Inleiding
Al jaren en jaren luidt de ene na de andere instantie 'de noodklok' over het 'opraken' van de ipv4-adressen. In 1999 schreef Tweakers.net er al over, maar ook in de jaren daarvoor dook het onderwerp regelmatig op. Tal van doemscenario's werden geschetst over de gevolgen van de schaarste aan adressen die ipv4 met zich meebrengt, over de luttele tijd die nog restte en de enorme kosten die een overstap naar ipv6 met zich mee zou brengen voor bedrijven en overheden.
Die verhalen namen de laatste tijd flink in aantal toe omdat het moment dat de laatste ipv4-adressen vergeven worden, nu echt rap nadert. Ondanks alle waarschuwingen van onheilsprofeten, adviezen van deskundigen, voorlichtingscampagnes en media-aandacht is van een massale overstap op ipv6 nog geen sprake, hoewel bijvoorbeeld Nederlandse isp's druk bezig zeggen te zijn met de voorbereidingen.
Donderdag vond een belangrijk symbolisch moment plaats die mogelijk een aanjager wordt van de overgang: de laatste vijf ipv4-blocks werden verdeeld over de regionale internetregistries. Dat betekent overigens nog niet dat de ipv4-adressen op zijn. De vijf regionale registries, zoals RIPE NCC in het geval van Europa, verdelen de nog beschikbare adressen over internet- en hostingproviders.
Feit is wel dat het einde in zicht komt. Als de registries de nog beschikbare ip-adressen over de providers hebben verdeeld, kunnen er geen nieuwe ipv4-blocks meer worden aangevraagd. Op dat moment moeten de isp's het doen met de voorraad adressen die ze nog achter de hand hebben. RIPE NCC heeft waarschijnlijk nog tot eind dit jaar genoeg ipv4-adressen om aan de vraag te voldoen.
In dit artikel bekijken we kort wat de basis van de problematiek is en of de situatie echt zo ernstig is als de berichten ons doen laten geloven.

Geen acuut probleem
Deze week heeft Icann de laatste blokken met ipv4-adressen uitgedeeld. Ondanks alle media-aandacht is er echter geen acuut probleem. Het duurt nog wel een jaar voordat isp's hier in Nederland zonder komen te zitten. Wel zullen de komende maanden de eerste sites in Azië opduiken die exclusief van ipv6 gebruikmaken.
Wil er geen tweedeling ontstaan, dan zullen alle computers op een dubbele netwerk-stack voor ipv4 en ipv6 over moeten gaan. Gelukkig wordt ipv6 al jarenlang door de meeste apparatuur ondersteund en is het vaak alleen een kwestie van configureren om de overstap mogelijk te maken. Wel moet de komende tijd een deel van de applicaties onder handen genomen worden.
Gewone gebruikers zien meestal niets van de ip-adressen die op internet worden gebruikt. Zij gebruiken eigenlijk alleen domeinnamen als Tweakers.net. Maar het daaronderliggende Internet Protocol werkt uitsluitend op basis van netwerkadressen.
Voor ipv4 bestaan die uit vier bytes, meestal weergegeven met punten ertussen, bijvoorbeeld: 192.168.127.14. Met een commando als nslookup kun je het ip-adres achter een domeinnaam achterhalen:
nslookup tweakers.net
Server: kerberos2.tweakers.lan
Address: 10.75.99.10
Non-authoritative answer:
Name: tweakers.net
Address: 213.239.154.35
De vertaling tussen domeinnamen en netwerkadressen wordt verzorgd door het Domain Name System. Die relatie is echter niet één-op-één. Op een ip-adres kunnen meerdere sites worden gehost. Of andersom: een domein kan naar meerdere ip-adressen wijzen. Dat geldt niet alleen voor de webserver maar bijvoorbeeld ook voor mail en de dns-dienst zelf.

Vier miljard adressen
Uitgangspunt is dat elk apparaat dat op internet is aangesloten een uniek ip-adres heeft. Alleen serversystemen en netwerkapparaten hebben er vaak meer dan één. Als je alle ipv4-adressen telt, dan kom je in totaal op 256 x 256 x 256 x 256 = 4,3 miljard adressen. Daarmee kun je in principe evenzoveel computersystemen aansluiten.
De werkelijkheid is echter veel ingewikkelder dan deze eenvoudige rekensom doet vermoeden. Enerzijds worden de netwerkadressen niet willekeurig uitgedeeld maar in grote aaneengesloten blokken toegekend. Anders zou elke router voor elk afzonderlijk adres moeten weten welke kant het verkeer opgestuurd moet worden. Op die manier zou je enorm lange route-tabellen krijgen en zou het heel lang duren voordat een data-pakket naar het juiste volgende knooppunt in het netwerk doorgestuurd kan worden.
Anderzijds krijgen in de praktijk lang niet alle computersystemen een hard ip-adres. Op een lokaal netwerk wordt vaak gewerkt met nat. Daarbij krijgen interne clients een gereserveerd adres dat buiten het lokale netwerk niet verder gerouteerd wordt. In plaats daarvan wordt het centrale adres van de gateway gebruikt om met de buitenwereld te communiceren. Enige beperking van deze aanpak is dat verbindingen met clients niet door systemen van buiten kunnen worden geïnitieerd, maar dat is meestal uit veiligheidsoverwegingen toch al vastgelegd in de firewall.
Daarnaast worden ip-adressen voor clients vaak dynamisch toegekend bij aanmelding op het lan of dsl-netwerk, via dhcp. Zo kan een beperkte pool van ip-adressen steeds worden hergebruikt.
Dat we nu pas in de knel komen met onze ipv4-adressen, en dat dit niet eerder is gebeurd, hebben we echt aan technologieën als nat en dhcp te danken. De eerste onheilstijdingen over het opraken van de adressen zijn al meer dan tien jaar oud, net als ipv6, of ipng (Internet Protocol Next Generation) zoals dat destijds heette, zelf.

Adresblokken
De Internet Assigned Numbers Authority, of IANA, is onder andere verantwoordelijk voor het beheer van ip-adressen en de dns-rootservers. Het is een onderdeel van Icann, dat daarnaast ook over de toekenning van top-level-domeinen gaat.
IANA deelt de beschikbare ip-adressen in grote blokken uit aan de continentale adres-beheerders, de RIR's. Daarvan zijn er vijf over de hele wereld: grof gezegd voor Amerika, Afrika, Azië, Latijns Amerika en Europa. Voor ons continent is het in Amsterdam gevestigde RIPE verantwoordelijk.

Op hun beurt stellen die continentale organisaties stukken van de aan hen toegekende blokken beschikbaar aan regionale isp's, telco's, ondernemingen en andere grote gebruikers.
Op deze manier blijven de route-tabellen beperkt: Als je verbinding hebt met een Amerikaanse site, dan weten de routers hier dat het om een ip-adres uit een Amerikaans blok gaat. En de routers daar weten naar welke organisatie een pakket precies moet worden doorgestuurd.
Wie het leuk vindt om de route van zijn pakketten over het internet te volgen, kan daarvoor de traceroute-tool gebruiken:
traceroute tweakers.net
traceroute to tweakers.net (213.239.154.35), 30 hops max, 60 byte packets
1 vegas.offerman.com (192.168.3.33) 0.207 ms 0.184 ms 0.174 ms
2 10.0.0.138 (10.0.0.138) 2.105 ms 2.945 ms 3.398 ms
3 lo1.dr8.d12.xs4all.net (194.109.5.205) 41.866 ms 42.414 ms 44.448 ms
4 0.ge-4-3-0.xr4.1d12.xs4all.net (194.109.7.17) 26.782 ms 30.168 ms 30.476 ms
5 0.so-6-0-0.xr1.tc2.xs4all.net (194.109.5.10) 32.226 ms 35.034 ms 35.401 ms
6 amsix.true.nl (195.69.144.171) 36.446 ms 29.303 ms 29.566 ms
7 10ge-e600-1.ams7.true.nl (87.233.1.218) 39.890 ms 20.973 ms 24.743 ms
...
Nog een jaar
Al het gedoe van de afgelopen tijd ging helemaal niet om het toekennen van het laatste ip-adres aan een individu zoals jij of ik. De Icann heeft als organisatie in de top van deze keten de laatste grote blokken van elk 16 miljoen adressen aan de continentale beheerders uitgereikt. Het duurt dus nog wel even voordat regionale aanvragers echt geen adressen meer kunnen krijgen.
Volgens de Stichting IPv6 Nederland zullen de eerste daadwerkelijke problemen in Azië optreden. Daar worden naar verwachting de laatste IPv4-adressen aan het eind van de zomer aan de isp's uitgedeeld. Hier in Europa gebeurt dat tegen het einde van dit jaar. Isp's zelf hebben een voorraad waarmee ze een maand of drie vooruit kunnen, dus we hebben hier in ieder geval nog voor ongeveer een jaar genoeg.
Schaarste
Het beleid is om die laatste ip-adressen vooral aan nieuwe isp's te geven. Andere worden zo gedwongen hun bestaande adressen zo efficient mogelijk in te zetten. "Dat de wereldwijde voorraad op is, betekent niet dat vandaag of binnenkort het huidige ipv4-internet ophoudt met functioneren," aldus Frits Nolet, bestuurslid van de ipv6-stichting. "Het oude internet zal blijven werken, maar kan niet meer groeien. Wat er op dit moment gebeurt, onderstreept des te meer de noodzaak voor bedrijven om werk te maken van hun aansluiting op het nieuwe ipv6-internet. Dat protocol gebruikt adressen van zestien bytes groot, waarmee de beperkingen in de ipv4-adresruimte voorgoed tot het verleden moeten gaan behoren.
Ook Niels Huijbregts, woordvoerder bij internetprovider Xs4all, geeft aan dat het zo'n vaart niet loopt. "Hier in Nederland is de groei van internet er uit, ook als je kijkt naar mobiele apparaten. Wij hebben nog voldoende ipv4-adressen, dus we verwachten daar geen problemen."
De schaarste zit met name in China en India, claimt Huijbregts. Daar zullen volgens hem de eerste ipv6-only sites gaan draaien. "Onze gebruikers moeten wel kunnen blijven communiceren met die sites. Colocatie-klanten kunnen een ipv6-blokje krijgen. Waar nodig helpen onze mensen hen op weg. Adsl-klanten met XS4All Only kunnen een ipv6-adres aanvragen. Dan krijgen ze een nieuwe Fritz!Box die ipv4 en ipv6 naast elkaar kan draaien. Adsl-modems die vanaf oktober zijn uitgeleverd, bevatten deze mogelijkheid al."
/i/1296725975.png?f=imagenormal)
Gert-Jan de Boer, lid van het Tweakers.net Expertpanel, ziet contentproviders voor de makkelijkste weg kiezen: de inzet van V4-naar-V6-proxies in hun core-infrastructuur. Maar Huijbregts ziet niets in tunneling en gateways. "Dat is minder netjes en minder snel dan een parallelle netwerk-stack. Er is allang een oplossing voor dit probleem, en dat is ipv6."
Milleniumproblematiek
"Zakelijk gezien is er nog geen probleem," zegt ook Michel Schaalje, technisch directeur bij Cisco, "want de huidige ipv4-adressen blijven gewoon bestaan. Dat probleem ontstaat pas als de komende jaren meer diensten alleen op ipv6 beschikbaar komen. Al onze apparatuur is allang klaar voor ipv6. Ons advies zou zijn om alle clients van beide stacks te voorzien. Voor de servers is dat wat lastiger omdat die niet altijd uitgezet kunnen worden." Volgens een lid van het ipv6-panel ontbreekt op dit moment in het bedrijfsleven nog de business case voor de transitie naar ipv6.
Schaalje claimt dat de komende tijd wel allerlei applicaties onder handen genomen moeten worden. Hij maakt de vergelijking met de millennium-problematiek, "maar dan zonder een harde deadline. Er zijn veel toepassingen die intern alleen met ipv4-adressen overweg kunnen. Op dit moment kijken onze klanten naar de impact daarvan. Het probleem zit 'm in de applicaties; de infrastructuur is klaar voor ipv6."
Expertpanellid Stijn Devriendt, werkzaam bij een netwerkleverancier, wijst echter op de gebrekkige ondersteuning van ipv6 in de kabelnetwerken. Die moeten eerst naar docsis 3.0 of docsis 2.0 + ipv6 worden overgezet. Daarnaast is de dual-stack ondersteuning bij consumentenapparatuur beperkt. Volgens hem zullen providers pas overstappen als de kosten van ipv4-adressen hoger worden dan die voor een ipv6-uitrol.