Onderzoek van de universiteit van Chicago toont aan dat banners wel degelijk werken, ook al besteedt bijna geen enkele consument er aandacht aan. De herhaalde blootstelling aan producten via banners heeft een positief effect op de gevoelens voor die producten.
De onderzoekers lieten drie groepen studenten een tekst lezen waarin enkele banners van het fictieve cameramerk Pretec stonden. De groepen kregen de Pretec-advertenties nul, vijf of twintig keer te zien. De studenten konden niet vermoeden dat hen na het lezen van de tekst gevraagd werd naar hun negatieve en positieve gevoelens voor het merk, in plaats van de inhoud van de tekst. Toen de studenten gevraagd werd naar hun negatieve gevoelens, was er geen verschil merkbaar tussen de groepen. Pas toen ze naar hun positieve gevoelens werd gevraagd, was er een bijna lineair verband zichtbaar tussen het aantal advertenties in de tekst en de positieve gevoelens voor het merk. Onderzoekers ontdekten dat de gevoelens bij meer dan twintig advertenties nog positiever werden en vroegen zich af hoe ver dit effect nog door kan gaan.
Voor het onderzochte effect bestaan twee theorieën. De eerste is dat mensen positievere eigenschappen toedichten aan dingen die ze zich beter kunnen herinneren. De andere theorie is dat herhaalde blootstelling aan bepaalde producten een positief gevoel kan geven dat ook in de toekomst verdere evaluaties positief kan beïnvloeden. Om uit te vinden welk effect hier van kracht was, deden de onderzoekers een tweede test. De groepen studenten moesten opnieuw het merk Pretec beoordelen, maar dit keer werd gezegd dat hun vertrouwdheid met het merk niet mocht meewegen in de beoordeling. Het positieve effect van de advertenties was hierdoor als sneeuw voor de zon verdwenen, wat suggereert dat de eerstgenoemde theorie in werking is. Om dit te bewijzen werd een derde test gedaan waarin studenten weer een tekst moesten lezen, dit keer met muziek op de achtergrond. De studenten werden onterecht gewaarschuwd dat de muziek een positief effect op de beoordeling kon hebben. Deze waarschuwing zorgde er ook voor dat het positieve effect dat de reclame in de tekst had bereikt, verdween.
Voor reclamemakers betekent dit onderzoek dat advertenties alleen zin hebben als consumenten geen verder onderzoek doen naar het geadverteerde product, wat vooral het geval is bij impulsaankopen. Adverteren voor producten waar consumenten wel uitgebreid onderzoek naar doen heeft volgens het onderzoek geen zin, aangezien de positieve gevoelens die opgebouwd worden door de advertenties direct verdwijnen als de consument een negatief aspect van het product vindt.