Filmische game blijft trouw aan films
Indiana Jones and the Great Circle
Indiana Jones and the Great Circle is een firstperson-actionadventure die in zijn sfeer en opzet erg dicht bij de oude Indiana Jones-films blijft. Indy heeft de gelijkenis met een jonge Harrison Ford en ook overige elementen van de game, zoals de nazi's als vijanden, het bezoeken van diverse exotische locaties en de typische slapstickhumor, kennen we van de films. Je kunt her en der best een kritiekpuntje plaatsen bij de gameplay en het is jammer dat er nog geen ondersteuning is voor FSR, maar daarbuiten is Indiana Jones and the Great Circle een heerlijke game, die er dankzij raytracing of in het beste geval pathtracing ook nog eens prachtig uitziet.
Het is ze gelukt. Het is ze gewoon gelukt! Machinegames, bekend van de modernere Wolfenstein-games, is erin geslaagd een Indiana Jones-game te maken die de magie van de oude films uitstekend weet na te bootsen. Het hoofdpersonage, de exotische locaties, de puzzels, de mysteries, de grappen, de slapstickhumor en natuurlijk de muziek: alles in deze game ademt Indiana Jones. Een groter compliment kun je de ontwikkelstudio uit Zweden, die sinds 2010 eigendom is van Bethesda’s moederbedrijf Zenimax, eigenlijk niet geven.
Indiana Jones and the Great Circle is een Indiana Jones-avontuur zoals we het vooraf bijna niet hadden durven hopen. Dat begint natuurlijk allemaal bij de hoofdpersoon zelf. De game gebruikt de gelijkenis van een jonge Harrison Ford, zoals we Indy natuurlijk vooral kennen. Die gelijkenis is treffend en ook meteen een goed voorbeeld van het hoge niveau dat deze game laat zien in hoe de gezichten uitgewerkt en geanimeerd zijn. Niet alleen Indy, maar ook de andere hoofdpersonages zien er goed uit. De stem van dr. Jones wordt daarbij verzorgd door Troy Baker. Dat is op zijn zachtst gezegd geen onbekende. Baker voorzag eerder onder meer Joel uit The Last of Us en Booker DeWitt uit BioShock: Infinite van hun stem, en dat geldt voor nog eens tientallen andere personages in games. Toch zou Indiana Jones weleens zijn beste werk tot nu toe kunnen zijn. Het is bijzonder indrukwekkend om te horen hoezeer Baker erin slaagt als Harrison Ford te klinken.
Dat aspect is ongelooflijk belangrijk voor deze game, want het zorgt ervoor dat je binnen de kortste keren helemaal in dit Indiana Jones-verhaal zit, in plaats van dat je ‘gewoon’ een actionadventure speelt die losjes gebaseerd had kunnen zijn op Indiana Jones. Indy draagt de game. Dat doet hij in de vele uren aan cutscenes die Indiana Jones and the Great Circle rijk is, maar ook tijdens de gameplay. Indy maakt aan de lopende band opmerkingen over wat er gebeurt, precies zoals zijn evenknie in de oude films dat zou doen. Soms is die humor wat flauw, maar dat maakt niet eens uit, want dat was in die films ook het geval.
Vaticaan, Giza en Thailand
Natuurlijk zijn er nog tal van andere elementen die zorgen voor dat echte ‘Indy-gevoel’. Je hebt immers ook een quest nodig die alles aan elkaar verbindt, locaties die worden aangedaan op weg naar het volbrengen van die quest en een vijand die er zo zijn eigen plannen op nahoudt. In dit geval draait alles om The Great Circle. Wat dat precies is ontdek je natuurlijk tijdens het avontuur, maar het draait allemaal om een serie zeldzame, maar zeer machtige artefacten. Indiana Jones komt het mysterie op het spoor wanneer er op een goede dag wordt ingebroken op de universiteit waar Jones lesgeeft. De sporen van de inbreker leiden Indy al snel richting het Vaticaan, waar het verhaal eigenlijk pas echt begint. Later leidt dat verhaal de speler nog naar onder meer Giza in Egypte en Sukhothai in Thailand, met nog diverse andere bestemmingen daartussenin.
:strip_exif()/i/2007134378.jpeg?f=imagearticlefull)
In de eerste uren van de game heb je ook het genoegen om kennis te maken met Emmerich Voss, de antagonist in dit verhaal. Voss heeft alles wat een goede slechterik moet hebben en ook alles wat je zou verwachten van een vijand in een nazi-jasje. Voss is kalm, berekenend, extreem slim en meedogenloos. In die zin doet hij me een beetje denken aan kolonel Hans Landa uit Inglourious Basterds - in mijn ogen een van de beste nazirollen ooit gespeeld, maar dat terzijde. Voss en Landa delen de eigenschap dat ze schitteren in elke scène waarin ze te zien zijn. Baker mag dan een uitstekende Indiana Jones in huis hebben, Marios Gavrilis blijft op acteergebied absoluut niet achter. Beide personages zijn fantastisch om naar te kijken en dat is maar goed ook, want Indiana Jones and the Great Circle bevat ruim vier uur aan tussenfilmpjes.
Die tussenfilmpjes zijn ijzersterk. De cinematografie van deze game is zeer goed op orde. De gekozen shots doen sterk aan de Indiana Jones-films denken en datzelfde geldt voor wat er zoal in die scènes gebeurt. Ik vond het bijzonder grappig om te zien dat de ouderwetse slapstickhumor, zoals die vroeger gebruikelijk was in films, ook in de game verwerkt is. Indy staat soms lekker te schutteren en dan loopt het vaak met meer geluk dan wijsheid net niet verkeerd af. Wil je het filmische effect nog wat verder ondersteunen, dan kun je kiezen voor een 21:9-weergave. Op een normale tv betekent dat wel dat je met zwarte balken boven en onder je beeld speelt. Pc-gamers met een ultrawide monitor hebben daarvan natuurlijk geen last. Ik vond zelf de normale beeldverhouding lekkerder spelen, maar dat komt ook doordat ik op een tv speelde. Kun je de filmische modus beeldvullend maken op jouw monitor, dan maakt dat het geheel denk ik nog net even vetter.
Links de Cinematic mode (21:9), rechts de standaard 16:9-weergave
De focus op tussenfilmpjes heeft ook een keerzijde: de gameplay wordt veelvuldig onderbroken door stukken waar je dus even moet toekijken. Die stukjes volgen elkaar soms best snel op. Het is denk ik aan smaak onderhevig wat je daarvan precies vindt. Ik vond het goed bij de game passen en de filmpjes wisten me te vermaken, maar ik kan me ook voorstellen dat er gamers zijn die de vele onderbrekingen soms een tikje vervelend vinden.
Sneaken en meppen in firstperson
Indiana Jones and the Great Circle voelt in veel als een interactieve film, maar is uiteraard ‘gewoon’ een game. We hebben het hier over een singleplayer firstperson-actionadventure. Dat is een beetje gek, want we zijn door diverse andere games geconditioneerd om een derdepersoonsperspectief te verwachten bij dit soort games. Het klimmen en klauteren door oude tempels zagen we in games als Tomb Raider en Uncharted immers met respectievelijk Lara Croft en Nathan Drake steeds zelf ook in beeld. Een vergelijkbare game spelen in firstperson klinkt daardoor raar. Gelukkig werkt het in Indiana Jones uitstekend.
Firstperson
Het rondlopen, sluipen en de omgeving in je opnemen is hoe dan ook geen probleem. Sterker nog, het heeft wel wat om de iconische locaties die het verhaal aandoet vanuit dit perspectief in je op te kunnen nemen. De game is misschien wel op zijn best als je een grot, tempel of andere mysterieuze plek aan het onderzoeken bent. Vaak komt daarbij wat klimmen, springen en lassozwaaien kijken. Dat begint altijd in firstperson, maar de camera wisselt op die momenten even naar thirdperson, zodat je Indiana zijn spectaculaire acties of halsbrekende capriolen ziet uithalen. Die combinatie werkte voor mij prima.
:strip_exif()/i/2007134384.jpeg?f=imagearticlefull)
Het enige waarin ik dit deel van de game minder sterk vind, is het vechten. Zodra Indy opgemerkt wordt door nazisoldaten of andersoortige fascisten, volgt er meestal een handgemeen. Later zullen je vijanden ook gewoon het vuur openen als ze Indiana ontdekken, maar vaker is dat niet meteen het geval. Je kunt vechten met je vuisten, wat leunt op een systeem waarbij je kunt blokkeren, counteren en ontwijken, maar ook met allerlei handwapens. Het leuke daaraan is dat je veel voorwerpen kunt vinden die je daarvoor kunt gebruiken: van hamers en knuppels tot deegrollers, harken of zelfs pannen. Dat deel is leuk, want meppen met die voorwerpen is leuk. Je kunt vijanden ook in één keer ermee uitschakelen. Heb je geen voorwerp, dan kun je altijd Indy’s zweep gebruiken om vijanden te ontwapenen of ze even uit balans te brengen. Ook dat blijft steeds leuk om te doen.
Indy heeft in veel gevallen ook een pistool op zak of kan vuurwapens van vijanden oppakken en daarmee schieten. Ook dit viel een tikje uit de toon: ik ben geen enkele situatie tegengekomen waarbij ik dacht ‘ah, dit is een goed moment om mijn pistool te gebruiken’. Je trekt er meestal onnodig veel aandacht mee en, nog belangrijker, het is niet zo heel effectief. Vijanden gaan zelfs makkelijker neer als je ze een paar rake klappen geeft, dan wanneer je meerdere kogels in hun lichaam mikt. Ze zijn net iets te veel ‘bulletsponge’ om deze kant van de game echt functioneel te maken en daardoor voelt het wat raar. Je kunt vuurwapens ook omdraaien en als slagwapen gebruiken. Dat voelde effectiever, dus deed ik dat voornamelijk.
Koddig
Vechten met je vuisten voelt beter, maar ook een tikje koddig. Het is vaak ook niet overdreven moeilijk. Wel kun je her en der vijanden treffen die maar twee of drie rake klappen nodig hebben om Indy neer te meppen. De uitdaging zit op die momenten vooral daarin. Ik had na een paar uur spelen weinig meer met dat soort gevechten en ging ze dan ook het liefst uit de weg.
Het goede nieuws is dat dat best vaak kan. Je kunt er ten eerste voor zorgen dat je zo vaak als mogelijk een handwapen hebt. Dat maakt de gevechten een stuk korter. De game laat spelers echter ook hun eigen route bepalen. Zo moest ik op een gegeven moment de inhoud van een kluis hebben. Die kluis bevond zich op een vijandelijke basis. Je kunt dan kiezen voor een gevecht, maar je kunt ook proberen die kluis ongezien te bereiken; beide kunnen werken. Zo’n open gevecht in een basis is niet echt een strak plan, maar er zijn genoeg situaties waarin het prima te doen is om alle vijanden in de buurt uit te schakelen, waar je er ook langs had kunnen sneaken. Dat laatste is goed te doen. Als ze je zien, krijgen vijanden eerst een rondje boven hun hoofd dat zich gaat vullen. Pas als dat cirkeltje vol is, slaan ze alarm of vallen ze je aan. Dat systeem is best vergevingsgezind en maakt de game op sommige momenten best makkelijk. Je kunt daaraan zelf sleutelen en de game op diverse manieren moeilijker of makkelijker maken, dus mocht je je ergeren aan de moeilijkheidsgraad, dan biedt Indiana Jones and the Great Circle veel opties.
:strip_exif()/i/2007134362.jpeg?f=imagearticlefull)
Die vrijheid in het kiezen van je favoriete aanpak komt ook op andere manieren terug in de game. Op diverse plekken krijgt Indiana Jones namelijk allerlei sidequests, waarvan je zelf mag weten of je ze wel of niet wilt volbrengen. Die quests geven vaak meer achtergrondinformatie over die plek, specifieke personages of dingen die te maken hebben met het hoofdverhaal. Dat maakt ze de moeite waard. Je ziet op die manier meer van die omgevingen en het voegt ook nog eens de nodige uren speelduur toe aan de game.
Daardoor kan de totale tijd die je nodig hebt om de game uit te spelen nogal verschillen. Ik heb sommige sidequests wel en anderen niet gedaan, dus het blijft gissen hoe groot het verschil precies is. De game is denk ik in een uur of vijftien uit te spelen, maar kan meer dan dertig uur duren als je vrijwel alle sidequests meepakt. Je kunt dus zelf kiezen hoe lang je jouw Indy-avontuur maakt. Je kunt overigens altijd terug naar eerder bezochte locaties, dus mocht je quests overslaan en verdergaan met het verhaal, dan kun je ze later alsnog doen.
Dolwaze hoogtepunten
De vrijheid om die gebieden te ontdekken is fijn en een van de twee kanten die ik het sterkst vind aan Indiana Jones and the Great Circle. Het is heel leuk om simpelweg rond te lopen en omgevingen te verkennen waar van alles gebeurt en waar je ook steeds op nieuwe quests en kleine grapjes kunt stuiten. Het andere sterke punt zit in de hoogtepunten in het verhaal en de gameplay. Dit zijn scripted events die zorgen voor de doldwaze hoogtepunten die we kennen van Indiana Jones. Hier schakelt de game vaak over naar een filmpje, maar spectaculair is het dan meestal wel.
:strip_exif()/i/2007134382.jpeg?f=imagearticlefull)
Genieten van de Sixtijnse Kapel
Dat spektakel wordt op prachtige wijze in beeld gebracht. De game brengt de speler naar allerlei exotische locaties en de impact van die locaties hangt af van hoe mooi ze eruitzien. Gelukkig zit dat in Indiana Jones and the Great Circle meer dan goed. Of je nu op de besneeuwde bergtoppen van de Himalaya loopt, door de jungle van Sukhothai vaart of je vergaapt aan de prachtige kunstwerken in het Vaticaan: alles ziet er even prachtig uit.
Daar zitten natuurlijk allerlei kanten aan, zoals bijvoorbeeld dat de makers vol hebben ingezet op raytraced of pathtraced lichteffecten voor hun global illumination-systeem. Dat heeft een keerzijde, want het brengt voor pc-gamers stevige systeemeisen met zich mee. Daarop komen we zo terug, want er valt best iets te zeggen voor de keuze van MachineGames om ondersteuning voor raytracing verplicht te maken.
'De schepping van Adam' bekijken
Voor alle platformen geldt dat Indiana Jones and the Great Circle een prachtig avontuur is, dat langs meerdere continenten leidt en Indiana en zijn metgezel Gina op meerdere originele locaties doet belanden. Een van de eerste grote locaties die je bezoekt is het Vaticaan. Hier kun je grotendeels vrij rondlopen, al is het handig om dat in een vermomming te doen; dan laten de aanwezige ‘Blackshirts’ - Italiaanse fascisten - je met rust. Dat geeft je de kans de omgeving goed in je op te nemen en dat is hier zeker de moeite waard. Ben je namelijk nog nooit in de Sixtijnse Kapel geweest, dan is dit misschien wel de leukste alternatieve manier om Michelangelo’s fresco ‘De schepping van Adam’ te bewonderen. Oké, in het echt heb je wat meer pixels tot je beschikking, maar de kunstwerken op het plafond van de kapel zien er mooi uit en zijn een goede illustratie voor het hoge detailniveau dat de game laat zien.
:strip_exif()/i/2007135000.jpeg?f=imagearticlefull)
Je ziet dezelfde aandacht voor details in de omgevingen in andere gebieden, maar ook in de achtergronden zit flink wat aandacht. Indy is gewapend met een fotocamera, waarmee hij op veel plaatsen foto’s kan maken van interessante objecten in de buurt. Dit zijn vaak bekende of minder bekende kunstwerken, waar Indy als archeoloog het een en ander over weet. Door een foto te maken krijg je vaak wat extra informatie over het kunstwerk, de makers of over hoe de beschaving eraan toe was toen het kunstwerk gemaakt werd.
Skillbooks
Die foto’s neem je trouwens niet voor niets. Je verzamelt er ook punten mee, die je kunt gebruiken om zogenaamde skill books te unlocken. Op die manier kun je Indiana wat sterker maken. Het verbeteren van je stats is zo een samenspel van exploration en het verzamelen van punten. Je moet die boekjes eerst zien te vinden, voordat je ze kunt vrijspelen als je voldoende punten hebt verzameld. Dat gaat allemaal heel organisch: ik had zelden het gevoel dat ik op zoek moest naar meer boekjes, of juist te weinig punten had om nieuwe boekjes ook te gebruiken.
Het mag gezegd worden dat hetzelfde hoge, goed verzorgde niveau ook te zien is in de interface. De menu’s zijn op zich niet overdreven bijzonder, maar de kaarten die Indy gebruikt om te navigeren zijn mooi ontworpen. Ook was ik fan van de korte tussenscènes die je ziet als Indy op reis gaat. Je ziet dan ouderwetse kaarten en plaatjes van vliegtuigen en boten, en een rode lijn die aangeeft hoe Indiana zijn reis aflegt.
Hikjes
De prestaties van de game zijn op de Xbox Series X overwegend goed, al heb ik enkele haperingen gezien. Die zag ik het vaakst als de game schakelde van gameplay naar een tussenfilmpje of juist andersom. Je ziet dan aan het begin, kort na de switch, even een of twee korte hikjes en dan is alles weer prima. Een ander puntje is dat de game zeker in de jungleomgeving van Sukhothai veel texture pop-in laat zien. Het is niet heel storend, maar wel goed zichtbaar. Verder doet de game het op de Xbox Series X echt prima. Het is ook fijn om eens niet te hoeven kiezen voor een specifieke beeldmodus, zoals een Quality- of een Performance-modus. De game draait standaard in 60 frames per seconde en haalt die framerate over het algemeen ook zonder problemen. De resolutie schommelt rond 1800p en dat met raytraced global illumination. Het is zonder meer een van de sterkste grafische staaltjes die we tot nu toe gezien hebben op een console. Let er wel even op dat de Series S-versie er een stuk minder florissant uitziet. De game heeft op die console een kleinere installatie en dat verschil zit vooral in de kwaliteit van de assets. Dat levert veel minder scherpe beelden op dan je krijgt op de Series X.
:strip_exif()/i/2007134394.jpeg?f=imagearticlefull)
Moeilijke keuze in dienst van ambitie
De pc-versie van de game kwam voorafgaand aan de release niet al te positief in het nieuws toen bekend werd dat een videokaart met raytracingondersteuning vereist is. Concreet betekent dat minimaal een Nvidia RTX 2060 Super, AMD Radeon RX 6600 of Intel Arc A580.
Harde knip
We kunnen goed begrijpen dat gamers met oudere kaarten daarmee niet blij zijn, maar tegelijk kunnen we ook waarderen dat Machine Games op technisch vlak deze harde knip durft te zetten. We zien geregeld dat games zo gebouwd worden dat ze ook op oudere pc-hardware of consolegeneraties kunnen draaien en vrijwel altijd betekent dit dat ze op grafisch vlak nooit echt grenzen kunnen verleggen.
/i/2007107166.png?f=imagearticlefull)
Doordat raytracing niet optioneel is, kon Machine Games de game echt daarvoor optimaliseren. Dat zie je terug in bijvoorbeeld het leveldesign, waarbij veel gespeeld wordt met dynamische lichtbronnen en scènes waarbij zonlicht van buiten via ramen en open deuren naar binnen schijnt. Als de ontwikkelaar rekening had moeten houden met een traditioneel rasterisationrenderpath, was het bedrijf misschien minder ambitieus geweest in dit soort zaken.
Verder valt op dat de game goed schaalt. De minimaal vereiste RTX 2060 is bijvoorbeeld een videokaart uit 2019, maar tegelijk kan de game in 4k met alle grafische opties geactiveerd een RTX 4090 op zijn knieën krijgen. Dat komt door twee zaken: enerzijds de verschillende textureresoluties waaruit je kunt kiezen, waarbij de Ultra-setting een flinke bak videogeheugen nodig heeft, en anderzijds de optie om naast global illumination ook reflecties, schaduwen en indirecte belichting via raytracing te renderen.
In de informatie rechts in beeld is te zien welke resolutie DLSS als basis neemt bij elke instelling.
Met die volledige pathtracing ingeschakeld ziet de game er prachtig uit, maar heb je een forse bak nodig met minimaal 12GB videogeheugen en o ja, het is op dit moment Nvidia-only. Zelfs gebruikers met een high-end AMD-kaart als de AMD Radeon RX 7900 XTX, die toch genoeg rekenkracht en geheugen hiervoor moet hebben, hebben niet de optie om volledige pathtracing aan te zetten. Ook is er geen ondersteuning voor AMD’s upscalingtechniek FSR; dat komt pas in een latere update. Op dit moment is een Nvidia-kaart dus verplicht om het maximale uit de game te halen en dat is wrang voor AMD-gebruikers.
Los van de systeemvereisten valt op dat er nauwelijks laadtijden in de game zitten en je ook niet hoeft te wachten op precompilation van shaders. Ook kun je de meeste grafische instellingen aanpassen zonder dat je daarna de game opnieuw hoeft te starten. Wat tot slot het vinden van de juiste instellingen helemaal makkelijk maakt, is dat je een overlay met performancemetrics aan kunt zetten, met verschillende detailniveaus. Niet alleen kun je zo zien of bijvoorbeeld je videogeheugen overloopt, maar ook zie je hier cpu-load per core, vanaf welke basisresolutie DLSS het beeld opschaalt en welk deel de cpu en gpu bijdragen aan de frametimes. Wat ons betreft mag elke game wel zo’n optie bevatten.
Conclusie
Alles wat ik ervan hoopte en misschien wel meer dan dat: dat is hoe ik terugkijk op mijn avontuur met Indana Jones and the Great Circle. De manier waarop MachineGames de humor en sfeer van de films naar een game heeft vertaald is fantastisch. In de gameplay ben ik wat dingetjes tegengekomen waarvan ik dacht ‘had beter gekund’, maar niets waaraan ik me heel erg gestoord heb. Oké, vuurwapens zijn niet zo tof in deze game, maar het voelt ook niet als vuurgevechten veel aan de kwaliteit van de game zouden hebben toegevoegd. Het maakt me achteraf niet echt uit dat ik dat deel van de gameplay amper gebruikt heb, want het avontuur was toch al meer dan de moeite waard.
De fijne gameplay maakt met regelmaat plaats voor een sfeervol en mooi tussenfilmpje en met vier uur aan cutscenes is er genoeg om van te genieten op dat gebied. Op die momenten komen de uitstekende acteerprestaties van Troy Baker (Indiana Jones) en Marios Gavrilis (Voss) goed naar voren en datzelfde geldt voor de uitstekende soundtrack. De game komt dan ook heel filmisch over en dat is precies hoe het moet zijn wat ons betreft. Indiana Jones and the Great Circle doet de status van de vader aller avonturiers eer aan en is een prachtige, Excellent-awardwaardige game om gamejaar 2024 mee af te sluiten.