Google heeft tijdens de tweede Campfire One-bijeenkomst zijn AppEngine-dienst geïntroduceerd. Met deze nieuwe service haakt het bedrijf in op de huidige trend van cloud computing, waarbij bedrijven hun serverbeheer kunnen uitbesteden.
Google AppEngine maakt het voor ontwikkelaars mogelijk om een webapplicatie op de servers van Google te draaien. Google biedt een volledig functionerende omgeving voor Python-applicaties. Bovendien krijgt de ontwikkelaar de beschikking over api's die authenticatie voor Google-gebruikeraccounts ondersteunen en e-mailfunctionaliteit bieden.
Het is niet mogelijk om files naar het bestandssysteem te schrijven. Voor opslag van gegevens moet namelijk gebruik worden gemaakt van de Google Datastore, ook wel bekend onder de naam BigTable. Dit is een gedistribueerd opslagsysteem dat veel weg heeft van een database, maar kolomgebaseerd is in plaats van regelgebaseerd zoals de meeste relationele databases. Datastore is geoptimaliseerd voor snelheid en zeer grote hoeveelheden data, waarbij Google's eigen bestandssysteem 'GFS' als onderliggend opslagsysteem wordt gebruikt.
De nieuwe omgeving is in principe gratis te gebruiken. Voorlopig verkeert het platform nog in het bètastadium, waarbij enkele beperkingen van kracht zijn. Zo is het niet mogelijk om meer dan 500MB aan data op te slaan, mogen er per dag maximaal 200 miljoen megacycles aan cpu-tijd worden gebruikt en is de hoeveelheid dataverkeer beperkt tot 10GB per dag. In de toekomst zal het mogelijk zijn om deze limieten tegen betaling te overschrijden. Voorlopig zullen maximaal tienduizend gebruikers een account voor Google AppEngine krijgen.

Met de nieuwe service haakt Google in op de cloud-computingtrend die de laatste jaren in gang is gezet. Ontwikkelaars hoeven zich niet meer druk te maken over het onderhoud en het beheer van servers, omdat hun applicaties draaien op serversystemen van gespecialiseerde bedrijven. Ook vormen variaties in dataverkeer geen probleem meer, omdat er dynamisch extra reken- en opslagcapaciteit aan een specifieke applicatie kan worden toegekend. Onder andere Amazon biedt al enige tijd vergelijkbare diensten. De grotere flexibiliteit die Amazon levert door zijn services afzonderlijk aan te bieden, gaat wel weer ten koste van de integratie van de afzonderlijke onderdelen.
Een van de nadelen op dit moment van Google AppEngine is dat alleen Python wordt ondersteund, dat niet de meestgebruikte scriptingtaal voor webapplicaties is. Google is echter actief gebruiker van Python en heeft ook de bedenker van de taal, Guido van Rossum, in dienst. Volgens de documentatie van AppEngine zullen echter op termijn ook andere programmeertalen in de dienst worden opgenomen.