Dertien platenmaatschappijen hebben de rechter gevraagd om een snelle beslissing te nemen in de zaak tegen Limewire. Ook het p2p-bedrijf wil de zaak graag spoedig tot een einde zien komen.
Op 4 augustus 2006 spande een aantal platenmaatschappijen, waaronder Warner Bros. Records, Sony en Virgin, bij een rechtbank in New York een zaak tegen Limewire aan. Het p2p-bedrijf werd onder andere beschuldigd van het faciliteren van schending van auteursrechten. Volgens de aanklacht is uit metingen gebleken dat 99 procent van de over het Limewire-netwerk verstuurde muziekbestanden inbreuk maakt op het auteursrecht. Omdat het aantal aangeboden bestanden in de miljarden loopt, noemen de klagers de inbreuk op het auteursrecht eveneens 'immens'. De platenmaatschappijen eisen een schadevergoeding van 150.000 dollar per verstuurd nummer.
Volgens Limewire kan het bedrijf niet aansprakelijk worden gesteld voor het faciliteren van auteursrechtinbreuk. Het bedrijf wijst hierbij naar de Betamax-zaak, waarin het Hooggerechtshof besliste dat de maker van technologie niet aansprakelijk is voor auteursrechtenschending die ermee wordt gepleegd, mits de technologie in staat is tot voldoende niet-inbreukmakende toepassingen. De platenmaatschappijen wijzen op eerdere beslissingen van het Hooggerechtshof in zaken tegen filesharingbedrijven. Hierbij oordeelden de rechters dat wanneer een bepaalde techniek erg vaak gebruikt wordt voor auteursrechtschending, het onmogelijk kan zijn om de inbreukmakers zelf aansprakelijk te stellen, en dat in dat geval de maker van de techniek aansprakelijk kan zijn.
Beide partijen hebben inmiddels de rechter gevraagd om een zogenaamde summary judgment, een snelle beslissing in hun voordeel, zo meldt Cnet. Het is nog niet bekend wanneer de rechtbank hier een beslissing over neemt. Het kan ook zijn dat er voorlopig geen beslissing komt, omdat de rechtbank oordeelt dat er een volledige behandeling van de zaak nodig is.