De bedrijven Fujitsu, NEC en Anritsu zeggen erin geslaagd te zijn om hun 100Gbps-glasvezelapparatuur succesvol onderling te laten communiceren. Hierdoor moet interoperabiliteit voor dergelijke netwerkapparatuur dichterbij komen.
Bij de tests werden experimentele 100Gbps-fiberinterfaces van NEC en Fujitsu gekoppeld aan glasvezelapparatuur van andere bedrijven die voldoet aan de Optical Transport Network-standaard. Deze standaard, die in 2010 door ITU-T is vastgelegd, beschrijft hoe fiberinterfaces met elkaar moeten communiceren. De firma Anritsu leverde de meetapparatuur.
Volgens de drie bedrijven is het tijdens het 'ethernet over OTN technology'-project gelukt om ethernetverkeer zonder enig snelheidsverlies met 100Gbps tussen diverse interfaces te verzenden. Het zou volgens de deelnemers aan het project de eerste maal zijn dat interoperabiliteit volgens de OTN-standaard in de praktijk is aangetoond.
De 100Gbps-standaard is 2,5 tot 10 keer sneller dan de fiberverbindingen van respectievelijk 40 en 10Gbps die nu in gebruik zijn. Het testproject moet aantonen dat fiberapparaten van diverse merken probleemloos met elkaar kunnen communiceren, zodat telecombedrijven gegarandeerd data kunnen uitwisselen.