Inleiding
Wie naar marktcijfers kijkt, ziet dat de cameramarkt in de afgelopen vijftien jaar enorm is veranderd. Het tempo waarin dat gebeurt lijkt alleen maar toe te nemen. Toen aan het begin van deze eeuw de digitale revolutie losbarstte, vlogen de camera's de winkel uit. Met name in 2003 was er een grote doorbraak, mede dankzij de komst van de Canon EOS 300D, omdat digitale spiegelreflexcamera's toen betaalbaar werden voor een groter publiek.
Daarna ging het hard - heel hard - en barstte er een concurrentiestrijd los waarbij in hoog tempo het ene na het andere model werd aangekondigd. Dat stopte in 2011; voornamelijk vanwege verzadiging. Iedereen die graag wilde fotograferen was zo ongeveer voorzien en het verschil in beeldkwaliteit en features tussen bestaande en nieuwe modellen werd steeds kleiner. De financiële crisis speelde mogelijk een bijrol, want vanaf dat moment werd er enkele jaren flink bezuinigd, ook op hobby's.
Cameraverkopen, in miljoenen exemplaren, zitten weer op het niveau van 2002
(cijfers van 2016 zijn een schatting gebaseerd op de Cipa-verkopen tot en met oktober 2016)
De grootste boosdoener kwam uit een compleet andere hoek: de smartphone. Deze bevat immers ook een camera en hoewel die kwalitatief gezien niet kan tippen aan een 'echte', zijn smartphonecamera's de afgelopen tijd sterk verbeterd, waardoor de verschillen met een traditionele camera kleiner zijn geworden. Bovendien kunnen foto's en video's direct gedeeld worden, zonder dat je een complexe procedure moet doorlopen om via wifi je foto van een camera naar je smartphone over te hevelen.
Daarnaast heeft een 'camera' tegenwoordig vele gedaantes. Het woord camera is niet meer equivalent aan een compactcamera of spiegelreflex, het kan net zo goed om een actiecamera of smartphone gaan. En een quadcopter is eigenlijk een vliegende camera, want filmen en fotograferen is feitelijk de primaire functie - racedrones uitgezonderd. Dat alles heeft er toe geleid dat we meer fotograferen en filmen dan ooit, maar daar steeds minder vaak traditionele camera's voor gebruiken.
In dit artikel bespreken we nieuwe soorten en maten, de doorontwikkeling van steeds beter wordende camera's in smartphones en hoe camerafabrikanten inspelen op deze veranderende markt. Tot slot blikken we kort vooruit naar wat ons te wachten staat in 2017.
Camera's in allerlei soorten en maten
We zien tegenwoordig een verregaande differentiatie van camera's, denk aan actiecamera's, 360-gradencamera's, quadcopters, smartphones en tablets. En in meer passieve zin ook aan dashcams, auto's, domotica en laptops. De eerste groep camera's heeft geleid tot compleet nieuwe beeldvormen die we tot voor kort niet kenden - of die simpelweg onbereikbaar waren voor de consument.
/i/2001132969.jpeg?f=imagenormal)
360 graden
Neem bijvoorbeeld 360-gradencamera's, waarbij je de volle 360 graden om je heen kunt kijken in foto's en video's. Deze beeldvorm was enkele jaren geleden nog niet beschikbaar voor consumenten en het levert een compleet nieuwe beleving op. Je kunt bijvoorbeeld achteraf om je heen kijken en dus meer zien dan toen je de foto of video maakte. Ook anderen kunnen dit doen en dat levert soms adembenemende beelden op, zeker in combinatie met een vr-bril.
Dit jaar nam deze trend een grote vlucht en werden onder andere YouTube en Facebook geschikt gemaakt om 360-gradenbeelden te kunnen vertonen. Ook werden er veel nieuwe producten aangekondigd. De Ricoh Theta had lange tijd het alleenrecht, maar tegenwoordig hebben we ook de 360fly, LG 360 Cam, Kodak 360 SP, Samsung Gear 360, Nikon KeyMission 360 en een veelvoud aan 360-gradencamera's van minder bekende merken.
Uit onze round-up van vijf modellen bleek dat de kwaliteit nog te wensen overlaat. Zelfs een 4k-resolutie is nog aan de lage kant, omdat je naar een kleine uitsnede van het beeld kijkt en ook het stitchen van twee beelden is in veel gevallen niet optimaal, waardoor je een hinderlijk verloop ziet. Het wachten is op 8k- en 16k-camera's om de kwaliteit op het niveau te krijgen van wat we nu voor foto's en video's gewend zijn.
/i/2001133943.png?f=imagenormal)
Quadcopters
Een andere trend die letterlijk een nieuwe dimensie heeft toegevoegd zijn quadcopters, ofwel drones. Enkele jaren terug was de hobby nog voornamelijk gebaseerd op het vliegen, maar al snel kwamen er mogelijkheden om er actiecamera's aan drones te bevestigen. Tegenwoordig is de camera een integraal onderdeel geworden van moderne quadcopters, inclusief gimbal om vloeiende beelden te kunnen maken en fpv om de beelden live te kunnen bekijken en de camera op basis daarvan bij te sturen.

Met quadcopters zijn de mogelijkheden van fotografen en filmers enorm gegroeid. Waar je vroeger nog een helikopter moest huren om beelden op hoogte te maken, kun je dat nu met een klein en relatief betaalbaar apparaat zelf doen. En waar je vroeger een duur railsysteem nodig had voor een mooi pan-shot, kun je dat nu zelf maken met je controller. Een opname vanuit de lucht zorgt voor een spannend en origineel perspectief en een goede piloot kan al vliegend fraaie bioscoopachtige shots maken, thuis of op vakantie. Hoewel een goede quadcopter niet goedkoop is, zijn ze ondertussen ook voor consumenten goed betaalbaar. Prijzen beginnen bij zo'n zeshonderd euro en dat is niet meer dan wat een high-end smartphone of een camera kost.
De meeste quadcopters en actiecamera's gebruiken een relatief kleine sensor. Meestal is de beeldkwaliteit vergelijkbaar met die van een smartphone. In vergelijking met een spiegelreflex- of systeemcamera levert dat uiteraard minder goede beeldkwaliteit op, maar de resultaten zijn in goede condities alsnog ruim voldoende voor een afdruk op posterformaat. Filmen in 4k-resolutie is vaak ook een optie.
De duurdere quadcopters zijn voorzien van betere camera's en navenant betere beeldkwaliteit. Zo is de recent aangekondigde DJI Phantom 4 Pro uitgerust met een 20-megapixelsensor van het 1"-formaat. Dat is een stuk groter dan de gebruikelijke 1/2,3"-sensoren. Een grotere sensor betekent een groter dynamisch bereik, meer ruimte voor pixels en betere prestaties bij weinig licht. De Phantom 4 Pro filmt bovendien in 4k-resolutie met 60fps, heeft een variabel diafragma en dankzij object avoidance rondom, kun je hem veiliger laten vliegen. Dat is een kleine revolutie in quadcopterland en dat geldt ook voor de Mavic Pro: een inklapbare drone die zo klein wordt dat je hem in vrijwel iedere tas kunt meenemen. Er is veel concurrentie in deze markt, maar van deze producten waren wij dit jaar toch echt onder de indruk.
Actiecamera's
De markt voor actiecamera's begint verzadigd te raken. Dat weerhield Nikon niet van een late entree in dit segment dit jaar. Overigens zijn de Nikon KeyMission 170 en 80, die in september werden aangekondigd, nog niet op de markt gekomen wegens uitstel. GoPro en Sony kwamen met nieuwe topmodellen, maar daarbij is opvallend dat ze zich richten op het high-end segment, met prijzen van 330 tot 500 euro. In een tijd waarbij de markt wordt overspoeld met zeer goedkope Chinese klonen is dat opvallend. De kwaliteit daarvan is vaak een stuk minder, maar wat verwacht je van enkele tientjes? Het is maar voor weinig mensen te verantwoorden om tien keer zo veel uit te geven voor wat betere beeldkwaliteit en meer features.
Los van de verzadiging hebben actiecamera's ook last van differentiatie. Een 360-gradencamera is ook heel geschikt voor het vastleggen van actie en het feit dat je om je heen kunt kijken is zelfs een grote plus. Tegelijkertijd werden actiecamera's vaak gebruikt voor luchtfoto's en -video's, maar zien we dat quadcopters steeds vaker worden geleverd met op maat gemaakte camera's en gimbals. Wie eenmaal een actiecamera heeft, koopt niet snel een nieuwe. Functionaliteit als 4k, effectievere stabilisatie en betere prestaties bij weinig licht zijn natuurlijk welkom, maar bijvoorbeeld tijdens het skiën levert het geen compleet andere beleving op, in tegenstelling tot een 360-gradencamera. Bovendien worden actiecamera's wat betreft specificaties al voorbijgestreefd door een quadcopter als de Phantom 4 Pro met zijn 4k60p en grote sensor. Met name een snelle 60fps-modus voor 4k is iets dat we in 2016 niet zagen in de high-end actiecamera's en dat hadden we eigenlijk wel verwacht.
De multicamera-smartphone
De smartphone is de grootste schuldige voor het verval van de cameramarkt. Telefoons met camera werden lange tijd niet als een serieuze bedreiging gezien door de camerafabrikanten. Ze boden immers niet dezelfde beeldkwaliteit als 'echte' camera's, hadden geen optische zoom en moesten zich behelpen met kleine componenten. Ondertussen weten we wel beter; de consument vindt praktisch gemak zwaarder wegen dan beeldkwaliteit - de beste camera is immers de camera die je bij je hebt.
Bovendien zijn er op het vlak van kwaliteit grote stappen gemaakt. High-end smartphones hebben tegenwoordig een sensor die net zo groot is als die in een gemiddelde compactcamera en ook de lichtsterkte van de lens is toegenomen. Het is daardoor niet verwonderlijk dat een smartphone vergelijkbare en soms zelfs betere beeldkwaliteit biedt dan een eenvoudige compactcamera. Daarbij kunnen de high-end modellen ook in 4k-resolutie filmen en worden geavanceerde instellingen als een handmatige sluitertijd en iso-waarde en zelfs opname in raw-formaat steeds vaker ondersteund. Een compactcamera onderscheidt zich met zijn optische zoomlens, maar daar staat tegenover dat deze doorgaans een stuk minder lichtsterk is dan de lens met de vaste brandpuntsafstand van een smartphone.
/i/2000894702.jpeg?f=imagenormal)
Multicamera
We zagen we dit jaar nog een andere trend: smartphones met een dubbele camera. Alle smartphones zijn al voorzien van twee camera's, één aan de voorkant en één aan de achterkant. Dit jaar zagen we echter voor het eerst smartphones met meerdere camera's aan de achterkant. Helemaal nieuw is dat niet, want HTC had zijn M8 in 2014 ook al van een extra camera voorzien, maar die werd alleen gebruikt voor diepte-informatie en niet voor feitelijke beeldregistratie. Dat was in 2016 wel het geval bij de LG G5 en V20, de Huawei P9 en Mate 9, Honor 8 en de iPhone 7 Plus.
Bij de Huawei P9 en Honor 8 ging het om een identieke lens en sensor, behalve dat de tweede camera niet was voorzien van een Bayer-kleurenfilter. De tweede camera sloeg de beelden dus monochroom op - in theorie om in het samengevoegde eindresultaat meer details te tonen. Bij alle andere smartphones week de tweede camera af van de eerste. Bij de Mate 9 gebruikt Huawei het voorgaande principe, maar heeft de monochrome sensor een hogere resolutie gekregen en kan deze dus daadwerkelijk meer details vastleggen.
/i/2001222659.jpeg?f=imagenormal)
LG en Apple hebben gekozen voor een andere benadering, waarbij de tweede camera een andere brandpuntsafstand heeft. Bij LG krijg je daar extra groothoek voor en bij Apple kun je inzoomen. Door het gebruik van twee verschillende brandpuntsafstanden in de iPhone 7 Plus kun je spreken over het equivalent van 2x optische zoom. Nu zijn dit nog maar de eerste stapjes, maar is het aannemelijk dat het hier niet bij blijft. Denk bijvoorbeeld aan drie camera's waarbij de constructie van LG en Apple wordt gecombineerd, wat leidt tot supergroothoek (~20mm), groothoek (~28mm) en tele (~60mm). En hoewel de ruimte niet onbeperkt is, zijn meer dan drie camera's ook niet ondenkbaar.
Een multicamera-smartphone zou niet alleen het gemis van optische zoom kunnen verhelpen, maar biedt nog veel meer mogelijkheden. Bijvoorbeeld dieptemeting, waarbij je de afstand tot het onderwerp kunt inschatten. Met die informatie en twee verschillende beelden kun je 3d-foto's maken, maar ook kunstmatige scherptediepte berekenen, waarbij de onscherpte toeneemt naarmate de afstand groeit. Dat is exact wat Apple gedaan heeft met de iPhone 7 Plus en hoewel het niet perfect werkt, krijg je daarmee toch resultaten die een beetje lijken op portretfoto's die met een spiegelreflex- of systeemcamera zijn gemaakt. Kunstmatige scherptediepte is bovendien een noodzakelijk kwaad, want natuurkundig gezien kan een kleine smartphonecamera- en lens nooit vergelijkbare resultaten produceren als een camera met een grotere sensor.
Door de sterk verbeterde sensoren en lenzen en het gebruik van meerdere camera's, wordt de afstand van de smartphone tot 'echte' camera's nog verder verkleind. Natuurlijk blijven er altijd situaties over waarbij een camera nog steeds de voorkeur heeft, maar de noodzaak wordt steeds kleiner.
Focus op dure modellen
Nu de cameramarkt weer op het niveau is van voor de digitale revolutie, zijn de verkopen flink teruggelopen en dat merken camerafabrikanten in hun portemonnee. Toch zijn er ondanks de terugloop veel meer mensen actief met camera's met verwisselbare lenzen dan in het analoge tijdperk. De frequentie van camera-introducties ligt ook nog steeds een stuk hoger, hoewel dat wel is afgenomen. Dat is ook logisch, want er worden nog maar kleine sprongetjes gemaakt op het gebied van resolutie, dynamisch bereik en beeldruis.
Gestapelde opvolgers
De klassieke 'opvolger' lijkt niet meer te bestaan. Waar vroeger een nieuw model de plaats innam van een oud model, op hetzelfde prijsniveau, is het sinds enkele jaren gebruikelijk dat het oorspronkelijke model nog lange tijd verkocht wordt - dus tegelijk met zijn opvolger. Een voorbeeld is de al in maart 2013 geïntroduceerde Canon EOS 700D, die ruim 3,5 jaar later nog steeds verkocht wordt, ondanks de komst van de 750D en 760D. En dat geldt ook voor de Nikon D5300 die in datzelfde jaar werd aangekondigd en waar inmiddels al twee opvolgers van zijn: de D5500 en D5600.
Een nog duidelijker voorbeeld is de RX100-serie van Sony. De RX100 werd in 2012 aangekondigd en luidde destijds een nieuw en succesvol camerasegment in: compacte camera's met een relatief grote 1"-sensor. De RX100-serie was achteraf gezien het begin van een nieuwe trend: gestapelde opvolgers. Niet alleen kwam Sony frequent met nieuwe modellen, de oude bleven in de verkoop. Bij ieder nieuw model werd er nieuwe functionaliteit geïntroduceerd, maar tegelijkertijd ging de prijs omhoog.
Zo had de RX100 een vast scherm en flitsvoet en kreeg versie II een kantelbaar scherm. Versie 3 kreeg een ingebouwde elektronische zoeker en een scherm dat 180 graden kon kantelen, maar de flitsvoet moest er wel voor wijken. Versie 4 introduceerde 4k-video en een slow motion-modus tot 1000fps, versie 5 voegde daar nog razendsnelle fasedetectie-autofocus en een burst van 24fps aan toe. In de Pricewatch staan momenteel dus vijf generaties RX100-camera's met prijzen van vierhonderd tot elfhonderd euro.

Van de RX100-serie zijn momenteel vijf generaties op hetzelfde moment te koop
Focus op high-end
Tegelijkertijd zijn fabrikanten zich de laatste jaren volledig op het high-end segment gaan richten. Uitzonderingen daargelaten gebeurt er maar weinig in het goedkopere segment en ligt alle focus op prosumer- en (semi-)professionele modellen boven de duizend euro. Dat is niet verwonderlijk, want de onderkant van de markt is grotendeels weggeslagen en veel consumenten zijn al voorzien van een camera. Fotografie- en videoliefhebbers worden vooral aangesproken door betere specificaties en nieuwe mogelijkheden en dat zien we logischerwijs voornamelijk in het hogere segment.
De enorme prijssprong van de Sony RX100-serie zien we ook bij andere camerafabrikanten. Canons 5D-serie begon ooit met een prijsstelling van 2500 tot 3000 euro, maar werd gaandeweg steeds duurder. De EOS 5D Mark IV heeft nu een adviesprijs van 4200 euro zonder lens. Bij Olympus is de adviesprijs van het nieuwe topmodel, de E-M1 Mark II, opgelopen naar 2000 euro; de voorganger kostte 1500 euro. Datzelfde geldt voor de Fujifilm X-T2, die met een adviesprijs van 1700 euro fors duurder is dan de 1200 euro waar de X-T1 mee begon. Deze trend zien we over de hele linie, bij alle fabrikanten.
Als je fanatiek fotografeert en de innovatieve features van nieuwe topmodellen goed kunt gebruiken, heb je het geld er wellicht nog wel voor over. Maar als fotografie puur een hobby is en je een beetje op de centen let, is een camera van 2000 euro of meer eigenlijk niet te verantwoorden. Zo'n camera vraagt immers ook om een flinke investering in goed glas.
Olympus OM-D E-M1 II
Tot slot
/i/2001347099.jpeg?f=imagenormal)
We kunnen concluderen dat er enerzijds nog nooit zoveel camera's gebruikt werden, maar tegelijkertijd dat traditionele camera's niet meer het alleenrecht hebben op de naam. Een camera heeft vandaag de dag verschillende vormen en er komen bovendien nog steeds nieuwe vormen bij. Toch is het mooi om te zien dat er bij traditionele camera's nog steeds geïnnoveerd wordt.
Denk bijvoorbeeld aan de razendsnelle Olympus OM-D E-M1 II die zestig foto's per seconde kan maken, Panasonics aanstaande GH5 die 6k-videos produceert en recente Sony-camera's als de A6500 en RX100 V, die een grote buffer hebben waarmee je op hoge snelheid vrijwel eindeloos door kunt fotograferen. Canon demonstreerde vorig jaar een 120-megapixelsensor, die mogelijk al in 2017 zijn opwachting zal maken in een camera en heeft een patent aangevraagd voor een rgbw-sensor met - in theorie - zeer hoge lichtgevoeligheid.
De meeste innovatie verwachten we ook volgend jaar weer bij smartphones, met nog lichtsterkere lenzen en dubbele camera's. Marktleider Samsung kan natuurlijk niet achterblijven op dit vlak en Sony liet al doorschemeren dat smartphones met dubbele camera een grote opmars zullen maken. Dit is bovendien een relatief eenvoudige manier om een camera te verbeteren en beduidend goedkoper dan het gebruik van grotere sensoren. En waarschijnlijk is nog maar het begin. We kunnen misschien beter spreken van multicamera's, want het aantal zal vermoedelijk niet stoppen bij twee stuks.