In het Media Lab van het MIT hebben onderzoekers een camera ontwikkeld die in staat is om beelden in extreme slow-motion op te nemen. De camera legt een biljoen frames per seconde vast, snel genoeg om lichtpulsen te volgen.
Eigenlijk is het apparaat dat Media Lab van het Massachusetts Institute of Technology heeft ontwikkeld niet één camera, maar vijfhonderd sensors. De lichtbron is een titaniumsaffier-laser die lichtpulsen afgeeft. Een speciale camera vangt deze pulsen op en de waargenomen data worden door een computer tot een vertraagd filmpje verwerkt. De camera kan echter slechts in één dimensie opnemen, waardoor spiegels nodig zijn om een scene van boven naar beneden te scannen, zodat een 2d-filmpje gemaakt kan worden. Een gebeurtenis moet daarom zeer reproduceerbaar zijn om een vertraagd filmpje te kunnen reconstrueren.
De camera heeft een normale lens, maar daarachter zit een aparte body. Het licht van de laser gaat door een spleet en valt op de eerste sensor. Het licht wordt vervolgens afgebogen door een elektrisch veld dat de fotonen naar de overige 499 sensors afbuigt. Dat gebeurt met een frequentie van een biljoen hertz, wat de camera in staat stelt om lichtpulsen vast te leggen. De camera, bijbehorende laser en overige apparatuur kosten ongeveer 250.000 dollar en zijn vooralsnog puur een researchproject.
Volgens een van de ontwikkelaars van de camera, Andreas Velten, kan de extreem snelle camera in de toekomst ook voor andere doeleinden worden gebruikt. Zo zouden fotonen in plaats van geluidsgolven ingezet kunnen worden voor medische toepassingen als echografie.