En toen kondigde Unity plotseling veranderingen aan zijn prijsbeleid aan. De game-industrie was eind 2023 flink in oproer nadat de populairste game-engine een nieuwe invulling van zijn licenties ging hanteren. In eerste instantie werd menig ontwikkelaar afgeschrikt door het agressieve beleid. Intussen is de storm weer wat gaan liggen, mede doordat de toenmalige ceo van dat bedrijf vertrok en het beleid iets werd afgezwakt. Toch bleek deze saga een confronterende herinnering voor ontwikkelaars: bedrijven waarvan zij afhankelijk zijn, hebben wellicht meer macht in handen dan ze dachten.
In de nasleep van het Unity-drama leek de oplossing vrij voor de hand te liggen: opensource-engines en zelfs volledige opensourcegameontwikkeling. Dat kost immers niets en je loopt geen risico om verrast te worden door een licentieverandering. Tot dusver maakt dit, ondanks die voordelen, slechts een relatief klein deel van de game-industrie uit, terwijl het overgrote deel van de gameontwikkelaars nog steeds vertrouwt op afgeschermde software van derden.
Volgens voorstanders van deze ontwikkelingswijze lijkt het concept van open source aan een stevige opmars bezig in de gamewereld, vooral onder kleine ontwikkelaars die anders erg afhankelijk zijn van derden om hun games te kunnen creëren en onderhouden. Het aantal commercieel verkrijgbare games op basis van een opensource-engine is vooralsnog erg klein, maar er is één duidelijke koploper in deze beweging: Godot. Tweakers sprak voor een dwarsdoorsnede van de opensourcegame-industrie met verschillende schakels in de opensourceketen, van de assetmaker tot de ontwikkelaar en natuurlijk met de Godot Foundation zelf.
Bannerafbeelding: Souda + Oleksandr Hruts / Getty Images