De vorige week geïntroduceerde 'sociale advertenties' van Facebook schenden mogelijk Amerikaanse wetgeving. Volgens juridische experts neemt Facebook veel te gulzig aan dat gebruikers reclame voor producten willen maken.
Aan het advertentieprogramma neemt een breed scala aan bedrijven deel. Die kunnen dan bijvoorbeeld bij een online aankoop aan de klant vragen of ze de keuze van het betreffende product aan hun Facebook-vrienden kenbaar willen maken. Dat kan dan als gevolg hebben dat de beeltenis van de koper in een reclame voor het product verschijnt als hun vrienden op Facebook inloggen. De sociale ads kunnen ook worden getriggerd door het schrijven van een productreview.
Volgens rechtenprofessor William McGeveran neemt Facebook daarbij ten onrechte aan dat de koper in dergelijke reclame-uitingen wil figureren. De site vraagt zijn gebruikers namelijk enkel of ze informatie met hun vrienden willen delen, en rept daarbij niet over productinformatie, laat staan over het met naam en foto genoemd worden in advertenties.
In het bijzonder meent McGeveran dat Facebook hiermee wetgeving van de staat New York overtreedt. Die eist namelijk schriftelijke toestemming voor het gebruik van iemands naam, portret of stem in een advertentie. De rechtenprofessor vraagt zich af of iemand die een film huurt zich wel realiseert dat er niet enkel informatie naar de vriendenkring gaat over hoe goed die film niet is, maar dat deze persoon tevens met naam en beeltenis in een advertentie van filmverhuurbedrijf Blockbuster verschijnt.
Volgens Facebook baseert McGeveran zich op een 'te brede interpretatie van de wet'. Bovendien, zo stelt de site, gaat het om een feature die nog aangepast kan worden afhankelijk van wat de gebruikers willen.