Left 4 Dead 2 levert onder Linux meer frames per seconde dan onder Windows 7. Valve heeft de OpenGL-drivers samen met Nvidia, AMD en Intel geoptimaliseerd. De studio werkt nu aan het verbeteren van de Direct3D-prestaties.
Tijdens het ontwikkelen van de Linux-versie van Left 4 Dead 2 heeft Valve de framerates vergeleken met die van de Windows-versie. Bij gebruik van DirectX-drivers wist het spel 270 frames per seconde te produceren, waarbij de game draaide op een Intel Core i7 3930k met 32GB ram en een Nvidia GeForce GTX 680, onder de 64bits editie van Windows 7. Toen Valve de Linux-versie voor de eerste keer op hetzelfde systeem draaide, haalde de game slechts 6 frames per seconde. Dat is volgens Valve echter normaal voor een eerste poging op een nieuw besturingssysteem.
Inmiddels is de Linux-versie echter ingrijpend verbeterd. Zo paste Valve de geheugentoewijzing van de Source-engine aan. Verder wist de studio veel winst te boeken door samen te werken met Nvidia, AMD en Intel, die de gameprestaties hebben geanalyseerd. Dat resulteerde in betere Linux-drivers, onder andere door het inbouwen van ondersteuning voor multithreading. Daarvan profiteert niet alleen Left 4 Dead 2: alle Linux-games kunnen hierdoor sneller draaien.
Uiteindelijk produceerde de Linux-versie in combinatie met de 32bit-versie van Ubuntu 12.04 maar liefst 315 frames per seconde. Door de optimalisatie van de OpenGL-drivers wist Valve echter ook bij de Windows-versie betere resulaten te boeken: met OpenGL levert die versie nu 303 frames per seconde. Daarmee is de OpenGL-versie van de game onder Windows sneller dan de DirectX-versie. De programmeurs van Valve denken echter dat ze weten waar het verschil door veroorzaakt wordt en hopen de DirectX-drivers nog te kunnen verbeteren.