De VS is onderhandelingen aangegaan met Rusland over het verbeteren van de veiligheidsstructuren op internet en het beperken van het gebruik van internet voor offensieve doeleinden. De besprekingen worden gezien als een doorbraak.
Tijdens de gesprekken wordt onder andere onderhandeld over een mogelijk nieuw verdrag dat beperkingen moet stellen aan het gebruik van internet voor offensieve operaties, ook bekend onder de term cyberwarfare. Hiermee zouden de VS en Rusland willen voorkomen dat er een nieuwe wapenwedloop ontstaat waarbij steeds nieuwe en verdergaande technieken worden ontwikkeld om vijandelijke netwerken aan te vallen en te ontregelen. Andere aandachtspunten zijn de georganiseerde misdaad die in toenemende mate zijn pijlen richt op internet, en de aanvallen van hackers op systemen van de overheid en bedrijven.
De twee partijen zouden tijdens de onderhandelingen nader tot elkaar zijn gekomen, zo meldt de New York Times. De Russen zouden aansturen op een internationaal 'ontwapeningsverdrag' om millitaire activiteiten op publieke datanetwerken aan banden te leggen, een standpunt waar de VS het moeilijk mee heeft. Volgens de Amerikanen is het vrijwel onmogelijk om na te gaan of hardware en software voor commercieel dan wel defensief gebruik wordt ingezet. De VS zou vooral inzetten op een betere internationale samenwerking bij het bestrijden van cybercriminaliteit. In januari zullen de gesprekken tussen Rusland en de Verenigde Staten onder de vlag van de VN worden voortgezet.
Ondanks dat er nog geen concrete resultaten zijn geboekt, worden de directe onderhandelingen tussen de VS en Rusland gezien als een doorbraak. De regering Bush hield jarenlang de boot af als het ging om internationale onderhandelingen op het gebied van internetveiligheid en het Amerikaanse defensiebeleid, maar sinds de verkiezing van Obama lijkt er een kentering op te treden in de houding van de Amerikanen. Ook lijkt het probleem van cyberwarfare hoger op de politieke agenda te staan; in mei liet het Amerikaanse leger nog weten dat de krijgsmacht zich meer moet gaan richten op digitale oorlogsvoering, omdat het leger onvoldoende zou zijn toegerust om cyberaanvallen van buitenlandse mogendheden af te slaan.