Internet Explorer 10 zal standaard worden uitgebracht met de do-not-track-optie aan, zo heeft Microsoft bekendgemaakt. De advertentie-industrie wijst erop de feature volgens afspraak te honoreren als die niet standaard wordt aangezet.
De do-not-track-knop komt in Chrome, Internet Explorer en Safari, en zit al in Opera en Firefox, maar bij de komende versie 10 van Internet Explorer wordt de feature standaard ook geactiveerd. Microsoft is de eerste partij die de functionaliteit standaard aanzet.
De do-not-track-standaard zorgt ervoor dat browsers aan websites laten weten dat ze niet willen dat het surfgedrag wordt bijgehouden, zoals veel gebeurt voor reclamedoeleinden. De websites hoeven zich hier niet aan te houden. De ondersteuning in IE 10 betekent dat een enorm aantal internetters de functionaliteit gaat gebruiken.
"We geloven dat consumenten meer controle moeten krijgen met betrekking tot de informatie die over hun onlinegedrag wordt bijgehouden, wordt gedeeld en wordt gebruikt", zegt Brendon Lynch, privacytopman bij Microsoft. Volgens hem geeft het standaard aanzetten van de optie de consument meer macht om goed geïnformeerd te worden en een bewuste keuze te maken om informatie te delen.
Een consortium van onlineadverteerders, de Digital Advertising Alliance waarvan ook Microsoft lid is, noemt de beslissing van Microsoft tegenover The Wall Street Journal 'eenzijdig genomen' en 'reden tot zorg'. De alliantie wijst erop dat begin dit jaar overeenstemming met het Witte Huis is bereikt over zelfregulering, waarbij advertentiebedrijven beloofden de do-not-track-meldingen van gebruikers te respecteren, mits de feature niet standaard wordt aangezet in browsers. Bij Firefox is de knop niet standaard geactiveerd. "Anders zou het Mozilla zijn die de keuze voor de gebruiker maakt", zei Sid Stamm, die bij Mozilla verantwoordelijk is voor privacy-gerelateerde zaken. Mozilla blijft bij dit standpunt.