Ericsson heeft in een laboratorium in Zweden een draadloze internetverbinding opgezet met een nog onbekende technologie. Daarbij werd een snelheid van 5Gbit/s behaald. De technologie van Ericsson maakt mogelijk deel uit van de komende 5g-standaard.
De snelheid van 5Gbit/s haalde Ericsson in optimale omstandigheden: het bedrijf demonstreerde de technologie in een laboratorium met eigen hardware. De snelheid van 5Gbit/s bleek bovendien alleen mogelijk door mimo toe te passen en de verbinding tot stand te brengen in de 15GHz-band; huidige 2g-, 3g- en 4g-netwerken werken tussen 0,8 en 2,6GHz, wifi werkt op 2,4 en 5GHz. De hogere frequentie maakt hogere snelheden mogelijk, maar is lastiger toe te passen in een dekkend mobiel netwerk.
Desondanks ziet Ericsson die hoge frequenties als noodzakelijk voor 5g; het voorziet antennes op straat bij elke lantaarn en in gebouwen in elke ruimte om snelheden van 1Gbit/s of meer mogelijk te maken op mobiele netwerken. Die hoge frequenties zullen in 5g bestaan naast de huidige technologieën als 3g en 4g, denkt Ericsson.
Ericsson laat weinig los over de technologie die het gebruikt, maar het netwerkbedrijf wil vermoedelijk dat de telecomindustrie het gaat gebruiken als standaard. Daarover moet telecomunie ITU zich buigen. Tot nu toe zijn er altijd verschillende technologieën bij elke generatie: 4g is lte of wimax, 3g is umts of evdo rev-b en bij 2g is de keuze grofweg tussen gsm en cdma. Ericsson heeft zijn technologie nog geen naam gegeven.
Veel bedrijven en overheden zijn bezig met 5g. Providers zouden vanaf rond 2020 netwerken op basis van 5g moeten kunnen aanbieden.