De FBI heeft jarenlang onterecht belgegevens verkregen door gegevens onder het mom van een acute dreiging op te vragen of simpelweg door telco's om te praten. Dit blijkt uit interne documenten die The Washington Post heeft ingezien.
Volgens de Amerikaanse krant gaat het om meer dan tweeduizend telefonielogs die tussen 2002 en 2006 zijn opgevraagd. The Washington Post schrijft dat uit interne stukken onder meer blijkt dat de FBI zijn eigen regels met betrekking tot het beschermen van burgerrechten niet heeft nageleefd.
Uit een nog te publiceren rapport van het ministerie van Justitie zou blijken dat de FBI de wet stelselmatig overtrad. De FBI heeft tegenover de krant bevestigd dat het de Electronic Communications Privacy Act heeft overtreden doordat agenten telefoonverkeersgegevens opvroegen op basis van niet bestaande vermeende terroristische dreigingen.
Hoewel volgens de FBI zijn directeur pas eind 2006 van de problemen op de hoogte was, blijkt uit documenten dat managers, tot aan de adjunct-directeur aan toe, zogenoemde spoedprocedures goedkeurden en dat de daadwerkelijke verzoeken vaak direct door werknemers op het hoofdkantoor van de FBI werd ingediend.
Na de aanslagen van 11 september 2001 werd onder meer de Patriot Act aangenomen, waardoor ook lager geplaatste ambtenaren verzoeken tot inzage in belgegevens konden goedkeuren. Die verzoeken moesten dan wel aan een openstaande terrorismezaak gekoppeld zijn. Dat werkte in de praktijk kennelijk omslachtig, zodat hogere FBI-managers al snel een 'tussenoplossing' in het leven riepen. Het werd mogelijk voor een supervisor om de gewenste gegevens met een spoedprocedure op te vragen, om vervolgens pas het papierwerk in orde te maken. Naar nu blijkt zijn er op die manier honderden verzoeken ingediend en enkele duizenden logs verzameld. In veel gevallen bleef de vereiste verantwoording echter achterwege.
Saillant detail is dat een FBI-advocate begin 2005 al aan leidinggevenden vroeg om het probleem aan te pakken. "We moeten ervoor zorgen dat we geen misbruik van het systeem maken en dat we wet handhaven zonder de nationale veiligheid in gevaar te brengen", schreef Patrice Kopistansky in een van haar mails. Volgens de FBI zijn er in 2006, toen de inspecteur-generaal van het ministerie van Justitie een onderzoek instelde, maatregelen genomen om te voorkomen dat de gewraakte werkwijze nog langer werd toegepast.