Astronomen hebben een nieuw type zichtbaarlichtcamera voor ruimtetelescopen ontwikkeld. Met de optica van de camera kunnen scherpere foto's gemaakt worden dan tot dusver mogelijk was, waarbij atmosferische storingen gecompenseerd worden.
De nieuwe cameratechniek werd ingebouwd in de Magellan-telescoop die in Chili staat. De telescoop is uitgerust met een objectief met een doorsnede van 6,5 meter. Met de telescoop konden voorheen vooral scherpe foto's in het infraroodbereik gemaakt worden; de atmosferische verstoring is bij die golflengte minder. Met de nieuwe techniek, die ontwikkeld werd door astronomen van diverse observatoria in Amerika en Italië, moeten echter ook met zichtbaar licht scherpere foto's gemaakt kunnen worden. De techniek, die Magellan Adaptive Optics heet, of afgekort MagAO, compenseert die atmosferische turbulentie.
De beelden worden gecompenseerd met het MagAO-systeem door middel van een extra spiegel. Die spiegel is ongeveer 1,6 millimeter dik en heeft een diameter van ongeveer 85 centimeter. De dunne spiegel is tien meter boven het primaire objectief opgesteld en wordt door middel van een magneetveld op zijn plaats gehouden en aangestuurd. Deze Adaptive Secondary Mirror kan op 585 punten vervormd worden om turbulentie te compenseren. De aansturing kan elk punt duizendmaal per seconde aanpassen, wat in een veel scherper beeld resulteert dan tot dusver mogelijk was. De onderzoekers stellen dat hun beelden een stuk scherper zijn dan de beelden die de Hubble-ruimtetelescoop maakt. Die telescoop, die wegens zijn positie vanzelfsprekend geen last van de atmosfeer heeft, gold als de heilige graal van scherpe foto's in het optische bereik.
De eerste beelden met de aangepaste telescoop zijn al gemaakt, waarbij een binaire ster in zichtbaar licht werd gefotografeerd. Tot dusver was het niet mogelijk de twee afzonderlijke sterren te onderscheiden, maar met het MagAO-systeem lukt dat wel. De telescoop heeft een oplossend vermogen van 0,02 boogseconden, volgens de astronomen genoeg om een honkbalveld op de maan, of een muntje op honderdvijftig kilometer afstand te zien.