Met een combinatie van solid state disks en virtualisatietechnieken, verenigd in het project Quicksilver, zijn onderzoekers van IBM erin geslaagd ruim één miljoen lees- en schrijfoperaties per seconde te realiseren.
Het Quicksilver-project van IBM zou niet alleen de performance met 250 procent verbeteren, maar ook de responstijden terugbrengen tot minder dan een milliseconde. Bovendien kon de apparatuur met slechts iets meer dan de helft van de energie en koeling toe dan de snelste concurrentie. Ten slotte gebruikte Quicksilver slechts eenvijfde van de rackspace die alternatieven nodig hebben.
IBM vergeleek zijn opstelling met die van concurrent Texas Memory Systems en zijn eigen DS4700: beide systemen behalen 400.000iops. De Ramsan-400-server van TMS, volgens het bedrijf 's werelds snelste opslagserver, gebruikt echter het snellere dram in plaats van het flashgeheugen dat IBM toepaste. Volgens IBM zou het Quicksilver-project van belang zijn in gevallen waarbij data snel moet worden verwerkt, zoals bij online reserveringen en bij financiële transacties.
Het project combineert IBM's virtualisatiesoftware San Volume Controller met ssd's om zo de opslag van data te versnellen. De software stuurde hiertoe een ssd-rack van 4,1TB aan met responstijden van minder dan 1ms en een datadoorvoer van meer dan één miljoen iops. De ssd-flashkaarten ter waarde van ongeveer 120.000 dollar die IBM inzette, waren afkomstig van Fusion io en werden op de pci-bus van System X-servers aangesloten. Het Quicksilver-project zou volgens marketingdirecteur IBM Storage Charlie Andrews over negen tot twaalf maanden tot commerciële producten moeten leiden. Al eerder, binnen drie tot zes maanden, zou IBM van plan zijn ssd's in zijn producten toe te passen.