij de singlethreaded en multithreaded cpu-tests zien we de Kaby Lake 7700HQ keurig acht procent beter scoren dan de beste 6700HQ. Dat is nog wel een aardig eind verwijderd van de twaalf procent die beloofd was.
- Handbrake
- Photoshop CC
- PCMark 8 v2 Home
Handbrake laat prima resultaten zien, waarbij de 7700HQ net iets rapper is dan de overige laptopprocessors. In Photoshop zien we geen verschil, maar in de PCMark-test, waarin veel meer aspecten en componenten van de laptop tellen, scoort de testlaptop niet zoals je op basis van Cinebench en de 7700HQ mag verwachten.
- Accutest video
- PCMark 8 accuduur
- PCMark 8 score
Gaan we dan kijken hoe de accuduur is, dan zien we geen winst van de Kaby Lake-processor. Een echte vergelijking kunnen we echter niet maken, aangezien elke laptop anders is en er veel meer componenten wisselen dan alleen de processor. Wel blijkt de PCMark 8-score op de accu een stuk beter en veel meer in lijn met wat we verwachtten.
Kaby Lake-desktopprestaties
We beginnen de vergelijking van het Kaby Lake-platform met enkele synthetische benchmarks. De bekende Cinebench-benches laten we als eerrste zien, gevolgd door Futuremarks PCMark 8 en 3DMark. Van PCMark 8 hebben we de gpu-accellerated Home-test gedraaid en omdat we integrated graphics testen, hebben we de Cloud Gate-test van 3DMark gedraaid.
De drie beste OpenGL-resultaten van de AMD-processors kunnen we negeren, aangezien die op een losse videokaart gedraaid zijn voor het AM3-platform. Kijken we naar de integrated graphics, dan blijkt de 630-gpu in de Kaby Lake-processor vrijwel even snel als de 530-gpu van Skylake: niet verwonderlijk, aangezien aan de execution units zo goed als niets is veranderd.
Bij de singlecore cpu-test zien we een keurige opeenvolging van generaties, met de 7700K aan kop, gevolgd door steeds een oudere generatie Intel-processors. Daarna volgen de AMD-processors. Bij de multithreaded test zien we bijna hetzelfde, alleen komt AMD's hooggeklokte 9590 tussen de Intel-processors te staan.
- Cloud Gate
- Cloud gate - Graphics
- Cloud Gate - Physics
- PCMark 8 v2 Home
Ook in deze test kunnen we het AM3-platform negeren, maar kijken we naar de integrated graphics, dan is er in Cloud Gate weer nauwelijks verschil tussen de 7700K en de 6700K. Alleen in de totaalscore komt de nieuwe Kaby Lake er iets beter uit, dankzij de hoger geklokte cpu-cores. Dat zien we ook in de PCMark-score, waarbij we het AM3-platform weer zouden moeten negeren omdat dat versneld wordt door een Radeon 6950-gpu in plaats van processor graphics.
Voor de laatste synthetische test kijken we naar Luxmark. Dit is een rendertest die we op de cpu en gpu afzonderlijk kunnen draaien. De resultaten van het AM3-platform, dus de FX-processors, kunnen we hier negeren aangezien die noodzakelijkerwijs met een losse videokaart gedraaid zijn. De overige resultaten zijn met de in de processor geïntegreerde gpu gedraaid.
Tussen de 6700K en 7700K zien we in de cpu-test geen verschil, hoewel die laatste natuurlijk een stuk sneller geklokt is. En juist waar je weinig of geen verschil zou verwachten, in de gpu-test, is de 7700K een stuk rapper. Wel zijn de beide 14nm-generaties een stuk rapper dan de voorgaande generaties.
Praktijktests
Tijd om met praktijktests aan de slag te gaan. We hebben een aantal benchmarks van Adobe gedraaid, lieten Handbrake een videobestand converteren en repareerden met Multipar een multipar-archief.
- Handbrake
- Lightroom export
- Multipar
- Photoshop CC
- Premiere CC
Ook in de praktijktests zien we de 7700K keurig voorop, met uitzondering van een verwaarloosbaar verschil in de Lightroom-test.
We hebben drie games gebenchmarkt om de geïntegreerde gpu te testen. We hebben eerder al gezien dat er geen waarneembaar verschil is tussen de prestaties van de 530 en 630 van respectievelijk de Skylake- en Kaby Lake-generatie.
- Stalker: CoP - 1920x1080 - Medium - 0xAA
- Sleeping Dogs - 1280x720 - Medium
- Grid 2 - 1280x720 - Medium - 0xAA
In deze drie games zien we dat bevestigd: afgezien van marginale verschillen die binnen de foutmarge blijven, presteert de gpu van de 7700K gelijk aan die van de 6700K. Ook de kleine klokverschillen maken hier niet uit, omdat de cpu-cores niet de beperkende factor zijn. Wel zien we een duidelijke voorsprong van Sky- en Kaby Lake ten opzichte van eerdere generaties.
Ten slotte kijken we naar de opgenomen vermogens van de processors. Dit doen we op het niveau van het complete systeem, waarbij dus ook invloeden van moederbord en geheugen meewegen.
Onbelast zijn de Skylake- en Kaby Lake-systemen een stuk zuiniger dan de overige platforms. Dat heeft ongetwijfeld niet alleen met de zuinige 14nm-processors te maken, maar ook met het zuinige ddr4-geheugen en het moederbord. Onder belastig vallen de verschillen grotendeels weg en komt de top drie binnen enkele procenten van elkaar uit.
De 6700K en 7700K klok voor klok
De basiskloksnelheid van de 6700K Skylake-processor bedraagt 4GHz, met een turbo naar 4,2GHz. De nieuwe Kaby Lake 7700K-processor heeft een hogere kloksnelheid van 4,2GHz met turbo naar 4,5GHz. Om puur een vergelijking van de 7700K en 6700K te kunnen maken, zonder de invloed van die hogere kloksnelheid en de turbo in combinatie met de verbeterde Speed Shift-technologie, hebben we beide processors op 4GHz geklokt, zonder turbo ingeschakeld.
In onderstaande grafieken geven we een aantal resultaten weer van de op 4GHz geklokte processors, naast de resultaten op stocksnelheid en met turbo ingeschakeld. Zo maken we een klok-voor-klokvergelijking om te zien of er verschillen in ipc of instructions per cycle te bespeuren zijn.
- OpenGL
- Single
- Multi
- PCMark 8 v2 Home
In deze synthetische benchmarks liggen de resultaten van de op 4GHz geklokte 6700K en 7700K binnen één procent van elkaar en kunnen we dus geen winst of verbetering constateren.
- Handbrake
- Lightroom export
- Photoshop CC
- Premiere CC
In de praktijktests zien we opnieuw vrijwel identieke scores, hoewel het verschil tussen de 6700K en 7700K in Lightroom voor het eerst boven de één procent komt. Ook dat vinden we echter niet significant. Het verschil van de turbo is bij de 6700K overigens wel mooi te zien in Premiere: op fixed 4GHz is die processor een paar seconden langzamer dan op dezelfde snelheid met turbo.
Het lijkt er dus op dat de ipc, dus de pure prestaties of berekeningen per kloktik, niet is verbeterd als we Skylake en Kaby Lake vergelijken. Dat ligt ook in de lijn der verwachting, aangezien er geen architecturele wijzigingen zijn doorgevoerd en er los van hogere kloksnelheden en verbeterd turbobeheer zo goed als geen verschil is tussen de twee halve generaties.
De invloed van sneller ddr4-geheugen
We hebben in het verleden meermaals vastgesteld dat hoger geklokt geheugen voor AMD-processors flinke winsten oplevert, vooral voor de grafische prestaties van de ingebouwde gpu.
Met Skylake kwam voor Intel de overstap naar ddr4-geheugen, dat flink hoger geklokt kan worden dan ddr3-geheugen. De kloksnelheid ging van 1600 naar 2133MHz en met de introductie van Kaby Lake wordt de ddr4-snelheid verhoogd naar 2400MHz. We hebben de 7700K met zowel 2133 als 2400MHz getest om eventuele verschillen te bekijken.
Met Kaby Lake en Z270-borden moet de maximale snelheid van ddr4-repen echter ook verhoogd worden, reden om twee modules van 4GB rap geheugen in het bord te prikken. We kozen twee 3866MHz-G.Skill-modules en klokten het geheugen via XMP op 3866MHz in het MSI Z270-bord om daarmee te benchen. De 6700K heeft ondersteuning voor iets lagere kloksnelheden, waardoor we stabiel niet hoger dan 3600MHz kwamen met het geheugen. Om de twee processors te vergelijken hebben we dan ook op 3600MHz gedraaid. We bekijken de winst ten opzichte van de lagere geheugensnelheden in synthetische en praktijktests. Van enkele benchmarks hebben we enkel de 7700K met 3866MHz-geheugen gedraaid om de winst te zoeken.
- Cbench OpenGL
- Cbench Single
- Cbench Multi
- PCMark 8
We beginnen met Cinebench en PCMark. In de OpenGL-test zien we duidelijke winst, maar in de single- en multithreaded cpu-tests is het verschil marginaal. We zullen de winst in grafische benchmarks met enkele games en 3DMark nader bekijken. In PCMark is het verschil weer iets groter, ook omdat deze test weer gpu-versneld is.
- Totaalscore
- Graphics
- Physics
Met uitzondering van de Physics-score, waar de 7700K met 3866MHz-geheugen een uitglijder had, scoort sneller geheugen aanzienlijk beter in Cloud Gate dan trager geheugen. De 6700K met geheugen op 3600MHz schiet de standaard geklokte 7700K ruim voorbij en we zien keurig de prestatieverbetering van het rappe G.Skill-geheugen. Tijd om dat bij enkele games te bekijken.
- Grid 2 - 720p
- Sleeping Dogs - 720p
- Stalker -CoP - 1080p
In Grid 2 zien we een winst van vijf tot zes procent als het geheugen op 3600 in plaats van 2133MHz wordt geklokt en de marge neemt nog verder toe met het geheugen op 3866MHz. Ook in de twee andere games zien we aanzienlijke verbetering met de 7700K in combinatie met 3866MHz-geheugen.
- Handbrake
- Lightroom export
- Photoshop CC
- Premiere CC
In Handbrake en de Adobe-tests zien we een duidelijke prestatieverbetering als sneller geheugen wordt ingezet. Zelfs een beetje sneller, van 2133 naar 2400MHz, loont al.
- Gemiddelde
- Integer
- Floating point
We ronden de geheugentests af met een zeer synthetische, maar informatieve test: de Sisoft Sandra Geheugenbandbreedte-test. Die meet de geheugenbandbreedte in gigabytes per seconde en laat mooi de verschillen tussen de verschillende geheugeninstellingen zien.
Overklokken
We hebben de 7700K in combinatie met het MSI-bord en het G.Skill-geheugen enigszins overgeklokt. We hebben daartoe met de multiplier gespeeld en dezelfde snelheid voor alle cores geselecteerd. Cpu-functies als EIST, Speedstep en Turbo werden uitgeschakeld en het geheugen stelden we in op 3866MHz. De spanningen hebben we aan het moederbord overgelaten, maar met finetunen en een flinke tijdsinvestering valt er waarschijnlijk meer winst te behalen. We hebben de Intel- stock koeler vervangen door Noctua's NH-D15 om oververhitting te voorkomen.
Om te testen of de overklok enigzins stabiel is, hebben we de mcpu-test van Cinebench gedraaid. Voor een 24/7-overklok is dat natuurlijk niet de volledigste test; daarvoor zou je de pc minstens enkele uren laten primen, maar voor een korte test vonden we het voldoende.
/i/2001355657.jpeg?f=imagenormal)
Met de multiplier op 50x en de bclock braaf op 100MHz kwamen we op een redelijk nette overklok tot 5GHz uit. De stock-processor kan weliswaar turbosnelheden tot 4,5GHz halen, maar dat is niet op alle cores. Omdat we in het bios alle cores gelinkt hebben, draaien alle cores altijd op 5GHz bij deze overklok, zonder turbo en zonder Speedstep. Het geheugen draaide tijdens het overklokken in dualchannel-mode op 3866MHz. De spanning lieten we zoals gezegd in het bios op 'auto' staan, wat volgens HWInfo op 1,24V uitkomt, maar in werkelijkheid 1,384V was.
We hebben met een hogere multiplier geprobeerd voorbij 5GHz te gaan, maar hoewel het systeem dan keurig startte, bleek het aanzetten van Cinebench direct een bsod op te leveren. De temperaturen bleven bij het overklokken idle op ongeveer 35 graden steken, terwijl dat bij het draaien van de cpu-test steeg tot 94 graden. Randjeswerk, maar net acceptabel en wellicht kan het met een iets lagere spanning voor de Vcore nog iets beter worden.
We hebben op hetzelfde bord ook de 6700K nog even geprobeerd te overklokken, maar daarbij ondervonden we twee problemen. Aan de ene kant kwamen we niet hoger dan 4,7GHz stabiel met Cinebench en een geheugensnelheid van slechts 2133MHz, maar ook de temperatuur liep enorm op, waardoor de processor ging throttlen. Bij 4,6GHz steeg de temperatuur tijdens de Cinebench-test direct van 35 naar 100 graden, waardoor de test in de praktijk grotendeels op slechts 4,3GHz werd gedraaid. Dat lijkt ons niet aan de processorkoeler te liggen, maar aan het thermal interface material, of tim, tussen processor en heatspreader. Het is immers onmogelijk om de thermische massa van heatspreader en koelblok in zo'n korte tijd op te warmen. Die tim lijkt bij de Kaby Lake-processor beter te functioneren.
Zes moederborden nader bekeken
Asus
Het Maximus IX Formula-bord is het topbord van Asus bij de introductie van Kaby Lake. Het heeft een aantal unieke kenmerken, die het moeten onderscheiden. Het eerste wat opvalt, is de afdekking. Asus noemt dat armor en het dekt een groot deel van de bovenkant af met een plastic laag. Aan de onderkant wordt metaal gebruikt en de twee helften worden met negen schroeven aan elkaar gemaakt. De pcie-slots blijven bereikbaar, maar het liggende m2-slot is onder een extra plastic deksel verstopt. Het is een beetje jammer dat dit plastic is en geen metaal, zodat het als heatsink voor nvme-drives kan dienen. Die hebben immers nogal wat moeite om warmte kwijt te raken. Maar niet getreurd, want het haakse m2-slot kan ook gebruikt worden en daarvoor wordt een metalen beugel geleverd die de ssd op zijn plaats houdt en als heatsink kan dienen.
Het RoG-logo naast de pcie-slots en het Maximus-logo boven de i/o-poorten zijn verlicht door leds, en de power- en resetknoppen zijn in de 'armor' geïntegreerd. Ook de twee pcie-slots die op de processor zijn aangesloten, zijn voorzien van leds en een metalen versteviging. Bovendien kun je al dat licht synchroniseren met twee rgb-ledstrips. Er is ook een haaks m2-slot en het bord heeft nog twee unieke kenmerken. Zo is er een geïntegreerd i/o-paneel, zodat je dat niet apart in de behuizing hoeft te klikken. Ook is het ons enige bord met een nieuwe usb 3.1-frontpaneelconnector, hoewel de vervelende maar nog alom aanwezige twintigpinsconnector nog beschikbaar is. Die connector levert 10Gbit/s in plaats van de 5Gbit/s van de oude connector; het wachten is alleen op behuizingen met zo'n aansluiting. Dan zijn CrossChill EK II-waterkoeling voor de stroomvoorziening en headers die 3A kunnen leveren voor waterpompen eveneens beschikbaar.
De Strix Z270F Gaming is een paar stappen lager in de rangorde en dus goedkoper en met iets minder features. Zo lever je de armor boven en onder het moederbord in en is er geen geïntegreerde wifimodule of waterkoeling meer. Ook het i/o-shield is zoals we dat gewend zijn en we moeten het doen met een ouderwetse usb 3-connector. Gebleven zijn de met metaal verstevigde pcie-slots, overigens zonder verlichting. Er zijn weer twee m2-slots, beide gewoon liggend, en voor de nodige verlichting zitten er rgb-leds onder de heatsinks, en kun je ledstrips aansluiten en met het bord synchroniseren. Ten slotte kun je onderdelen als covers voor heatsinks 3d-printen om je bord te personaliseren. Bevestigingspunten daarvoor vind je naast de powerconnector en naast het i/o-paneel.
Gigabyte
Het topbord van Gigabyte is de Aorus GA-Z270X-Gaming 9. Het bedrijf heeft aan alle kanten uitgepakt en niet in de laatste plaats wat de verlichting betreft. Zo heeft het bord een ledstrip voor de powerconnector, die door middel van een tweede plexistrip ook nog eens van motief veranderd kan worden. Rondom de vrm's van de voeding zitten leds, net als naast de pcie-slots, de geheugenslots en op de pch-heatsink. De verlichting kun je op je behuizing laten aansluiten dankzij twee rgb-headers. De vrm's worden optioneel met een waterblok gekoeld en de audio wordt verzorgd door een Creative Sound Core in combinatie met drie verwisselbare op-amps. Alle slots zijn met metaal verstevigd en op dit bord heb je geen drie, maar vier pcie-x16-slots.
Om de hoge aanschafprijs iets draaglijker te maken levert Gigabyte tal van accessoires mee, waaronder twee thermometersensors, satakabels met gevlochten, stoffen sleeves en maar liefst drie sli-bruggen. Het bord heeft bovendien als enige dat we getest hebben een thunderbolt-controller voor zijn usb 3.1 gen 2-poorten en zes satapoorten zijn uitgevoerd als drie sata-expresspoorten. Ook telt het bord twee u2-connectors, zodat ssd's met die formfactor aangesloten kunnen worden. Er zijn twee usb 3.1 gen 1-headers voor het frontpanel beschikbaar; de nieuwe standaard zit er nog niet op. Wel vind je uiteraard tal van fanheaders, ook voor waterpompen, overklok- en powerbuttons, en zelfs schakelaars om de gain van de audio-uitgangen aan te passen.
Net als Asus leverde Gigabyte ook een betaalbaarder bord in de vorm van de Z290X-Ultra Gaming, dat een aantal kenmerken van de Aorus laat zien, zoals de verlichting. Zo worden de geheugenslots, pcie-slots en vrm-heatsinks verlicht. De geheugen- en pcie-slots zijn weer deels met metaal verstevigd, behalve het pcie-slot dat van de pch afkomstig is. Een beetje jammer is dat de heatsinks op de vrm niet vastgeschroefd zijn, maar met geveerde pushpins vastzitten; dat geeft een beetje een budgetgevoel. We vinden wel weer twee usb 3.1 gen 1-frontpanelheaders, zes satapoorten met sata-expressoptie en een u2-poort. Een m2-slot mag evenmin ontbreken en ook het ledstripje voor de voedingsaansluiting is aanwezig om de consistentie in de serie te houden. Overklok- en powerbuttons ontbreken, net als een post-led. Dit bord kost dan ook een derde van het Aorus-bord.
MSI
MSI leverde twee borden die wat naam betreft bijna niet te onderscheiden zijn: de Z270 Gaming Pro Carbon en de Z270I Gaming Pro Carbon AC. Die laatste is een mitx-bord met als extra wifi aan boord. We beginnen echter met de eerste, het bord waarop we ook het gros van de benchmarks hebben gedraaid voor de platformvergelijking. Dat bord volgt in grote lijnen de borden van Asus en Gigabyte; er zijn drie pcie-slots waarvan er twee op de processor zijn aangesloten, een paar x1-slots en zes satapoorten. Een van de twee m2-slots is voorzien van een metalen afdekplaat die als heatsink dienst kan doen.
Uiteraard heeft ook MSI de rgb-led volop laten terugkomen op zijn moederborden. De geheugenslots en x16-slots zijn niet alleen met metaal verstevigd, maar ook van ledverlichting voorzien. Ook nu kun je dat licht laten terugkomen in de behuizing door middel van een header voor rgb-strips. Ook de heatsinks zijn verlicht en de enige knop op het bord schakelt de ledverlichting. De functionele leds laten zien wat de status van het systeem is, zodat debugging makkelijker is. Er zijn maar liefst zes fanheaders, waarvan één pomp- en één cpu-ventilator. Verder vind je zes satapoorten en twee usb 3.1 gen 1-frontpanelconnectors.
Het 270I Gaming Pro Carbon AC mitx-bord is noodzakelijkerwijs wat minder uitgebreid, maar weet ondanks het kleine formaat imposant veel features te herbergen. Er zijn slechts twee geheugenslots, maar die zijn net als het enkele x16-slot met metaal verstevigd en voorzien van rgb-verlichting. Het 'AC' verklapt uiteraard dat er wifi aan boord is en wie goed zoekt, ontdekt aan de onderkant een m2-slot, daarvoor was bovenop geen ruimte. Door de vele headers en chips op het bord is de belettering soms wat lastig aan connectors te koppelen, maar alles is op het minibord te vinden, inclusief een rgb-header. Leuk detail: ook de handleiding is in miniformaat.
We zetten enkele features nog even op een rijtje.
Bord |
Usb-controller |
Netwerkcontroller |
Geluids-chip |
Wifi |
Prijs |
Asus Maximus IX Formula |
ASM2142 |
Intel I219-V (Gb) |
Realtek ALC S1220 |
Qualcomm Atheros QCNFA364A |
Onbekend |
Asus Strix Z270F Gaming |
ASM2142 |
Intel I219-V (Gb) |
Realtek ALC S1220A |
geen |
Onbekend |
Gigabyte GA-Z270X-Gaming 9 |
Intel Thunderbolt 3 |
2x Killer E2500 (Gb) |
Creative Sound Core 3D + 3x op-amp |
Killer Wireless-AC 1535 |
Onbekend |
Gigabyte GA-Z270X-Ultra Gaming |
ASM |
Intel (Gb) |
Realtek ALC S1220 |
geen |
Onbekend |
MSI Z270 Gaming Pro Carbon |
ASM2142 |
Intel I219-V (Gb) |
Realtek ALC 1220 |
geen |
Onbekend |
MSI Z270I Gaming Pro Carbon |
ASM2142 |
Intel I219-V (Gb) |
Realtek ALC 1220 |
Intel Wireless-AC 8265 |
Onbekend |
Gaming 9 extra storagecontroller: ASM1061-controller voor 2x sata-600
Specificaties moederborden
Merk en Productserie |
Asus Strix |
Asus |
Gigabyte |
Gigabyte |
Type |
Z270F Gaming |
ROG Maximus IX Formula |
GA-Z270X-Ultra Gaming |
GA-Z270X-Gaming 9 |
|
:fill(white)/i/2001352849.jpeg?f=thumbmini) |
:fill(white)/i/2001352843.jpeg?f=thumbmini) |
:fill(white)/i/2001352865.jpeg?f=thumbmini) |
|
Prijs en waardering |
Prijs |
Onbekend |
Onbekend |
Onbekend |
Onbekend |
Eerste prijsvermelding |
|
|
|
|
Waardering |
5 van 5 sterren
|
|
5 van 5 sterren
|
4 van 5 sterren
|
Socket en Cpu |
Socket |
1151 |
1151 |
1151 |
1151 |
Aantal sockets |
1x |
1x |
1x |
1x |
Technische Specificaties |
Form Factor |
Atx (Standard) |
Atx (Standard) |
Atx (Standard) |
Eatx (Extended Atx) |
Bios of Uefi |
Uefi |
Uefi |
Uefi |
Uefi |
Dual of Single Bios/Uefi |
|
Single |
Dual |
Dual |
Moederbordchipset |
Intel Z270 |
Intel Z270 |
Intel Z270 |
Intel Z270 |
Geheugen |
Geheugentype (moederbord) |
4x Ddr4 |
4x Ddr4 |
4x Ddr4 |
4x Ddr4 |
Maximum geheugengrootte |
64GB |
64GB |
64GB |
64GB |
Interfaces |
Hardeschijf bus (intern) |
M.2 (S600/Pcie3.0x4), 6x Sata-600 |
M.2 (S600/Pcie3.0x4), 6x Sata-600 |
1x M.2 (Sata-600/pcie3.0x4), 6x sata-600, 1x u.2 |
2x M.2 (Sata-600/pcie3.0x4), 8x sata-600, 2x u.2 |
Card Interface (moederbord) |
4x Pci-e 3.0 x1, 3x Pci-e 3.0 x16 |
3x Pci-e 3.0 x1, 3x Pci-e 3.0 x16 |
3x Pci-e 3.0 x1, 3x Pci-e 3.0 x16 |
2x Pci-e 3.0 x8, 2x Pci-e 3.0 x16 |
Aantal Pci-e x16 slots |
3x |
3x |
3x |
4x |
Link Interface |
AMD Crossfire, Nvidia SLI |
AMD Crossfire, Nvidia SLI |
AMD Crossfire, Nvidia SLI |
AMD Crossfire, Nvidia SLI |
Externe verbindingen |
Verbinding (Ethernet) |
Ethernet 1Gbps |
Ethernet 1Gbps |
Ethernet 1Gbps |
Ethernet 1Gbps |
Netwerkcontroller |
Intel I219V |
Intel I219V |
Intel |
2x Killer E2500 |
Verbinding (wlan) |
geen |
802.11a, 802.11ac, 802.11b, 802.11g, 802.11n |
geen |
802.11ac, 802.11b, 802.11g, 802.11n |
Verbinding (usb/fw) |
usb 2.0, 4x usb 3.0, usb 3.1 (Gen2, 10Gb/s), usb 3.1 (Type-C, G2, 10Gb/s) |
4x usb 2.0, 4x usb 3.0, usb 3.1 (Gen2, 10Gb/s), usb 3.1 (Type-C, G2, 10Gb/s) |
4x usb 2.0, 2x usb 3.0, usb 3.1 (Gen2, 10Gb/s), usb 3.1 (Type-C, G2, 10Gb/s) |
4x usb 2.0, 9x usb 3.1 (Gen2, 10Gb/s), usb 3.1 (Gen2, 10Gb/s), usb 3.1 (Type-C, G2, 10Gb/s) |
Video uit |
DisplayPort, hdmi, dvi |
DisplayPort, hdmi |
Hdmi, dvi |
DisplayPort, hdmi |
Hoogste Hdmi-versie |
Hdmi 1.4 |
Hdmi 1.4 |
Hdmi 1.4 |
Hdmi 2.0 |
Hoogste DisplayPort versie |
DisplayPort 1.2 |
DisplayPort 1.2 |
geen |
DisplayPort 1.2 |
Verbinding (overige) |
PS/2 |
|
PS/2 |
PS/2 |
Audio |
Audiokanalen |
8 (7.1) |
8 (7.1) |
8 (7.1) |
8 (7.1) |
Audio-uitgangen |
5x Analoog (3,5mm), Digitaal Optisch (S/PDIF) |
5x Analoog (3,5mm), Digitaal Optisch (S/PDIF) |
5x Analoog (3,5mm), Digitaal Optisch (S/PDIF) |
5x Analoog (3,5mm) |
Audiochip |
Realtek ALC S1220 |
Realtek ALC S1220 |
Realtek ALC S1220 |
Creative Sound Core3D |
Overige specificaties |
Led-verlichting |
Ja |
Ja |
Ja |
Ja |
Led kleur |
Multi-color |
Rood |
Multi-color |
|
Merk en Productserie |
MSI |
MSI |
Type |
Z270 Gaming Pro Carbon |
Z270I Gaming Pro Carbon |
|
|
:fill(white)/i/2001352867.jpeg?f=thumb) |
Prijs en waardering |
Prijs |
Onbekend |
Onbekend |
Eerste prijsvermelding |
|
|
Waardering |
5 van 5 sterren
|
4.5 van 5 sterren
|
Socket en Cpu |
Socket |
1151 |
1151 |
Aantal sockets |
1x |
1x |
Technische Specificaties |
Form Factor |
|
Mini-ITX |
Moederbordchipset |
Intel Z270 |
|
Geheugen |
Geheugentype (moederbord) |
4x Ddr4 |
2x Ddr4 |
Maximum geheugengrootte |
|
32GB |
Interfaces |
Hardeschijf bus (intern) |
2x M.2 (Sata-600) |
4x Sata-600 |
Raid-modi |
0, 1, 5 |
|
Card Interface (moederbord) |
2x M.2, 3x Pci-e 3.0 x1, 3x Pci-e 3.0 x16 |
Pci-e 3.0 x16 |
Aantal Pci-e x16 slots |
3x |
1x |
Externe verbindingen |
Verbinding (Ethernet) |
Ethernet 1Gbps |
Ethernet 1Gbps |
Netwerkcontroller |
Intel I219V |
|
Verbinding (wlan) |
|
802.11ac, 802.11b, 802.11g, 802.11n |
Met Bluetooth |
|
Ja |
Verbinding (Bluetooth) |
|
Bluetooth (versie onbekend) |
Verbinding (usb/fw) |
2x usb 2.0, 4x usb 3.1 (Gen1, 5Gb/s), usb 3.1 (Gen2, 10Gb/s), usb 3.1 (Type-C, G2, 10Gb/s) |
2x usb 2.0, 3x usb 3.0, usb 3.1 (Gen2, 10Gb/s), usb 3.1 (Type-C, G2, 10Gb/s) |
Video uit |
DVI-D, Hdmi |
DisplayPort, Hdmi |
Hoogste Hdmi-versie |
|
Hdmi 2.0 |
Audio |
Audio kanalen |
8 (7.1) |
|
Audio-uitgangen |
5x Analoog (3,5mm) |
5x Analoog (3,5mm) |
Audiochip |
Realtek ALC1220 |
|
Overige specificaties |
Led-verlichting |
Ja |
Ja |
Led kleur |
Multi-color |
Multi-color |
Prestaties moederborden
We hebben ons wat benchmarks betreft beperkt tot slechts enkele tests, die we ook op de voorgaande pagina's hebben gebruikt. De hoofdreden is dat de meeste moederborden wat die prestaties betreft maar weinig verschil tonen. Daarom hebben we Cinebench primair gedraaid voor de processorprestaties, Luxmark voor cpu en gpu, en PCMark en Premiere voor de algehele prestaties.
Natuurlijk hebben we gekeken naar een aspect waarbij wel vaak redelijke verschillen te zien zijn: het opgenomen vermogen. Verder hebben we ook de prestaties van de usb-poorten getest, omdat fabrikanten daar wel eens andere controllers willen inzetten, bijvoorbeeld een usb 3.1 gen 2-controller van ASMedia. Die hebben we getest met de rapste usb-stick die we in huis hebben: de Corsair Voyager GTX. Ook het m2-slot hebben we getest met AS-SSD en een 960 Pro-ssd van Samsung.
- Cbench OpenGL
- Cbench Single
- Cbench Multi
- Luxmark cpu & gpu
- Luxmark cpu
- Luxmark gpu
We zijn begonnen met Cinebench, waar we alleen bij de OpenGL-test kleine verschillen zien. Het valt overigens wel een beetje op dat de Gigabyte-borden in de multithreaded cpu-test hekkensluiters zijn.
Met Luxmark zien we weer weinig spreiding, slechts zo'n vijf procent. Dat onderschrijft de stelling dat de borden weinig verschillen in louter benchmarks. Wel is Asus weer net iets sneller dan de rest.
- Cloud Gate
- Cloud Gate Graphics
- Cloud Gate Physics
- PCMark 8
- Premiere CC
We gaan verder met de praktijktests, waarin we bij PCMark aardige verschillen zien. De Asus-borden zijn het rapst, maar de spreiding is met ongeveer vijf procent gering. In Premiere is het Strix-bord een uitschieter en is Gigabytes Ultra Gaming-bord het langzaamst. Datzelfde zien we met de 3DMark-test Cloud Gate.
Tijd voor AS-SSD, en de scores van de m2-aansluiting en de usb-poorten.
- Sequentieel lezen
- Sequentieel schrijven
- 4K Random lezen
- 4K Random schrijven
- Pch lezen
- Pch schrijven
- Externe controller lezen
- Externe controller schrijven
Grote verschillen zien we niet, een enkel bord heeft hier of daar eens een uitschieter. Wel moet je de snellere usb 3.1 gen 2-poorten, die op het Gigabyte Gaming 9-bord na door de ASM2142-controller worden bestuurd, gebruiken om maximale prestaties te halen.
Ten slotte kijken we naar de opgenomen vermogens, in het verleden vaak een aspect waarin borden onderling nog wel eens willen verschillen.
Het Gaming 9-bord van Gigabyte verstookt significant veel energie, maar gezien de vele componenten op het bord is dat ten dele te begrijpen. Het bord heeft immers een extra storagecontroller, een thunderbolt-controller en dubbele netwerkcontrollers. Het Ultra Gaming-bord van dezelfde fabrikant verstookt belast, na het Gaming 9-bord, het meest, wat lastiger te verklaren is. Dan hebben Asus en MSI de energie beter onder controle, waarbij laatstgenoemde ook onbelast de laagste is.
Conclusie
Intel heeft het 14nm-procedé inmiddels aardig onder de knie, maar aangezien Kaby Lake al weer de derde Core-generatie op 14nm is en er nóg een serie op hetzelfde procedé in de vorm van Coffee Lake moet komen, blijkt de stap naar 10nm knap lastig. Er is ook geen noodzaak om naar kleinere chips te gaan, aangezien de technologische concurrentie van AMD in de afgelopen jaren niet direct bedreigend was. Daar komt met Zen wellicht verandering in, maar de wens is daar wellicht de vader van de gedachte.
Een andere reden om op 14nm te blijven hangen is een kosten-batenafweging. De lekstromen worden niet heel veel kleiner met 10nm-chips en de active power-consumptie wordt vooral door het energiebudget gedicteerd. Daarom zijn tactieken als hoge turbo's en snel schakelen tussen p-states kostentechnisch effectiever dan een kleiner procedé. En dat is precies wat Intel met Kaby Lake gedaan heeft; de kloksnelheden en de daarmee gepaard gaande turbosnelheden zijn met enkele stappen verhoogd en dankzij de vernieuwde Speed Shift-technologie voelt het systeem responsiever aan. De beloofde prestatieverbereringen van maximaal twaalf procent zien we in de benchmarks echter niet terug, noch op de desktop, noch op laptops.
Daarmee is Kaby Lake geen directe upgrade voor een Skylake-systeem. Voor de desktop is de winst veel te klein en de sterke punten van Kaby Lake, zoals energiegebruik en 4k-playback en -encoding, zijn doorgaans van minder belang of worden door de losse videokaart verzorgd. Voor een ouder systeem, zeg Sandy of Ivy Bridge, is het natuurlijk een veel logischere upgrade. Bovendien is Kaby Lake behoorlijk toekomstvast met Optane-ondersteuning en verplichte m2-slots, en op de meeste borden zitten wel usb 3.1-poorten, hoewel die nog altijd niet in de chipset geïntegreerd zijn.
Voor upgraders kan Kaby Lake dus interessant zijn als ze van een paar generaties geleden willen upgraden, maar voor nieuwere systemen kun je waarschijnlijk beter wachten, bijvoorbeeld totdat usb 3.1 in de chipset is geïntegreerd of totdat Optane volwassen is. Opvolger Cannonlake zal echter nog met de Series 200 Union Point-chipset gecombineerd moeten worden.
Op het gebied van moederborden proberen fabrikanten zich te onderscheiden met extra features en ontwerpen. Welk moederbord je moet kiezen, blijft echter lastig. Het duurste is niet altijd het beste en zeker als je betaalt voor features die je toch niet gebruikt, gaat de relatieve prijs omhoog. Wat prestaties betreft zijn de verschillen op bijna alle vlakken zo gering dat je het best kunt kijken naar ontwerp, features en prijs. Dat gezegd hebbende merken we op dat de Maximus IX Formula van Asus in veel tests net iets sneller lijkt dan de overige borden. Als je echter vooral een zuinig systeem wil, dan zijn beide MSI-borden een goede keus. Vooral de mitx-versie is daarbij leuk; die biedt veel features in een zeer compact jasje.