Door consultancybedrijf Avanade is een onderzoek gehouden onder 210 chief information officers (cio) van 250 grote Europese bedrijven over hun ervaringen met mobiel werken, vroeger beter bekend als thuiswerken. Uit het onderzoek is gebleken dat Scandinaviërs het meest mobiel werken, aangezien slechts de helft van hen gebonden is aan een vaste werkplek. In andere Europese gebieden ligt dit aantal gemiddeld op driekwart. Dit wordt volgens de onderzoekers veroorzaakt doordat Scandinaviërs prijs stellen op een goede balans tussen werk, familie en vrije tijd, iets wat de Scandinavische bedrijven hebben weten te faciliteren. Op plaats 2 is Spanje te vinden en Nederland is volgens het onderzoek het op twee na mobielste land van Europa. De vierde en vijfde plaats zijn voor Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Duitsland is volgens de onderzoekers het land dat het meeste investeert in mobiele technologie, gevolgd door Italië en Nederland. De voorlaatste plek is gereserveerd voor het Verenigd Koninkrijk, terwijl de Scandinaviërs hier op de vijfde plaats komen.
Volgens de bevraagde cio's wordt op dit moment met name geld uitgegeven aan laptops die zijn uitgerust met GPRS-faciliteiten, zodat overal gewerkt kan worden. Verder wordt veel geld geïnvesteerd in de communicatievormen VoIP, instant messaging, videoconferencing en geïntegreerde telefonie. De voornaamste reden om te investeren in mobiliteit, aldus de ondervraagden, is dat een toename van de productiviteit wordt verwacht.Verder vindt men dat hierdoor een betere en snellere service aan klanten kan worden geleverd en dat de tevredenheid van medewerkers er op vooruit gaat. Tot slot kan hierdoor, zoals al genoemd, een betere balans gerealiseerd worden tussen werk en privéleven. Sommige cio's zijn echter terughoudend voor wat betreft investeringen in mobiliteit. Ze hebben zo hun vragen op het gebied van databeveiliging en zijn ze bang voor diefstal van mobiele apparatuur. Verder vinden ze de kosten te hoog die zijn verbonden aan mobiele technologieën en vinden ze het moeilijk om het rendement van deze vorm van flexibel werken aan te tonen.
