Een federale rechtbank in de Verenigde Staten heeft bepaald dat de FBI niet zonder meer mag bevelen dat iemand bij wie de instantie informatie heeft opgevraagd, hierover moet zwijgen.
In de Patriot Act, de wet die na de aanslagen van september 2001 werd aangenomen, kregen overheidsinstanties zoals de FBI de bevoegdheid om bij alle bedrijven in het land informatie op te eisen. Een rechter hoefde hier niet meer aan te pas te komen; de FBI hoefde uitsluitend een zogenaamde National Security Letter aan het bedrijf te sturen. Hieraan werd in 97 procent van de gevallen een bevel toegevoegd om geheim te houden dat de overheid gegevens had opgevraagd.
Burgerrechtenorganisaties waren niet blij met deze forse uitbreiding van de bevoegdheden van de overheid en begonnen diverse rechtszaken. Een van deze zaken, die vier jaar geleden van start ging, betrof een internetprovider die informatie moest verstrekken en daarbij een geheimhoudingsplicht kreeg opgelegd. De American Civil Liberties Union achtte deze opdrachten in strijd met de Amerikaanse grondwet en vocht ze aan bij de rechter.
In eerste instantie kreeg de Aclu gelijk: de rechter vond zowel het verplichte afgeven van informatie zonder gerechtelijk bevel als de bijbehorende zwijgplicht in strijd met de grondwet. In 2006 kwam er echter een wijziging in de Patriot Act, waardoor internetproviders zowel een verzoek om informatie als de zwijgplicht bij de rechter konden aanvechten. Het eerdere vonnis was hiermee in feite overbodig geworden. Bovendien trok de FBI het bewuste bevel tot gegevensverstrekking aan de provider in, al bleef het bevel om erover te zwijgen intact.
De Aclu ging daarop andermaal naar de rechter omdat de organisatie ook de zwijgplicht in de geamendeerde wet van tafel wilde hebben. De Aclu won, maar de regering ging in beroep. Maandag deed de rechtbank hierin uitspraak en gaf zowel de regering als de Aclu gedeeltelijk gelijk, zo meldt Ars Technica. In hun vonnis bepaalden de rechters dat de FBI de provider wel mag verplichten om over het verzoek om informatie te zwijgen, maar dat daar wel een goede onderbouwing voor moet worden gegeven. De rechters stelden voor om de wet te wijzigen: een provider die bezwaar tegen de zwijgplicht heeft, moet dat aan de FBI kenbaar kunnen maken, waarop deze dan alsnog de rechter zou kunnen inschakelen.
De regering kan tegen deze uitspraak nog in beroep gaan bij het Hooggerechtshof. Gebeurt dit niet, dan gaat de zaak terug naar de lagere rechter, waar de regering zal moeten aantonen dat het zwijgen van de provider in het belang is van de nationale veiligheid.