Dit zouden heel goed de eerste Dolby Vision TV's kunnen worden. Het Dolby Vision reference display dat onder andere in september op de IBC in de RAI te zien was gebruikt namelijk exact dezelfde technologie: enkele duizenden blauwe LED's waarvan het licht door middel van een Quantom Dot Enhancement Film (QDEF) wordt omgezet in wit licht. Verreweg het meest natuurgetrouwe scherm dat ik ooit gezien heb!
Ik heb daar toen ook met Thad Beier gesproken van Dolby Laboratories (
LinkedIn,
IMDb) en hij wist me te vertellen dat de eerste TV's met de Dolby Vision technologie al deze herfst in de VS zouden uitkomen. Om beter te begrijpen wat Dolby Vision is raad ik je aan om
Thad's speech over Dolby Vision van
SIGGRAPH 2014 te bekijken.
In het kort bestaat Dolby Vision uit twee onderdelen: het softwarematige deel en het hardwarematige deel.
Softwarematige deel
Het softwarematige deel werkt met behulp van metadata. In de hele productieworkflow wordt metadata bijgehouden. Dat begint in de camera's en loopt door tot en met het einde van post-production. De belangrijkste metadata voor de Dolby Vision technologie komt uit het color grading proces. Hier gaat een colorist, vaak gedeeltelijk samen met de director, de uiteindelijke
look and feel bepalen van de film. Dat wordt gedaan met programma's zoals Blackmagic Design DaVinci Resolve. DaVinci Resolve is voor filmmakers ongeveer wat Adobe Lightroom is voor fotografen. Uit dat proces komt een resultaat en dat wordt aangenomen als
rendering intent: hoe de film volgens de director weergegeven zou moeten worden. Het probleem is alleen dat de gemiddelde TV niet kan tippen aan een de referentiebeeldschermen die tijdens het productieproces gebruikt worden. Het dynamisch bereik is over het algemeen veel kleiner en daarnaast is het kleurbereik van vrijwel elke TV weer anders.
Wat de Dolby Vision technologie doet om dit te verbeteren is de
rendering intent van de film beschrijven in de metadata. Een Dolby Vision compatible TV kan die metadata uitlezen en vergelijken met zijn eigen specificaties (kleurbereik, dynamisch bereik, etc.). Vervolgens wordt de film geremapped op basis daarvan zodat de uiteindelijk weergave zo dicht mogelijk in de buurt komt van de
rendering intent.
Hardwarematige deel
Het hardwarematige deel is een toevoeging op het softwarematige deel. Waarschijnlijk zal er iets komen als Dolby Vision Compatible en True Dolby Vision, waarbij de eerste alleen het softwarematige deel heeft en de tweede zowel het softwarematige deel als het hardwarematige deel. Bij die eerste zitten er ten opzichte van een normale TV alleen verschillen in de beeldprocessor, maar het paneel en de backlight is eigenlijk niks bijzonders aan.
Bij een "True Dolby Vision" scherm zou je daarnaast dezelfde technologie zien als bij de Samsung TV's die in het artikel worden beschreven: een backlight die bestaat uit enkele duizenden blauwe LED's, die afzonderlijk zijn aan te sturen, met een QDEF om het blauwe licht om te zetten in wit licht.
Door deze geavanceerdere manier van local dimming begint LCD al een stuk meer op OLED te lijken. Voorheen had je met local dimming over het algemeen tussen de 15 en 150 zones, nu heb je er enkele duizenden. Binnen één zone is het dynamisch bereik nog steeds gelimiteerd door het paneel (9.6~12.3 stops), maar tussen de zones onderling kan hiermee een dynamisch bereik worden gehaald van ongeveer 19 stops (>500.000 : 1).
Als je op pixelniveau een schaakbordpatroon zou weergeven (pixels om en om zwart en wit) zou een OLED scherm het dik winnen. Maar met een backlight van ongeveer 2000 LED's (en dus ook zones) zou je een schaakbordpatroon kunnen weergeven van 60x34 (voor een 16:9 TV), waarbij deze technologie vergelijkbaar presteert met OLED qua dynamisch bereik. Voor de meeste content is dat meer dan genoeg. In de praktijk zullen de twee dan ook zeer vergelijkbaar presteren qua dynamisch bereik. Het voordeel van deze technologie is echter dat het dynamisch bereik nuttiger gebruikt kan worden. OLED heeft wel een gigantisch dynamisch bereik, maar dit zit grotendeels aan de onderkant van het bereik (kant van zwart), waar het voor een groot deel weggegooide moeite is. Met deze technologie kunnen highlights worden weergegeven op maarliefst 2000 cd/m² zonder dat het beeld als geheel lichter wordt. OLED komt in de verste verte niet in de buurt daarvan.
Daarnaast heeft deze technologie het voordeel dat er standaard LCD panelen voor gebruikt kunnen worden met standaard kleurfilters. Het hele productieproces hoeft dus niks aan veranderd te worden. Dit zorgt voor veel lagere kosten. Ook kan met deze technologie een groot nadeel van LCD worden weggenomen: de gebrekkige uniformiteit. Doordat de LED's afzonderlijk aangestuurd kunnen worden is dit gemakkelijk te kalibreren (voor heldere kleuren) en door de local dimming behoort backlight bleeding ook tot het verleden.
Zie overigens ook
m'n reactie in "De televisie van de toekomst - Wat komt er na ultra high definition?".
[Reactie gewijzigd door Kid Jansen op 22 juli 2024 18:07]