De Chinese overheid zou een nieuw besturingssysteem hebben ontwikkeld in de hoop zo beter bestand te zijn tegen cyberaanvallen vanuit met name de VS, zo meldt een defensiespecialist. Ook zou China 'extra veilige chips' gebruiken.
Het bestaan van het extra beveiligde OS, dat door de Chinezen 'Kylin' zou worden genoemd, kwam aan het licht tijdens een hoorzitting van het Amerikaanse Congres. Op de bewuste zitting vertelde Kevin Coleman, een door de Amerikaanse overheid ingehuurde beveiligingsspecialist, dat de VS en China in een wapenwedloop in cyberspace verwikkeld zijn geraakt. De uitrol van Kylin op Chinese overheids- en defensiesystemen zou de mogelijkheid om deze systemen vanuit de VS aan te vallen, bemoeilijken. De huidige aanvalsmethoden van de Amerikanen zouden zich vooral nog richten op gangbare besturingssystemen, zoals Windows, Linux en Unix, aldus Coleman. Volgens The Washington Times zou Kylin sinds 2001 worden ontwikkeld en is het OS in 2007 op de eerste servers van overheidsdiensten en het leger geïnstalleerd.
Coleman beweert verder dat de Chinezen een veiliger type microprocessor hebben ontwikkeld dat beter bestand zou zijn tegen aanvallen van buitenaf. De combinatie van zulke chips en Kylin zou systemen aanzienlijk beter bestand maken tegen Amerikaanse kraakpogingen. Hoe het OS is opgebouwd en of daarvoor uitsluitend zelfontwikkelde code is gebruikt, zei Coleman niet. Hij stelde echter wel dat zowel China als de VS een directe cyberoorlog op dit moment niet kunnen winnen, en dat ook Rusland voldoende kennis in huis zou hebben om op gelijk niveau cyberaanvallen te kunnen uitvoeren of af te weren.
China ontkent het bestaan van een extra beveiligd OS en zegt dat het nooit cyberaanvallen uitvoert op systemen van de VS of andere naties. Een andere beveiligingsexpert, de Canadees Rafal Rohozinski, liet echter aan de Congrescommissie weten dat de Chinezen een internationaal netwerk hebben dat in staat is om overheidssystemen te kraken en over te nemen. Dit netwerk, dat door Rohozinski 'GhostNet' wordt genoemd, zou uit ongeveer 1200 computers in 103 landen bestaan. Het netwerk zou vooralsnog met name gericht zijn op Tibetanen die banden met de Dalai Lama hebben.