De verwachte exponentiële toename van het stroomverbruik door de almaar groeiende vraag naar datacenters, blijft achter bij eerdere verwachtingen. Dit lijkt te komen door de opkomst van virtualisatie, waardoor er minder fysieke servers zijn.
Uit onderzoek van Jonathan Koomey van de Stanford University blijkt dat het daadwerkelijke aantal servers flink is gedaald ten opzichte van eerdere voorspellingen. Dit zou komen door de afgenomen vraag naar rekenkracht, de economische crisis en de opkomst van virtualisatie en energiezuinigere chips.
Volgens Koomey, die zijn onderzoek deed op verzoek van The New York Times, spreekt zijn onderzoek een voorspelling van de Environmental Protection Agency tegen. Deze organisatie stelde in 2007 dat door de explosieve groei van het internet, het stroomverbruik door datacenters tussen 2005 en 2010 zou verdubbelen. Deze verdubbeling zou leiden tot een verbruik van grofweg 100 miljard kilowattuur. De stroomconsumptie van datacenters in alleen de VS zou volgens dit rapport in die periode stijgen van 7 tot 12 gigawatt.
Hoewel er nog steeds sprake is van een forse groei, blijkt deze verdubbeling bij lange na niet te zijn gerealiseerd. Volgens het rapport van Koomey, getiteld 'Growth in Data Center Power Use 2005 to 2010', is het verbruik van datacenters wereldwijd met 'slechts' 56 procent toegenomen. In de Verenigde Staten zou dit zelfs maar 36 procent zijn. "Dit komt vooral door de recessie, maar ook door een aantal veranderingen in de manier waarop datacenters worden ontworpen en gebruikt. Het stroomverbruik van datacenters is duidelijk veel lager dan wat werd verwacht", aldus de onderzoeker in The New York Times.