Onthulling van een reboot
Met Watch Dogs en The Division had Ubisoft in de afgelopen jaren steevast de grote uitsmijter van de E3 in huis, al was het maar omdat de Franse uitgever als een van de weinige het jaarlijks terugkerende podium nog serieus neemt. Games worden immers veelal niet meer tijdens, maar al voor de E3 aangekondigd. Ubisoft lijkt echer altijd een van zijn nieuwe spellen te bewaren voor een debuut op de E3, tijdens de persconferentie. Het bedrijf week dit jaar niet af van die receptuur en schoof Tom Clancy's Rainbow Six: Siege naar voren.
Hoewel veel gamers de terugkeer van de Rainbow Six-serie vurig wensten, blies de game het publiek in LA niet weg, zoals Watch Dogs en The Division dat in voorgaande jaren wel deden. Het was goed om Rainbow weer te zien en de actie zag er aardig uit, maar echt indrukwekkend? Nee, dat niet. Bovendien was de presentatie een beetje vreemd. De gameplay verliep zeer orderlijk en vrij traag; volgens Ubisoft keken we naar live-gameplay, volgens ons viel dat wel mee. Het was wel gameplay, maar grotendeels afgesproken werk. Iedereen speelde zijn rolletje keurig mee.
Daar is niets mis mee. Het is te begrijpen dat een uitgever tijdens zijn peperdure show alle facetten van het spel wil laten zien en dat lukt niet altijd in een normaal potje, waarin de twee teams elkaar serieus te lijf gaan. Dat gebeurde namelijk wel enkele dagen later op de E3-beursvloer, toen we zelf Rainbow Six: Siege mochten uitproberen. Dat werd gedaan op pc's die verplicht met een controller werden bestuurd. Hoewel het leuk was eens niet op een PS4 of Xbox One te moeten spelen, vonden we het wat vreemd dat de controllerbesturing kennelijk eerder op orde was dan de WASD-besturing, maar dat moet Ubisoft zelf weten. Als het bij de release maar gewoon werkt.
De release, dat is pijnlijk woord; eigenlijk had er nu al een Rainbow Six-game vrijgegeven moeten zijn en eigenlijk heette die game Rainbow Six: Patriots. Dat spel had een fantastische setting. Ubisoft zocht de spanning in de hoek van het terrorisme op Amerikaans grondgebied door… Amerikanen. Niet per se waar gebeurd, wel op realiteit gebaseerd. We waren in 2011 bijzonder geïnteresseerd in dit spel, dat in de periode na onze eerste kennismaking terug naar de tekentafel werd gestuurd. Te riskant, vond ook Ubisoft bij nader inzien. Rainbow Six moest nog steeds een terugkeer beleven, maar dan wel met een andere setting.
Onder leiding van een nieuw ontwikkelteam beleefde het project in januari 2013 een volledige reboot. De focus lag niet langer op het verhalende aspect dat in Patriots zo duidelijk naar voren kwam, maar op multiplayer. Ook moesten oude Rainbow Six-elementen, zoals de verdeling tussen planning en uitvoering, een rol krijgen in die multiplayer. Het resultaat van de reboot hebben we op de E3 dus kunnen zien en spelen.
Eerst plannen, dan actie
De multiplayer-modus zal, zo verwachten wij, verschillende kanten, spelmodi en misschien ook verschillende aantallen spelers kennen. Vooralsnog beperkte de actie zich echter tot één spelmodus, op één map, en altijd met vijf tegen vijf. Daarbij speelt het ene team logischerwijs de Rainbows, terwijl het andere team de rol van gijzelnemers op zich neemt. De spelmodus behelst, je raadt het al, het bevrijden van de gijzelaar, dan wel voorkomen dat de Rainbows slagen in het bevrijden van de gijzelaar.
Scouten en barricaderen
Elk nieuw potje begint met een korte planningsperiode. In die tijd sturen de Rainbows kleine drones in het huis waarin de gijzelaar vastgehouden wordt, waarmee ze de omgeving binnen kunnen verkennen. Die drones kunnen uitgeschakeld worden, maar ze zijn klein en snel, en daardoor moeilijk te raken. Bovendien geven de slechterikken hun positie natuurlijk meteen prijs als ze zomaar beginnen te schieten. Daar komt bij dat ze ook wel wat anders te doen hebben. Het huis kan op diverse manieren verstevigd worden. Er kunnen barricades geplaatst worden, muren kunnen verstevigd worden zodat ze niet zomaar opgeblazen kunnen worden, en ook het her en der neerleggen van prikkeldraad is een optie.
/i/1402994524.jpeg?f=imagenormal)
Na ongeveer anderhalve minuut zit de voorbereiding erop en begint de actie. De Rainbows hebben dan als het goed is een plan bedacht hoe ze het huis het best kunnen binnendringen, terwijl de vijanden zich zo goed mogelijk hebben verschanst. De Rainbows kiezen eerst aan welke kant van het huis ze willen spawnen, en zoeken daarna hun weg naar binnen. Dat gaat, als het goed is, met redelijk wat coördinatie. Zo kozen wij ervoor vier man samen naar binnen te laten, terwijl het vijfde teamlid achterom ging, om de vijand te verrassen.
Luisteren
Aan de kant van de gijzelnemers is het op dat moment vooral een kwestie van luisteren, en de beveiligingscamera's bekijken die her en der in het pand hangen, dat alles natuurlijk om erachter te komen waar de Rainbows willen binnendringen. Wat dat betreft werkt verkenning twee kanten op. De gijzelnemers hebben evenzeer belang bij goede coördinatie, dus worden aan beide kanten veel aanwijzingen gegeven over waar de vijanden zich bevinden en wie welke positie inneemt, om ze daar te bestrijden.
Die coördinatie begint trouwens al veel eerder. Elk team heeft namelijk een aantal specifieke klassen die spelers kunnen kiezen en het is wel zo handig om daarin een goede verdeling te vinden. Zo heeft Pointman aan de kant van de Rainbows een groot schild waar de anderen zich ook achter kunnen verschuilen. De Breacher heeft daarentegen een sterke shotgun en een aantal breach-pakketten, waarmee hij muren en zelfs vloeren kan opblazen. Handige klassen, maar ook de Assault-jongens zijn met hun machinegeweren hard nodig. Ook aan de kant van de gijzelnemers is sprake van een dergelijke verdeling. Afspraken maken over wie welke rol op zich neemt, is dus geen overbodige luxe.
Hoofdrol voor breachen
Het huis waarin de gijzelaar wordt vastgehouden beschikt, met een tweede woonlaag en een kelder, over drie lagen. Je kunt je daarbij houden aan gangbare routes, en de trappen en deuren gebruiken, maar Rainbow Six: Siege zit een stuk dynamischer in elkaar dan dat. Beide kanten beschikken, zoals gezegd, over soldaten die muren en vloeren kunnen opblazen. Dit belooft een van de basiselementen in de gameplay te worden. Muren opblazen kan je plotseling een direct zicht op je vijanden geven. De verrassing is zeker groot als je ineens het plafond boven hen wegknalt. In Rainbow Six: Siege kun je je dus niet blindstaren op de vaste paden; je vijand kan overal vandaan komen.
Door muren heen breken
Andersom spelen de gaten ook een rol. De Rainbows zullen de gijzelnemers proberen te verrassen door door de muren heen te breken, maar daarin zouden zomaar al gaten kunnen zitten. Gaten in muren geven immers zicht op de volgende kamer. Om de Rainbows te kunnen zien aankomen is het voor de gijzelnemers helemaal geen slecht idee om zelf alvast wat gaten te schieten in de muren. Wij gaven onszelf vanuit de slaapkamer bijvoorbeeld zicht op de trap, waarlangs gaandeweg het potje verschillende vijanden naar boven probeerden te komen. Door gebruik te maken van de gaten verandert het speelveld doorlopend.
/i/1402994523.jpeg?f=imagenormal)
Er is echter een potentieel minpunt aan dit geheel. In de map die wij speelden, konden vooral de vloeren alleen op specifieke plaatsen opgeblazen worden. Zat je een meter of twee naast de plek waarvan het spel snapt dat je daar de vloer wil opblazen, dan gebeurt er al niets. Dit geeft dit element een behoorlijk star en scripted gevoel, en dat is jammer. Ubisoft vertelde er wel bij dat aan dit onderdeel nog flink gesleuteld werd, maar we kunnen ons niet voorstellen dat je staks ineens wél overal alles kunt opblazen. Het zoeken van die plekken waar het wel werkt, zal straks per map nog een strategische uitdaging zijn, maar als je het eenmaal weet, is de aap uit de mouw en weet iedereen waarop hij of zij moet letten.
Snelle eliminatiestrijd
Hoe dat zich ontwikkelt, wachten we nog even af. Gelukkig is de rest van de actie prima in orde. De potjes die we in LA speelden, brachten stuk voor stuk spanning en snelle actie met zich mee. Er was geen sprake van respawns, dus was het een eliminatiestrijd. Bovendien moeten de Rainbows de gijzelaar binnen een bepaalde tijd vinden en bevrijden, dus enige haast is ook geboden. Het leidt continu tot korte, snelle potjes en dat beviel op de E3 prima.
Wat op de E3 nog restte, was een snelle blik op hoe Rainbow Six: Siege visueel in elkaar zit en om eerlijk te zijn, daarvan waren we nog niet erg onder de indruk. Het spel komt moeiteloos mee met elke andere first-person shooter, maar beschikt niet over de grafische pracht en praal die we zagen in games als Metal Gear Solid en The Witcher 3. Wel laat het spel een game als Call of Duty: Advanced Warfare achter zich. Overigens is ook de visuele kant nog 'work in progress', dus we verwachten hiervan eveneens uiteindelijk meer, zeker als we ook wat meer andere locaties zien dan alleen een simpel, door de nachtelijke duisternis omgeven huis.
Voorlopige conclusie
De Ubisoft-uitsmijter van dit jaar was niet zo indrukwekkend als de uitsmijters van voorgaande jaren, maar het was alsnog leuk om Rainbow Six terug te zien. Ubisoft lijkt erin te slagen een game neer te zetten die trouw blijft aan hoe de Rainbow Six-games in het verleden in elkaar zaten, met net wat meer aandacht voor recon en planning dan in bijvoorbeeld Rainbow Six: Vegas het geval was. Toch zijn er ook nog wat twijfelpuntjes. Zo hopen we op wat meer vrijheid in het breachen van muren en vloeren, en zijn we erg benieuwd hoe de game er verder uitziet. Ten slotte vragen we ons nog steeds af of er nu wel of geen singleplayer-modus in Rainbow Six: Siege zit. Ubisoft geeft daarop alleen als antwoord dat het een 'multiplayer-focused' spel is; duidelijker dan dat wordt het voorlopig niet.