Philips gaat leiding geven aan een groot Europees r&d-project om medicijnen tegen onder meer kanker en hart- en vaatziekten via ultrageluid te volgen en op de juiste plaatsen te activeren. Dat moet leiden tot betere en veiligere doseringen.
Het zogeheten Sonodrugs-consortium bestaat naast Philips uit twee andere bedrijven, te weten het Duitse Lipoid en het Franse Nanobiotix. Verder nemen een twaalftal Europese academische instellingen deel, waaronder het academisch ziekenhuis van de Rotterdamse Erasmus Universiteit, de TU Eindhoven en de universiteiten van onder meer Gent, Londen en Helsinki. Het consortium streeft naar de oplossing van het probleem dat medicijnen tegen kanker en hart- en vaatziekten erg krachtig moeten zijn om te kunnen werken, maar tegelijkertijd vanwege het gevaar op beschadiging van andere organen slechts met mate kunnen worden toegediend. Een voorbeeld is de chemokuur tegen kanker.
Philips en zijn partners hopen dat medicijndragers op nanoformaat, die in het lichaam worden gebracht zonder hun lading direct vrij te geven, een uitkomst bieden. Voor vaatziekten richt het project zich op zogeheten microbubbles als dragers, die al gebruikt worden om contrast te geven op ultrasoonbeelden. Wanneer de beelden aangeven dat de juiste plek is bereikt kan er door middel van gerichte ultrageluidspulsen echter tevens worden bewerkstelligd dat de coating van de microbubble openbarst waarop de lading vrijkomt. Voor de behandeling van kanker wordt het gebruik van mri-scanning geschikter geacht om de locatie van de dragers bij te houden. Daarbij wordt voor de deeltjes een omhulsel gebruikt dat smelt wanneer de temperatuur licht boven die van het lichaam komt, wat ook kan worden bereikt door het gericht toedienen van ultrageluid.
Het Sonodrugs-project heeft een budget van 15,9 miljoen euro, waarvan 10,9 miljoen wordt opgebracht door de Europese Unie. Het onderzoek, waarin de medicijndragers worden ontworpen, onderzocht en getest, zal vier jaar in beslag nemen. Experimenten met proefpersonen volgen naar alle waarschijnlijkheid pas daarna.