Uit het TNO-onderzoek 'ipv6 monitoring in Nederland' blijkt dat de uitrol van ipv6 in Nederland achter blijft op die van vijf andere Europese landen. Bij de voorbereidingen voor de migratie zou Nederland juist wel weer tot de voorhoede behoren.
De zogenaamde nul-meting van onderzoeksbureau TNO is ingesteld in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en moet inzicht geven in de stand van zaken rondom de invoering van ipv6 in Nederland. De overstap van ipv4 naar ipv6 is hard nodig, omdat het aantal beschikbare ip-adressen volgens de laatste schattingen eind 2011 of in de loop van 2012 geheel op zijn. De huidige vrije adresvoorraad zou nog zo'n 7 procent bedragen.
In het testrapport, waarbij gekeken is naar de periode januari-april 2010, is te lezen dat Nederland nog onvoldoende met de uitrol van ipv6 bezig is. Zo zouden slechts zeven isp's aan hun klanten een werkende ipv6-verbinding kunnen leveren, waarbij vooral zakelijke klanten in aanmerking komen. Xs4all zou momenteel als enige op beperkte schaal ipv6-adressen aan consumenten kunnen leveren.
TNO stelt dat er weliswaar 3 miljoen ipv6-adressen in 2009 zijn aangevraagd in Nederland, maar dat slechts 13,6 procent daarvan in de routeringstabellen zijn terug te vinden. Daarmee zou Nederland achterblijven op landen als Duitsland, Frankrijk, Italië, Polen en het Verenigd Koninkrijk.
Toch stelt TNO met enig optimisme dat het bewustzijn voor de overstap in Nederland groeiende is en dat de benodigde technische voorbereidingen vergevorderd zijn. Er worden wel vraagtekens gezet bij de vraag of websites in Nederland voldoende haast maken met het bereikbaar zijn via ipv6. Een tweede meting, die over een halfjaar zal worden gehouden, moet meer inzicht geven in de situatie.
Verder stelt TNO dat ipv6 voldoende veilig lijkt, omdat er in verhouding tot ipv4 minder kwetsbaarheden aan het licht komen en het aantal meldingen zou afnemen. Fouten die echter gedetecteerd worden in ipv6-implementaties zouden wel vaker in meerdere soorten producten tegelijk worden aangetroffen.