Inleiding
De smartphonemarkt was jarenlang dynamisch en onvoorspelbaar. Analisten, die van terug- en vooruitblikken hun werk hebben gemaakt, bleken er steevast fors naast te zitten met hun voorspellingen voor de lange termijn. Niet omdat ze hun taken zo slecht uitvoeren, maar omdat grote spelers op de markt voor smartphones veel sneller opkomen en ten onder gaan dan op welke andere markt ook.
Neem nu het najaar van 2009, nog maar zeven jaar geleden. Nokia's besturingssysteem Symbian was marktleider, met ruim 44 procent, BlackBerry volgde met ruim 20 procent, daarna kwam Apples iOS met 17 procent en Windows Mobile met bijna 8 procent. En Android? Dat stelde nog weinig voor, nog geen 4 procent van de verkochte smartphones draaide op Googles mobiele besturingssysteem.
/i/2001249561.jpeg?f=imagenormal)
Zo'n twee jaar later stond alles op zijn kop. Android had Symbian ingehaald, hoewel Nokia in 2010 een recordaantal smartphones met zijn besturingssysteem had weten te leveren. Meer dan de helft van de verkochte smartphones was toen al een Android-telefoon. Apple bleef steken rond de 15 procent en de trotse marktleiders van weleer, Symbian en BlackBerry, waren rap op weg om irrelevant te worden.
In die tijd was er voldoende hoop op concurrentie voor Android en iOS. Microsoft was net begonnen met Windows Phone 7 en kreeg de wind in de rug door de steun van Nokia. BlackBerry kwam met een modern platform in de vorm van BlackBerry 10. Mozilla begon met werken aan Firefox OS en Samsung was begonnen aan Tizen. Later kwamen daar Ubuntu en Sailfish bij.
Nu is het eind 2016 en kunnen we de balans opmaken. Geen van die concurrenten heeft, ondanks het gezamenlijk spenderen van miljarden euro's aan ontwikkeling en promotie, een deuk in een pakje boter kunnen slaan. De strijd van de concurrenten loopt nu ten einde en er zijn twee duidelijke winnaars: Apple en Google. Hoe kan dat?
De cijfers: Android en iOS naderen honderd procent
Het was een schokkend cijfer, en toch ook weer niet. Dit najaar meldde Strategy Analytics dat 99,7% van de verkochte smartphones draait op Android of iOS. Dat betekent dat grofweg maar een op de driehonderd smartphones op een ander besturingssysteem draait, zoals Windows Phone, BlackBerry 10, Sailfish of Ubuntu.
Dat is historisch gezien een unieke situatie. Ooit, toen de markt voor smartphones nog veel kleiner was, was er ook een dominante speler: Symbian. Het verschil is dat er toen meer sterke spelers waren, waaronder BlackBerry, Windows Mobile, Palm OS en vooral de mobiele uitgave van Linux-distro's. Die zijn er nu niet: het is Android, met op grote afstand iOS en daarna vrijwel niets meer.
Deze grafiek laat het in een oogopslag zien: waar je eerst allerlei lijntjes door elkaar ziet lopen, is dat effect in 2016 helemaal weg. De groene lijn van Android en de grijze van iOS zijn duidelijk zichtbaar, de rest zit allemaal rond de 0.
Nu zijn procentuele vergelijkingen om diverse redenen heel nuttig, maar het is voor het perspectief ook goed om te kijken naar een schatting van het totale aantal verkochte smartphones per besturingssysteem per jaar.
Dan wordt de grafiek ineens heel plat; de huidige verkopen van Android-telefoons doen alle andere verkopen in het verleden verbleken. Ook kun je in deze grafiek duidelijk zien dat Apple nu meer iOS-apparaten verkoopt dan ooit is gelukt met Symbian-toestellen.
We moeten bij deze cijfers aantekenen dat het gaat om schattingen van analisten. Niet alle fabrikanten maken cijfers bekend van hun leveringen en zelfs als ze dat doen, splitsen ze het vaak niet uit naar besturingssysteem. Ook ontbreken in dit rijtje de kleinere besturingssystemen van de laatste jaren, waaronder Ubuntu en Tizen. Die verkopen zijn relatief onbekend en zouden bovendien alleen meer platte lijnen opleveren.
Dit is uiteraard allemaal wereldwijd, maar dankzij onze sysadmin Kees hebben we ook cijfers van hoe de diverse besturingssystemen zich op Tweakers hebben ontwikkeld. Daarbij hebben we uiteraard alleen kunnen kijken welke besturingssystemen er staan op telefoons die Tweakers bezoeken. In onze eigen serverlogs is dat terug te vinden en als je teruggaat tot begin 2008, ziet het er zo uit:
Het is lastig om alle kleine besturingssystemen goed te onderscheiden, dus die hebben we in de categorie Overige ondergebracht. Windows omvat Windows Mobile, Windows Phone en Windows 10 Mobile. De pieken blijken samen te vallen met releases van nieuwe, aansprekende modellen en feestdagen.
Alternatieven gaven het op
De grootste uitdager van iOS en Android was in de afgelopen jaren zonder enige twijfel Windows Phone. Je kunt stellen dat Microsoft er hard aan heeft getrokken. Niet alleen ontwikkelde het in 2010 een geheel nieuwe versie van Windows Mobile met Windows Phone 7, daarna trok het de kernel gelijk met de desktopversie van Windows voor versie 8.
Daarnaast kocht Microsoft in 2011 de loyaliteit van Nokia en een paar jaar later de hele telefoontak van de Finse fabrikant, een traject dat in totaal miljarden euro's heeft gekost. Bovendien ging het met een zak geld naar ontwikkelaars, om de kosten te dekken voor het starten van de ontwikkeling van apps voor de mobiele versie van Windows.

Tot slot werkte het aan ontwikkelaarstools die het porten van apps vanaf iOS en Android makkelijker moesten maken en het heeft zelfs een framework ontwikkeld om Android-apps rechtstreeks te laten draaien op Windows 10 Mobile.
Het platform heeft ook enig succes gehad. De Lumia 920 kende veel fans en bevatte bovendien nieuwe hardwarematige snufjes, zoals de handschoenmodus voor het scherm en optische beeldstabilisatie voor in de camera. Nokia werkte aan meer vernieuwingen, zoals een Kinect-achtig systeem voor de bediening van de interface. Verkoopsucces was er vooral voor de goedkope Lumia 520, misschien wel een van de eerste echt goed bruikbare, goedkope smartphones.
Daar bleef het echter bij en het marktaandeel kwam nooit boven de vier procent uit. Daarmee was Windows Phone, en is het nog steeds, de wereldwijde nummer drie, maar het grote succes bleef uit. Microsoft schrapte een groot aantal toestellen die al in ontwikkeling waren en ging zich vooral op de zakelijke markt richten.
Daarbij heeft het in 2016 de lijn aangehouden die we aan het begin van het jaar voorspelden. Microsoft probeert niet langer te concurreren met Android en iOS, maar heeft vooral aandacht voor zakelijke functies en toestellen. De enige en waarschijnlijk laatste Lumia van 2016, de 650 uit februari, was gericht op de zakelijke markt. HP maakte het absolute Windows 10 Mobile-vlaggenschip van 2016, de Elite x3, speciaal voor de zakelijke markt.

Microsoft heeft de deur naar de consumentenmarkt voor zichzelf zo goed als dichtgedaan en de reden om Windows 10 Mobile aan te houden is, naar eigen zeggen, om te blijven werken aan apparaten met mobiel bereik en ARM-processors, twee factoren die volgens het bedrijf veel invloed zullen hebben op computers van de toekomst. Volgend jaar brengt Microsofts x86-emulatie naar ARM-processors, zodat apparaten met ARM-socs alle Windows-programma's kunnen gaan draaien.
Met BlackBerry ging het niet veel beter in 2016. Het besloot te stoppen met de ontwikkeling van eigen toestellen en zal er nog eentje uitbrengen. Dat is bovendien geen toestel met een eigen besturingssysteem. Het heeft sinds de Leap medio 2015 geen nieuwe telefoon meer uitgebracht met het eigen platform BlackBerry 10. Er is nog een sprankje hoop dat het platform blijft leven, maar inmiddels zit er weinig leven meer in het ecosysteem. WhatsApp heeft besloten de BlackBerry 10-versie medio 2017 uit de lucht te halen, al was het eigenlijk van plan om dat per 31 december 2016 te doen.

Dan zijn er nog de initiatieven die nooit groot zijn geworden en die het opgaven. Mozilla gaf het een jaar geleden al op. Firefox OS blijft wel bestaan, maar niet als besturingssysteem voor smartphones. Aanvankelijk leek het erop dat Mozilla de deals met providers alleen stopzette, maar al snel bleek dat het hele project was stopgezet. De Firefox-maker kon 'niet de best mogelijke ervaring' bieden.
Uit de Linux-passie van oud-Nokia-engineers kwam Sailfish OS voort. Het Finse bedrijf Jolla begon voortvarend in 2013, maar kwam al snel in de problemen. De fabrikant maakte een tablet, maar had moeite met de productie en levering. Vervolgens wilde het zijn platform in licentie beschikbaar stellen, maar fabrikanten waren niet enthousiast. In 2016 kwam er een Sailfish-telefoon op de markt: de Intex Aqua Fish. Nooit van gehoord? Dat is volstrekt logisch. Jolla maakte zelf ook nog een telefoon, maar in een beperkte oplage van duizend stuks. Toch gloort er nog hoop voor het bedrijf: de Russische overheid heeft besloten om vanaf nu alleen nog maar Sailfish-telefoons te verstrekken aan medewerkers. De overheid krijgt daarvoor een eigen lokale variant van Sailfish. De Chinese overheid overweegt hetzelfde. Het zal de kansen voor succes op westerse markten niet groter maken, maar is wel een reddingsboei voor het Finse bedrijf.
De andere nieuwkomer is Canonicals Ubuntu. Er is al jaren veel verwachting rondom het project en het heeft zowaar een fabrikant met enige naam weten te binden: Meizu. Het probeert bovendien met een combinatie van mobiel en desktop indruk te maken.
Jolla en Canonical hebben het nog niet echt opgegeven, maar inmiddels is wel duidelijk dat de grootse dromen zijn vervlogen. Als ze een blijvende positie veroveren op de markt, is dat een nichepositie.
/i/2000832057.jpeg?f=imagenormal)
Het waarom: apps, ecosystemen en gemak
Het zijn zeker niet de minste bedrijven die een gooi hebben gedaan naar een aandeel van de consumentenmarkt voor smartphonebesturingssystemen. Organisaties als Microsoft, BlackBerry, Mozilla en Canonical hebben ervaring met het succesvol maken van grote projecten en ze hadden allemaal genoeg talent in huis om een succesvolle smartphoneserie te kunnen maken.
Er zijn, achteraf gezien, een paar zaken nodig om een ecosysteem op smartphones succesvol te maken. Veruit de belangrijkste is timing. Je kunt achteraf een waterscheiding aanbrengen in de smartphonemarkt; er is een tijd voordat de iPhone kwam in 2007 en een tijd erna. Je kunt er fan van zijn of niet, maar die eerste iPhone en de bijbehorende App Store uit 2008 zijn de blauwdruk gebleken voor de moderne smartphone.
Daarvoor waren smartphones een beetje nerdy. Waar Apple goed in is, is bestaande technieken geschikt maken voor een groot publiek en dat is wat de iPhone heeft gedaan. Met de eerste iPhone maakte het touchscreens en touchscreen-interfaces populair en met de tweede iPhone deed het dat met apps. Beide bestonden al veel langer en waren ook mogelijk op smartphones, maar op de Apple-smartphone waren ze toegankelijk en benaderbaar voor zelfs beginnende gebruikers.
Een ander element ligt bij mobiele providers. Voor 2007 was data duur en moest je afrekenen per MB. Apple dwong bij providers een snelle internetverbinding met onbeperkt data af, een model dat daarna snel algemeen werd in de telecommarkt. Het onbeperkt internetten voor een tientje per maand was jarenlang in zwang en zette de deur open voor algemeen gebruik.

Dat samenspel van factoren maakte het aanvankelijke succes van de iPhone mogelijk, maar Apple liet een groot gat vallen. De smartphones van Apple waren duur en dus was er ruimte voor een soortgelijk systeem, met touchscreens en een gecentraliseerde, makkelijk te gebruiken downloadwinkel, op goedkopere telefoons. Op dat moment kwam Android op de markt.
Google heeft een paar dingen erg goed gedaan met Android. Ten eerste vroeg het geen geld aan fabrikanten voor het gebruik ervan; voor Symbian en Windows Mobile moest wel worden betaald. Ten tweede was het veel makkelijker te implementeren voor fabrikanten. Om een Symbian-smartphone te maken, moest een fabrikant mensen van Nokia inhuren om ervoor te zorgen dat het op hun hardware werkte. Dat was een duur en langdurig traject. Een paar enthousiastelingen in een bedrijf konden Android echter binnen een paar weken aan de praat krijgen op een al bestaande telefoon: een heel verschil.
Daarbij ging Android effectief fragmentatie tegen. Anno nu klinkt dat raar, want fragmentatie is al enige jaren een probleem voor Android, maar die op bijvoorbeeld Symbian was veel, veel erger. Symbian had diverse forks, die onderling niet compatibel waren, zoals Nokia's S60 en S90, UIQ van Sony Ericsson en het in Japan gebruikte Moap. Het gevolg was dat een app het als een zonnetje deed op het ene systeem en de code niet of niet helemaal bruikbaar was op het andere.
In die begintijd bleek de steun van grote providers essentieel. Daarbij speelde de marktleider in de Verenigde Staten, Verizon Wireless, een opvallende rol. In 2008 wilde de provider de iPhone van concurrent AT&T bevechten met een toestel van BlackBerry: de Storm. Veel mensen die hem kochten, brachten hem echter terug, want de inderhaast in elkaar geflanste Storm bleek in veel gevallen geen duurzame telefoon.
Voor 2009 wilde Verizon in zee gaan met een andere klassieke smartphonefabrikant. Palm was bezig met webOS, een door en door modern besturingssysteem dat diverse accounts en sociale media integreerde in een mooie interface. Verizon deed een grote order voor de Pre Plus en beloofde er veel marketinggeld tegenaan te gooien. Vlak voor de release van de Pre Plus bleek dat echter niet door te gaan.
In plaats daarvan zette Verizon alles in op de Droid van Motorola. Het was achteraf gezien een breekpunt in de telecommarkt. Door het uitblijven van het grote succes van zijn webOS-telefoon bij Verizon moest Palm zichzelf verkopen aan HP, terwijl Google met Android juist de weg omhoog vond.
Palm was op tijd, maar zijn grote plan mislukte. Nokia was ook op tijd met Symbian-opvolger Maemo, maar het durfde niet zo goed. Net als webOS leverde zijn besturingssysteem veel complimenten op, maar toen het project eindelijk vruchten begon af te werpen in de vorm van de N9, draaide de fabrikant het zelf hardhandig de nek om.
/i/1266246532.jpeg?f=imagenormal)
Veel andere alternatieven waren simpelweg te laat. Toen Microsoft Windows Mobile verliet voor Windows Phone 7, waren veel apps al gemaakt. Als je zo laat bent, moet je niet alleen consumenten ertoe overhalen om je telefoon te kopen, maar ook bedrijven en ontwikkelaars zover krijgen dat ze apps voor je platform gaan maken. Zonder apps, zo bleek al snel, willen mensen telefoons niet kopen. Daarbij gaat het niet zozeer om de grote namen als WhatsApp, Facebook, Angry Birds en Netflix, maar vooral om de kleinere apps: mobiel bankieren, onderweg tv-kijken bij je provider, je lampen of geluidssysteem bedienen, enzovoort. Bovendien gaat het om spelletjes, of het nu Candy Crush, Wordfeud of iets anders is. Ook komen apps om bijvoorbeeld te stemmen tijdens tv-programma's vrijwel alleen uit voor Android en iOS.
Ontwikkelaars blijken er weinig trek in te hebben om meer dan twee platforms te ondersteunen en dus heeft geen enkel besturingssysteem de app gap overbrugd. Microsoft is het dichtste bij gekomen, maar andere besturingssystemen probeerden eromheen te werken. Mozilla hoopte op webapps met Firefox OS, waardoor sitebouwers met een paar regels code een 'app' konden maken. BlackBerry en Jolla bouwden Android-ondersteuning in. Het probleem bleek echter niet de ondersteuning, maar de distributie. Veel apps staan alleen in de Play Store en anders blijft het aanmodderen om alle apps die je wil, te pakken te krijgen. Samsung heeft zich gerealiseerd dat Tizen aan de late kant is en heeft het tot nu toe nooit op grote schaal geprobeerd.
Tot slot
De smartphonemarkt zit potdicht. Niet dat de vernieuwingen ten einde zijn, verre van zelfs: camera's worden snel beter, processors sneller en de software steeds completer. In de ontwerpen zijn ook vorderingen te zien. De Xiaomi Mi Mix zonder rand aan de bovenkant laat zien hoe smartphones er in de komende jaren uit kunnen zien, zonder luidspreker en camera boven het scherm. Het basisconcept is echter al lange tijd hetzelfde gebleven.
De ruimte die er nog is, zit vooral in uitbreiding. Naar verluidt werkt Samsung aan een vouwbare smartphone, die daardoor ook als tablet bruikbaar is. HP heeft met de Elite x3 een smartphone op de markt die je met een accessoire als laptop kunt gebruiken. Het lijkt de enige vorm van vernieuwing die nog mogelijk is: de functionaliteit verder uitbreiden.
Android en iOS blijven echter de dominante spelers voor de nabije toekomst. Zij hebben dit soort apparaten populair gemaakt. Pas als er een nieuw soort apparaat komt, dat de smartphone in het dagelijks leven zal vervangen, een bril met augmented reality bijvoorbeeld of een bionische vorm van een smartphone, is er weer een moment waarop Android en iOS met kans op succes kunnen worden uitgedaagd. Zolang we op die rare apparaten met glazen displays van rond de 5" op apps blijven tikken, lijkt de concurrentie buitenspel te staan.