De overheid heeft te weinig 'sturing en regie' over het alarmnummer 112, waardoor vorig jaar acht storingen konden plaatsvinden. Dat blijkt uit een onderzoek van twee overheidsorganisaties. Inmiddels zijn maatregelen genomen om het risico op storingen te verminderen.
Uit het onderzoek van het Agentschap Telecom en de Inspectie Veiligheid en Justitie blijkt dat de overheid te weinig 'sturing en regie' op het alarmnummer 112 heeft en dat een goed overzicht op het 112-systeem ontbreekt. Ook wordt er onvoldoende overlegd tussen de verschillende overheidsorganisaties die met 112 te maken hebben en is er geen duidelijk overzicht van contracten met providers die diensten aan 112 leveren. Hoewel het onderzoek de infrastructuur van 112 'robuust' noemt, is er niemand die in de gaten houdt of het systeem als geheel wel functioneert. Er is sprake van 'organisatorische versnippering', schrijven de onderzoekers.
In totaal waren er vorig jaar acht storingen, die volgens de onderzoekers geen directe relatie met elkaar hadden. Er is geen 'specifieke zwakke plaats' in het 112-netwerk: de storingen deden zich op meerdere plaatsen in de infrastructuur voor. Bij de meeste storingen was er sprake van een technische storing; in twee gevallen was er sprake van een menselijke fout. Opmerkelijk is dat van één grote storing, die een uur duurde, de oorzaak niet is gevonden. Veel van de storingen vonden plaats op het moment dat er onderhoud bezig was; volgens de onderzoekers wordt er 'te veel vertrouwd op redundantie'.
Bij één storing waren er geen negatieve gevolgen voor 112-bellers: bij die storing werden mensen wel doorverbonden naar de relevante hulpdienst, maar was dat als gevolg van de storing een zeer arbeidsintensieve taak voor de 112-medewerkers. Bij de andere zeven storingen waren er wel negatieve gevolgen: mensen konden daarbij geen verbinding krijgen met de meldkamer. Bij de meest ernstige storing bleven 214 telefoontjes aan het alarmnummer onbeantwoord. De maatschappelijke consequenties vielen volgens de onderzoekers mee. Eerder werd wel bekend dat tijdens een van de storingen een inwoner van Amsterdam is overleden, maar het is niet te zeggen of dat als gevolg van de storing is gebeurd.
Het grootste deel van de storingen vond plaats nadat minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie zei dat een storing zoals die van 20 juni nooit meer zou mogen voorkomen. Die storing duurde 6 uur en 18 minuten. Na de belofte van Opstelten vonden er meerdere urenlange storingen plaats, waarbij in totaal 126 telefoontjes aan 112 onbeantwoord bleven. Opvallend is dat minister Opstelten schreef dat de storing van juni het gevolg was van het 'niet volgen van interne procedures'. Volgens de onderzoekers schort het nu juist aan die procedures.
De onderzoekers adviseren het ministerie van Veiligheid en Justitie om het beheer van het 112-systeem naar zich toe te trekken. Ook moet worden onderzocht waar de infrastructuur van het 112-systeem kan worden vereenvoudigd: nu is die namelijk erg complex, vinden de onderzoekers. KPN, dat een groot deel van de infrastructuur van 112 op zich neemt, wordt aanbevolen om het 112-systeem beter te monitoren en onderhoud beter voor te bereiden. Vorig jaar bleek al dat onderhoud niet altijd werd gemeld.
Minister Opstelten zegt de aanbevelingen over te nemen, en in een schriftelijke reactie heeft het ministerie laten weten dat er al meerdere verbeteringen zijn uitgevoerd. Zo is de redundantie van het netwerk verbeterd, zijn meerdere bugs in de 112-applicatie gepatcht en zijn in de meldkamers maatregelen genomen zodat bepaalde storingen minder gevolgen hebben. Daarnaast is de monitoring verbeterd.