Wetenschappers van het Massachusetts Institute of Technology hebben een nieuw type zonnecel ontwikkeld dat infraroodlicht in elektrische energie om kan zetten. Conventionele cellen hebben daar zichtbaar licht voor nodig.
De gedachte achter de ontwikkeling van de nieuwe fotovoltaïsche cellen is dat zonlicht voor veertig procent uit infraroodlicht bestaat, waarmee de nu bekende zonnecellen niets doen. Die hebben zichtbaar licht nodig om elektrische energie vrij te maken, maar voor de nieuwe cellen van het MIT is het minder energetische infrarode licht voldoende. Anders dan conventionele pvc's die over het algemeen uit silicium halfgeleiders bestaan, werden de nieuwe cellen van koolstof gemaakt.
De onderzoeksgroep van het Massachusetts Institute of Technology, onder leiding van Michael Strano, bouwt de cellen op met koolstofnanobuisjes en C60, ook wel buckyballs of buckminsterfullereen. Hoewel dankzij een hoge ir-absorptie van het koolstof zeer weinig materiaal nodig zou zijn, valt het rendement met 0,1 procent nog behoorlijk tegen. In de toekomst zou dit echter verbeterd kunnen worden.
De koolstof-pvc's zouden gecombineerd kunnen worden met conventionele zonnecellen. Het koolstof in de MIT-zonnecellen is namelijk transparant voor het zichtbare licht dat die cellen gebruiken, zodat het als laagje bovenop silicium-pvc's aangebracht kan worden.
