Een Zweedse rechter heeft een filesharer veroordeeld tot een boete van 20.000 Zweedse kronen, omgerekend ongeveer 2168 euro. De uitspraak kwam tot stand naar aanleiding van een aangifte van de Zweedse tak van de IFPI, die blijkens een persbericht dertig bestandsdelers had aangeklaagd voor het verspreiden van in totaal ongeveer dertienduizend muzieknummers. De eerste veroordeling kwam voor rekening van een man die vier nummers van Roxette, de Eurythmics en de Zweedse pophelden Mauro Scocco en Jakob Hellman online had gezet. Het hof bevestigde wel dat de man 'geen commercieel oogmerk' had, maar het verspreiden van de nummers bood voldoende grond om tot de - inkomensafhankelijke - boete te komen.
Opvallend genoeg meldt de IFPI zelf dat het ten tijde van de aangifte niet wist wie de overtreders waren of waar ze in Zweden woonden. Nog vorige week bepaalde een Zweedse rechter in hoger beroep in een andere zaak dat alleen IP-adressen onvoldoende zijn om iemand voor illegale bestandsdeling te kunnen veroordelen. Hoewel de IFPI van een 'belangrijke overwinning' spreekt, is het niet duidelijk of de rechter in de nieuwe zaak met die jurisprudentie rekening heeft gehouden. Maar hoewel de uploaders in het Scandinavische land zich sinds kort tegen dergelijke boetes kunnen verzekeren, lijkt het erop dat de Zweedse p2p-vrijhaven, waarin sites als The Pirate Bay lange tijd succesvol ronddobberden, nu toch echt zijn beste dagen achter de rug heeft.
