Een Amerikaanse rechter zal niet op het verzoek van Apple ingaan om een importverbod op HTC-smartphones uit te spreken. Het bedrijf uit Cupertino had hierom gevraagd omdat het meent dat het Taiwanese HTC zijn patenten schendt.
Apple had om een snel importverbod gevraagd bij de Amerikaanse International Trade Commission, omdat HTC zich nog steeds schuldig zou maken aan patentinbreuk, nadat dit eerder al door een rechter bewezen is geacht. Daardoor meende Apple een zogenaamde emergency import ban te kunnen claimen, waardoor onder andere de verkoop van de One X aan banden gelegd zou worden. De rechter, verbonden aan de ITC, ging hier echter niet in mee. Hierdoor kan HTC voorlopig doorgaan met het importeren van toestellen in de Verenigde Staten.
In december sprak een Amerikaanse rechter al een import- en verkoopverbod uit wegens patentinbreuk, maar HTC zou, zo claimt Apple, door zijn gegaan met het inbreuk maken op het bewuste patent. Zelf zei HTC dat het voor het verbod van kracht zou worden het inbreukmakende element uit zijn Android-software zou zijn verwijderd. Omdat het bedrijf bij de douane beloofde dat het niet langer het bewuste Apple-patent zou schenden, mochten de geïmporteerde smartphones alsnog ingevoerd worden in de Verenigde Staten. Normaliter zou het verbod al in april zijn ingegaan.
Dat de rechter geen snel importverbod uitspreekt, betekent niet dat HTC is vrijgepleit. Er is nog steeds een onderzoek gaande waarbij de rechter bekijkt of de Taiwanese fabrikant daadwerkelijk is gestopt met het inbreuk maken op het patent, dat nummer 5,946,647 draagt. Dit patent beschrijft een techniek om een actie uit te voeren op een datastructuur die door een computer is gegenereerd.