Canonical, de commerciële drijvende kracht achter Linux-distributie Ubuntu, is toegetreden tot de Linux Foundation. De toetreding maakt duidelijk dat Canonical een rol van betekenis in de Linux-gemeenschap wil en kan spelen.
Canonical treedt toe als 'zilver'-lid en schaart zich hiermee bij bedrijven als Adobe, Sun, Red Hat, Nokia, Vmware en Dell. Zilver-leden betalen, afhankelijk van de grootte van het bedrijf, vijf- tot twintigduizend dollar per jaar. Goud-leden als Google en AMD betalen 100.000 dollar per jaar en en platina-leden als Intel en IBM betalen een half miljoen dollar per jaar. Met zijn zilver-status mag Canonical onder meer meestemmen bij de verkiezing van een van de zestien bestuursleden van de Linux-stichting; Goud-leden kiezen er samen drie en de eerste tien platinum-leden mogen zelf een bestuurslid leveren.
De Linux Foundation is vorig jaar ontstaan uit een fusie tussen Open Source Development Labs en de Free Standards Group. De nonprofit-organisatie zet zich in voor de ontwikkeling, promotie en standaardisatie van Linux en de toetreding van Canonical vormt een bevestiging dat Ubuntu een belangrijke rol in dat streven kan spelen. Canonical zet zich ook in voor andere opensourceprojecten zoals Storm, Bazaar en Upstart.
Volgens de Linux Foundation zijn de mensen achter Ubuntu al actief bij zijn werkgroepen, zoals de Linux Standard Base-, Desktop Architects- en Driver Backporting-groepen. "Met Canonicals ondersteuning worden de belangen van gebruikers van zowel de commerciële als de community-versie van Ubuntu behartigd", stelt Jim Zemlin, directeur van de Linux Foundation. Canonical-cto Matt Zimmerman bleek eveneens enthousiast: "We zien ernaar uit om samen met de stichting de opmars van Linux op elk terrein van de automatisering voort te zetten."