Het einde van de pc?
Het einde van de pc?
Volgens sommigen gaat 2012 de geschiedenisboeken in als het jaar waarin de pc definitief op zijn retour was. Het vaak voorspelde einde van de desktop in het bijzonder zou met de doorbraak van tablets dit jaar definitief zijn ingezet. Kwartaalcijfers van diverse bedrijven lijken dit enigszins te onderschrijven; onder meer de omzetten van Dell en HP stonden onder druk. Voor eerstgenoemde is dit deels te danken aan de keus zich niet op groeimarkten als budgetlaptops te richten, terwijl HP bezig is met een grote reorganisatie.
De derde grote fabrikant, Lenovo, kan wel profiteren van een groeiende vraag naar hardware en zag zijn marktaandeel groeien in 2012. Ook Asus roeit tegen de stroom in en profiteerde van een groeiend marktaandeel op de pc-markt. In het derde kwartaal waren dat echter de enige twee stijgers wat marktaandeel en aantal verkochte pc's betreft. Het laatste kwartaal is echter nog niet ten einde en menig systeem zou nog verkocht moeten worden nu Microsoft Windows 8 heeft uitgebracht.
Wat voor kant-en-klare systemen geldt, heeft uiteraard zijn weerslag op componenten. Zo verkochten AMD en Intel een stuk minder extra processors dan vorig jaar; er was nog altijd groei, maar die was kleiner dan de groei van 2011. Ook gpu's werden minder verkocht dan een jaar geleden, maar of dat te danken is aan minder systemen die gebouwd werden of aan het volwassen worden van processor graphics in processors, is lastig te zeggen. Het zal een combinatie van die twee zijn.
Wie in 2012 wel de stap waagde een systeem kant-en-klaar te kopen of er zelf een samen te stellen, mocht rekenen op een stuk meer 'bang for the buck'. Fabrikanten hebben in 2012 onverkort gestreden om de gunsten van de consument en brachten tal van nieuwe producten uit met meer rekenkracht en vooral minder honger naar energie.
Processors: AMD's Fusion
AMD heeft in 2012 een flinke inhaalslag op het gebied van mobiele processors gemaakt, maar de desktop bleef wat achter. Het bedrijf introduceerde in het afgelopen voorjaar zijn Trinity-generatie apu's: accellerated processing units die een cpu met gpu combineren. Het Fusion-platform voor notebooks, Comal genaamd, werd rond mei op de markt gebracht. AMD profiteerde helaas niet van vertragingen bij Intel en kon mobiele Trinity-apu's slechts mondjesmaat leveren, zodat het nieuwe platform pas rond de zomer goed verkrijgbaar was.
/i/1348766760.jpeg?f=imagenormal)
De desktopvarianten van de Trinity-apu's, bekend onder codenaam Comal, lieten nog veel langer op zich wachten. Pas in het najaar, toen Ivy Bridge ook voor de desktop al lang en breed verkrijgbaar was, werd Lynx geïntroduceerd. De Fusion-apu's bleken prima te presteren en voldoende voor een allroundsysteem waarop lichte games gespeeld worden. De relatief lage prijzen en uitgebreide features lijken het bedrijf echter vooralsnog met moeite uit de rode cijders te houden, maar wellicht kan een toename van de vraag na de release van Windows 8 nog een beter laatste kwartaal opleveren.
Ook met het high-end platform, de FX-serie voor desktops, liep het minder goed dan gehoopt. De prestaties van de Bulldozer-modules in de eerste generatie FX-cpu's lieten bij de introductie eind 2011 te wensen over, maar de Piledriver-modules van 2012 lieten duidelijke verbeteringen zien. De high-end cpu's kunnen echter nauwelijks tegen Intels midrange-producten op en de FX-serie ontbeert AMD's sterkste troef: de gpu. Ook op het gebied van energiebeheer moet AMD wat inleveren, maar daar staat flink wat waar voor je geld tegenover.
Sockets en chipsets
AMD heeft zowel voor de nieuwe Trinity-apu's als voor de FX-processors een passende chipset geïntroduceerd. Voor de FX-serie werd de AM3+-socket al in 2011 uitgebracht, gecombineerd met de 900-serie chipsets. In de nieuwste FX-moederborden passen ook oudere processors en in oudere AM3-moederborden passen de nieuwste FX-processors. Tot zover niets nieuws; dat zijn we min of meer gewend van AMD. Het bedrijf houdt een socket traditiegetrouw lang in leven.
/i/1302523444.jpeg?f=imagenormal)
Zo niet de FM1-socket voor de Llano-apu's; deze werd eveneens vorig jaar geïntroduceerd voor de Fusion-apu's, maar is nu al verouderd. De nieuwe generatie Trinity-apu's vergt namelijk de FM2-socket, die niet overweg kan met eerdere generaties processors. De generatie apu's die voor 2013 is gepland, zou opnieuw aan de FM2-socket vasthouden.
Processors: Intels '3d'-architectuur
Bij Intel was het in 2012 evenmin allemaal goud dat blonk. Het bedrijf zou al in de eerste maanden van het jaar met de opvolger van de Sandy Bridge-processors komen, maar dat streven werd niet gehaald. De overstap van 32nm naar 22nm bleek zelfs voor Intel wat ambitieus, hoewel dat niet als reden voor de vertraging werd opgegeven. Pas in april en mei, en in sommige gevallen zelfs september, kwamen de Ivy Bridge-processors beschikbaar.
/i/1304532242.png?f=imagenormal)
De Ivy Bridge-processors worden volgens een 22nm-procedé gemaakt en vormen volgens Intel een 'tick plus', aangezien vooral de gpu sterk verbeterd zou zijn ten opzichte van de Sandy Bridge-generatie. Die gpu is nog niet op het niveau van de in AMD's apu's geïntegreerde gpu's, maar geleidelijk wordt Intel beter in zijn gpu's. De 22nm-transistors werden bij introductie gekenmerkt als 3d-transistors, wegens het gebruik van de trigate-transistors, die een groter gate-oppervlak hebben dan plenaire transistors.
De bovenstaande Ivy Bridge-processors voor de lga1155-socket moeten alle marktsegmenten bedienen, maar voor het uiterste topsegment kreeg het het socket 2011-platform een update. In februari werd de 'instapper', de i7-3820, geïntroduceerd, in november gevolgd door het nieuwste topmodel, de i7-3970X. Anders dan de Ivy Bridge-processors ontberen deze Sandy Bridge-processors een geïntegreerde gpu en worden ze nog op 32nm gebakken.
/i/1334868257.jpeg?f=imagenormal)
De Ivy Bridge-processors voor socket lga1155 kampten soms met verhittingsverschijnelen, aangezien de koelpasta die het bedrijf tussen heatspreader en silicium aanbracht van onvoldoende kwaliteit bleek.
Sockets
Bij de introductie van de Ivy Bridge-processors werden ook nieuwe chipsets geïntroduceerd. De 'derdegeneratie-Core-processors' bleven wel compatibel met de chipsets van de vorige generatie, maar niet alle features, zoals pci-express gen.3, worden dan ondersteund. Dat betekent dat ook de socket ongewijzigd is gebleven. Een Series 6-bord dat met 1155-socket gekocht werd, kan ook voor Ivy Bridge-processors gebruikt worden.
/i/1276168800.jpeg?f=imagenormal)
Ook de lga2011-socket, voor sommigen afgeschreven omdat Intel in 2012 geen Ivy Bridge-processors voor deze socket leverde, is nog springlevend. Wie echter hoopte op een processor met Ivy Bridge-architectuur in deze socket, moet nog een jaartje wachten; de Ivy Bridge-E-processors zouden pas tegen het eind van 2013 verschijnen. Voor de normale desktop is Haswell dan al verkrijgbaar. Een cpu in een X79-bord zou dan net als dit jaar een generatie achterlopen.
Videokaarten
In gpu-land zou het jaar 2012 misschien als saai bestempeld kunnen worden, maar er gebeurde wel degelijk wat. Ten eerste maakten de fabrikanten beide een overstap naar een kleiner procedé voor de productie van hun gpu's: zowel AMD als Nvidia stapte over van 40nm-chips naar kleinere en zuinigere 28nm-transistors.
Het meest opvallende was de ommezwaai van zowel Nvidia als AMD. Zo kwam Nvidia dit jaar opeens met een relatief kleine en zuinige gpu, die vooral uitblonk in single-precision-flops. AMD daarentegen lijkt bijna afgestapt te zijn van zijn small-die-strategie, want de Tahiti-gpu is door zijn goede prestaties in double-precision-flops juist vrij groot en slurpt behoorlijk wat stroom. AMD wilde namelijk stappen maken om zijn gpu’s beter geschikt te maken voor gpgpu-computing, een trend die Nvidia jaren geleden al inzette. Nvidia koos echter voor een andere aanpak; een gpu voor de consumenten- en gamemarkt, en een extreem grote gpu, met uitstekende dp-flops-prestaties voor de servermarkt.

Ondanks de veranderde strategieën gaan de consumenten-gpu’s van Nvidia en AMD nog steeds gelijk op wat prestaties betreft. AMD was wel een stuk sneller met het uitbrengen van zijn HD 7000-serie, maar Nvidia kwam uiteindelijk sterk terug, ook al duurde het bijna een half jaar voordat Nvidia een antwoord had op AMD’s goedkopere videokaarten in de HD 7700- en HD 7800-serie. En eind 2012 zien we dat beide kampen voorlopig niets nieuws op stapel hebben staan, aangezien ze hun videokaarten nog een extra push willen geven met verbeterde drivers en het meeleveren van gratis games.
Externe videokaarten zijn echter niet de enige manier om aan een gpu te geraken. Intel is al jarenlang marktleider op het gebied van gpu’s, of beter gezegd igp’s, aangezien die standaard in het gros van de cpu’s van Intel zitten. Die gpu’s waren jarenlang echter ook het domste kindje van de klas. Niet alleen waren de igp’s amper goed genoeg voor Windows’ Aero-theme, de driverondersteuning liet ook behoorlijk te wensen over. In de afgelopen twee jaar heeft Intel echter een flinke inhaalslag gemaakt. Zo ondersteunen de gpu’s nu DirectX 11 en zijn ze bijna snel genoeg om een budgetvideokaart overbodig te maken. De Ivy Bridge-stap zet dus de trend voort die Intel met Sandy Bridge had ingezet. Met Haswell zal Intel in 2013 waarschijnlijk zijn waar het al jaren geleden had moeten zijn en hoewel de gpu een steeds groter deel van het aantal transistors in beslag neemt, winnen de cpu’s alleen maar aan snelheid.
AMD voorziet een deel van zijn cpu's ook van gpu's, de zogeheten apu's. De gpu's in AMD's apu's zijn sinds hun eerste iteratie al behoorlijk rap en met de komst van Trinity werden ze alleen maar sneller. Wie genoegen neemt met lagere instellingen, kan er zelfs menig spel mee spelen. Het zal niet lang meer duren of het budgetsegment wordt volledig opgeslokt door de igp's van AMD en Intel. We spraken vorig jaar al onze hoop uit dat ontwikkelaars meer zouden doen met de kracht die gpu's te bieden hebben, maar vooralsnog is het aantal programma's die de gpu aanspreken bedroevend laag. AMD is wel bezig om het eenvoudiger te maken voor ontwikkelaars, maar vermoedelijk spreken we ook volgend jaar onze teleurstelling uit over het uitblijven van applicaties die gebruikmaken van de gpu. Ook Intel tracht softwaremakers gebruik te laten maken van de gpu.
Harde schijven versus ssd's
De 'ouderwetse' harde schijf, met draaiende platters, bleek in 2012 nog lang niet dood. De overstromingen in Thailand van 2011 lieten nog steeds hun gevolgen voelen en dat was voor fabrikanten misschien wel een 'blessing in disguise'. Het was afgelopen met de almaar dalende prijzen die fabrikanten tot voor de overstroming moesten doorvoeren en hoewel de prijzen weer enigszins genormaliseerd zijn, zijn ze nog altijd hoger dan voor de overstromingen.
/i/1319807215.jpeg?f=imagenormal)
Los van de prijsontwikkeling bleven de capaciteiten in 2012 ook toenemen. De datadichtheid per platter nam opnieuw toe, wat niet alleen leidt tot grotere harde schijven, maar ook, althans in theorie, tot lagere kosten. Als een 3TB-schijf met minder platters gemaakt kan worden dankzij een hogere datadichtheid per vierkante centimeter, kan worden volstaan met minder leeskoppen en minder krachtige spindle-motors.
Eind 2011 was alleen Hitachi in staat een 4TB-schijf te produceren, maar in maart 2012 rondde Western Digital zijn acquisitie van Hitachi af, zodat er nu ook Western Digital-schijven van 4TB worden verkocht. Met die overname van Hitachi door WD lijkt de consolidatie rond de fabrikanten van harde schijven afgerond. Seagate kocht, eveneens in 2012, LaCie en had in 2011 al Samsungs hdd-divisie gekocht. Inmiddels hebben we nog maar drie fabrikanten over: Western Digital en Seagate, beide met een marktaandeel van ongeveer veertig procent, en Toshiba, dat goed is voor de resterende twintig procent.
Solid state drives
Terwijl er weinig fabrikanten van harde schijven overblijven, storten juist veel fabrikanten zich op de markt voor solid state drives. Vooral de eerste helft van 2012 werd gedomineerd door de combinatie SandForce en IMFT. De combinatie van de SF2281-controller met 25nm-IMFT-geheugen werd door veel fabrikanten gezien als meest voor de hand liggende keus om onder eigen merk ssd's te verkopen. Kleine verschillen, zoals firmware, kwaliteit van het gebruikte flashgeheugen en verwachte levensduur daargelaten, leverde dit een wat eentonig ssd-landschap op./i/1343814837.jpeg?f=imagenormal)
Er was echter één grote uitzondering: Samsung met zijn 830-serie ssd's. Dat bedrijf maakt alles in eigen huis: de firmware, de controller en het geheugen, waardoor het de prijzen van zijn ssd's laag kan houden. Gevolg: een snelle ssd die tegelijk een van de laagste prijzen had. Eind 2012 heeft Samsung getracht dat trucje te herhalen; de 840-serie volgt de 830-serie op en lijkt zich opnieuw te onderscheiden met goede prestaties en lage prijzen. In aanloop van de introductie werden voorraden van de 830 bovendien gedumpt tegen bodemprijzen, wat andere fabrikanten ertoe dwong hun prijzen eveneens te verlagen.
Voor de consument leidde dat tot spectaculaire prijsdalingen; in 2012 lijkt de ssd definitief zijn doorbraak te hebben gekregen. De prijzen daalden tot ruim beneden de psychologische grens van een euro per gigabyte en steeds meer laptops, met ultrabooks voorop, hebben een ssd aan boord. Wie op een ssd-systeem heeft gewerkt, zal nooit terug willen naar een harde schijf als opstart- en systeemschijf; voor hen is de harde schijf 'gereduceerd' tot opslagmedium.
Behalve Samsung met zijn ssd's en diverse fabrikanten van SF2281-drives met IMFT-flash, timmerden ook andere bedrijven aan de weg. Zo heeft OCZ, na zijn overname van controllerfabrikant Indilinx, eerst de Vertex 4 uitgebracht, die van eigen firmware voor een Marvell-controller voorzien was. Met de Vector ontwikkelt OCZ naast eigen firmware ook een eigen controller; de Barefoot 3-controller in de Vector is van eigen makelij.
/i/1302857466.jpeg?f=imagenormal)
Tegen het eind van 2012 werd ook een overstap gemaakt naar kleiner flashgeheugen. IMFT produceerde 20nm-flash in zinvolle hoeveelheden en Toshiba levert zijn toggle-flash 19nm op. Onder andere Intel gebruikt het 20nm-IMFT-geheugen in zijn 335-serie ssd's, terwijl het 19nm-Toshiba-geheugen bijvoorbeeld in Plextors M5 Pro-serie te vinden is.
2011 versus 2012 in de praktijk
Wat betekenen de veranderingen en de geleidelijke verbeteringen in de diverse componenten nu voor een gebruiker? Dat kunnen we aan de hand van een zelfbouw-pc vaststellen. Met behulp van componenten die in de Best Buy Guide van november 2011 werden voorgesteld, is voor een stevig budget een aardige game-pc samen te stellen. We nemen de high-end gamesystemen als voorbeeld, met de kanttekening dat we de tweede grafische kaart uit het 2012-systeem weglaten om het budget gelijk te houden. Dat budget bedroeg ongeveer 1250 euro.
In 2011 leverde dat een Sandy Bridge-systeem met de i5-2500K-processor in een P67-moederbord op, samen met 8GB geheugen, een 128GB ssd van Crucial en een Radeon HD6950 grafische kaart. Een nette behuizing eromheen, een harde schijf van 1TB voor de games en een fatsoenlijke voeding souperden het budget op.
Anno 2012 kon voor datzelfde geld een snellere Ivy Bridge-processor, de 3570K gekozen worden, samen met de dubbele hoeveelheid geheugen, een snellere Samsung 830-ssd van nog steeds 128GB, maar lager geprijsd, een 2TB harde schijf en een flink snellere én zuinigere Radeon HD7950-videokaart. De voeding en behuizing bleven overigens ongewijzigd. Het huidige systeem is niet alleen sneller dan dat van een jaar geleden, maar ook zuiniger. Ook is het 2012-systeem zo'n honderd euro goedkoper, bijna tien procent dus. Een dramatisch verschil is dat niet, maar tien procent sneller, zuiniger en goedkoper betekent cumulatief toch een aardige verbetering.
Als het budget wat beperkter is, zijn de verschillen misschien nog groter. Het budgetsysteem van 2011 werd gevormd door een AMD Llano-apu met 4GB geheugen en een 500GB-harde schijf. Voor eveneens 250 euro kon in 2012 een systeem met Intel Pentium-processor, eveneens 4GB geheugen en een ssd van 128GB gekocht worden. Vooral dat laatste, die ssd, levert in de dagelijkse praktijk een enorm verschil. Ook in het basissysteem is de harde schijf in 2012 vervangen door een ssd en kreeg het nieuwe systeem een snellere apu aan boord. In tegenstelling tot het basissysteem uit 2011 kan het 2012-systeem best gebruikt worden om een spelletje te spelen, en dat zonder losse videokaart. Uiteraard moet wel genoegen genomen worden met wat minder grafische pracht dan een losse videokaart kan leveren, maar het kan.